Skip to main content

Begraafplaatsen


Geschreven: 25 juli 2009
Aangepast: 10 januari 2022
Auteur: Rutger Loenen
Categorie: Utrecht

 

deelkaart van Austerlitz uit 1861Op de deelkaart van Austerlitz uit 1861 wordt de ligging van een begraafplaats aangegeven. We herkennen de Oude Postweg, komend van linksboven; daaronder de Austerlitzseweg die bij punt 39 op eerstgenoemde weg aansloot. In de loop van de tijd is er een wijziging in deze aansluiting aangebracht: de Oude Postweg buigt nu iets meer naar links naar het zuiden en bereikt de Austerlitzseweg ongeveer waar het dunnere lijntje naar het zuiden loopt. Onder het toenmalige aansluitpunt is een huis ingetekend en direct daaronder staat: 'Begraafplaats.' Het is een kaartje dat ons bij nadere beschouwing voor raadsels plaatst. De begraafplaats Austerlitz bevindt zich op dit moment meer naar het oosten, waar een X is ingetekend ter plaatsbepaling. Een eerste ingeving is dat de tekenaar zich vergist heeft. Dat is niet het geval: de huidige begraafplaats (X) werd op verzoek van de Hervormde inwoners van Austerlitz pas begin 1871, dus tien jaar nadat bovenstaand kaartje werd gemaakt, in gebruik genomen. Een tweede ingeving is, dat het hier de plek betreft, waar de eerste eigenaar van Heidelanden, François A. Hubert, in 1827 van de burgemeester van Zeist een familiegraf mocht aanleggen. Hierop wordt nog teruggekomen.
Zijn er nog meer oplossingen van dit merkwaardige gegeven?
De bewoners van het voormalige Frans-Bataafse kamp, zowel militairen als burgers, werden of in Zeist of in Driebergen begraven, zoals de kerkelijke registers duidelijk uitwijzen. Een begraafplaats op deze plek gedurende de actieve kampperiode (1804-1808) is ook meer dan onwaarschijnlijk: het zou midden in het kamp hebben gelegen, op slechts ruim honderd meter van een loods voor kampementsgoederen en op nog kortere afstand van een gebouw, genaamd 'de Comedie' en gebruikt voor optredens van allerlei artiesten. Ook deze mogelijkheid moet afgewezen worden.

 


Geschreven: 24 juli 2009
Aangepast: 03 juni 2024
Auteur: Leon Bok
Categorie: Fryslân

Eeuwenlang heeft men in Leeuwarden begraven op de plek waar ook de eerste mensen in deze omgeving kwamen wonen. Dat die eerste mensen hier in de eerste eeuw na Christus zijn komen wonen, is vastgesteld bij het laatste archeologische onderzoek dat hier plaatsvond. Dit onderzoek vond plaats omdat op deze plek een grote ondergrondse parkeergarage wordt gebouwd. Zonder twijfel kan het Oldehoofsterkerkhof worden aangeduid als de oudste en belangrijkste begraafplaats van Leeuwarden. Meer dan 1000 jaar is hier begraven, terwijl nog meer dan anderhalve eeuw daarna de doden (min of meer) op deze plek rusten.


Geschreven: 24 juli 2009
Aangepast: 10 april 2022
Auteur: Leon Bok
Categorie: Limburg

 

Op zoek naar informatie over joodse begraafplaatsen is het boek "Pinkas. Geschiedenis van de joodse gemeenschap in Nederland" een onmisbare bron. Naast de uitgebreide geschiedenis van de joden in Nederland, wordt ook per plaats of joodse gemeente een overzicht gegeven van het oprichten van gemeenschappen, synagoges en aanleg van begraafplaatsen.


Geschreven: 24 juli 2009
Aangepast: 10 januari 2022
Auteur: Leon Bok
Categorie: Limburg

 

Sarcofaag blootgelegdIn Nederland hebben de Romeinen gedurende hun verblijf van enkele eeuwen veel sporen achtergelaten. De laatste jaren horen we van opgravingen van Romeinse schepen, wachttorens langs de oude rijn en meer van dat soort zaken. Ook in funerair opzicht hebben de Romeinen hun sporen nagelaten. Over het algemeen werden in de Romeinse tijd lijken gecremeerd. Asresten zijn gevonden in eenvoudige ondiepe kuilen, soms naast de brandstapel. In andere gevallen, wanneer men iets meer moeite had genomen, werden asresten aangetroffen in een urn of glazen fles. Bij belangrijke personen werd echter de as in een fraaie kist of sarcofaag geplaatst. In Simpelveld werden in 1920 een drietal zandstenen askisten gevonden. Twee daarvan waren geschonden door grafrovers, maar de derde, van een vrouw was aan de binnenzijde fraai bewerkt en in de kist werden allerlei eigendommen gevonden waaronder ook de sieraden van de overledene. Bij Romeinse villae zijn soms complete grafkamers gevonden met tal van voorwerpen.

 

Onverwachte vondst

In oktober 2003 hoorde boer Hupperetz uit Bocholtz, niet ver van Simpelveld, tijdens het ploegen van zijn akker steeds op dezelfde plek zijn ploeg krassen. Omdat dit uiteindelijk schade opleverde voor zijn ploeg besloot Huppertz op nader onderzoek uit te gaan om te kijken wat de schade veroorzaakte. Hij verwachtte een concentratie van kalksteen aan te treffen, wat in de omgeving van nature vaker in de bodem voorkomt. Nadat hij een gat had gegraven, kwam hij tot zijn grote verbazing een zandstenen sarcofaag tegen. Een deel van de deksel van de sarcofaag had hij al met zijn ploeg losgetrokken, maar voor het grootste deel bleek de sarcofaag nog intact. Hupperetz kon in eerste instantie zijn eigen nieuwsgierigheid niet bedwingen en hij verwijderde een deel van de grond uit de kist. Daarbij trof hij niets aan. In dergelijke gevallen dient de vinder zijn vondst te melden bij de bevoegde persoon of instantie [zie kadertekst] en dat is ook precies wat Hupperetz deed. Hij meldde zijn vondst bij de provincie Limburg die het nieuws geheim hield en contact opnam met de toenmalige Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) te Amersfoort (nu Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed).


Geschreven: 23 juli 2009
Aangepast: 10 januari 2022
Auteur: Leon Bok
Categorie: Overijssel

 

Zerk_pastoor_veehofOnder die titel schreef Jan Wiefker, lid van de Heemkunde Weerselo, in 2006 een pleidooi voor het behoud van de grafzerk van pastoor Veehof. Deze zandstenen zerk dateert waarschijnlijk uit 1830, het jaar dat Veehof stierf. Zijn zerk ligt op het rooms-katholieke kerkhof van Weerselo en is daar het oudste grafmonument. Maar het behoud strekt zich niet alleen uit tot het tastbare. Veehof speelde namelijk een belangrijke rol in Weerselo tijdens de Franse overheersing (1795-1813).

 

Pastoor Veehof

Bernard Johan Veehof werd gedoopt op 4 januari 1769 in Oldenzaal. Hij was de zoon van Gerrit Jan Veehof en Janna Margaretha Hermelink. De kinderen van het gezin konden een goede opleiding genieten. Bernard werd pastoor en zijn jongere broer Michael werd stadsdokter in Oldenzaal. Voordat Veehof de pastoor van Weerselo werd, was hij kapelaan in Haaksbergen. In 1806 kwam hij naar Weerselo waar hij in de roerige dagen van het Franse regime zijn parochie moest leiden. Het waren de nadagen van achterstelling van niet-gereformeerden. Onder de Fransen was er vrijheid van godsdienst, maar in de praktijk leverde dat veel problemen op.


Geschreven: 23 juli 2009
Aangepast: 10 januari 2022
Auteur: Leon Bok
Categorie: Fryslân

 

vijf_kinderenHoe diep kan verdriet zijn? Peilloos, maar wat is daar voor nodig? Iedereen kan dan wel wat bedenken, maar concrete voorbeelden, daar denken we liever niet aan. Laat staan aan de aanleiding voor zulk verdriet. Veel van die concrete aanleidingen zijn te vinden op begraafplaatsen. Ontelbare dierbaren: echtgenoten, ouders, kinderen, broers en zussen, weggerukt uit het leven, te vroeg gestorven, soms na een ondraaglijk lijden. De troost is onvoldoende om het verdriet te doen verminderen en de hoop op eeuwige rust kan het ook niet doen vervagen. Op het kerkhof van Bears in de huidige gemeente Littenseradiel is zo'n ondraaglijk verdriet letterlijk zichtbaar gemaakt in een rijtje grafstenen. Een van de grafstenen vermeldt het jaartal 1860, maar is waarschijnlijk zelf wat minder oud. Op de steen staan vijf namen vermeld, allen kinderen van Pieter Hanzes Bosma en Janke Bruins van der Hem, die zelf hier ook liggen begraven. Achter dat aantal en dat jaartal zit een onbeschrijflijk verdriet verborgen. Alleen de feiten kunnen verteld worden.

 


Geschreven: 23 juli 2009
Aangepast: 27 maart 2022
Auteur: Dirk Swierstra †
Categorie: Fryslân

 

Het voormalige armendeel van de begraafplaatsIn 1884 was Leeuwarden een van de grotere steden in Nederland. Er woonden toen bijna 70.000 mensen wat voor die tijd al een behoorlijk aantal was. Net als in zoveel andere steden heerste armoede aan de ene kant en rijkdom aan de andere. In een dergelijke stad gebeurden zaken die ons ook vandaag de dag nog bekend voorkomen. Wie kent bijvoorbeeld niet het verhaal uit 2005 van de "pianoman" in Engeland? De man was stom en niemand wist wie hij was. In 1884 vond een dergelijke gebeurtenis ook in Leeuwarden plaats, echter met een meer dramatische afloop.


Geschreven: 22 juli 2009
Aangepast: 10 januari 2022
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Fryslân

 

Het bezoek, dat Paus Johannes Paulus II in 1985 bracht aan Nederland, wekte niet dat enthousiasme, dat de oproep van Paus Pius IX in de 19e eeuw wel deed. Hij vroeg toen jonge mannen de Kerkelijke Staat te komen verdedigen. Met name onder de Nederlandse katholieken was het enthousiasme groot. Dat bleek wel uit het contingent Nederlanders in het regiment der zogenaamde Zouaven. Dat contingent telde ruim 3000 man.

 

De Kerkelijke Staat

Om iets te begrijpen van de Kerkelijke Staat moeten we terug in de geschiedenis. In de 8e eeuw hebben de moslims een deel van Spanje in handen en is de rest van Europa uiteengevallen in drie machtsblokken. Het Oost-Romeinse rijk (Byzantium) met Constantinopel als hoofdstad omvatte Turkije, grote delen van de Balkan, Ravenna, Rome, Zuid-Italië en Sicilië.


Geschreven: 22 juli 2003
Aangepast: 25 december 2020
Auteur: René ten Dam
Categorie: Utrecht

 

Het 14de eeuwse grafmonument voor Gijsbrecht van IJsselstein in de Hervormde Sint Nicolaas Kerk te IJsselstein is het oudste in zijn soort in de Noordelijke Nederlanden. Het bijzondere van het grafmonument is dat er niet een, maar vier personen zijn afgebeeld.

totaal_graftombe_ijsselstein

Het grafmonument heeft de tand des tijds met moeite doorstaan. Wie denkt te maken te hebben met een volledig origineel 14de eeuws grafmonument lijkt bedrogen uit te komen, maar wat rest doet toch getuigen van een rijke historie. 

De restauratie van het grafmonument

Over het grafmonument is relatief weinig bekend, pas in 1850 werd er serieus aandacht besteed aan het monument. De Leidse conservator van het Rijksmuseum voor Oudheden, Dr. L.F.J. Janssen, bracht na een bezoek aan de kerk het Provinciaal Utrechtsch Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen op de hoogte van de slechte toestand waarin het monument verkeerde. Maar niet eerder dan eind 1855 zou een aanvang worden genomen met de inventarisatie en restauratie van het praalgraf. De beelden lagen op dat moment in meerdere stukken uiteen, zo waren de hoofden afgebroken en ontbraken de handen. De dekplaat, die uit een stuk was vervaardigd, was in 18 stukken gebroken. Op de graftombe werden 3 verroeste ruiterhelmen en de elleboog van een harnas aangetroffen.

plattegrondTijdens de inventarisatie groeide het besef dat het om een grafmonument van historisch belang ging. De Utrechtse beeldhouwer E.F. Georges werd aangesteld als restaurateur. In 1857 werd het grafmonument overgeplaatst van het noordertransept naar het ruimere priesterkoor en in 1859 werd de gerestaureerde graftombe tijdens een feestelijke bijeenkomst overgedragen aan de Hervormde Kerk. Een koperen plaat aan de voeten van de gisanten herinnert aan deze restauratie.

In 1904 werd weer melding gemaakt van de zorgelijke staat van het grafmonument. Waarschijnlijk omdat het koor als opslagplaats van onder meer kerkbanken was gebruikt, was het grafmonument ernstig beschadigd en bovendien ook sterk vervuild. Pas in 1909 werd het grafmonument hersteld door Lambert ter Riele. Maar intussen was het dak van het koor dermate lek dat het grafmonument ernstig te lijden had van het regenwater. Het gevaar bestond zelfs dat het hele dak zou De graftombe na de brand van 1911 (collectie auteur)instorten. In 1911 sloeg het noodlot echter op een geheel andere wijze toe. Op 10 augustus van dat jaar legde een grote brand bijna de gehele kerk in as. Door verhitting door het vuur en door afkoeling door het bluswater barstte het grafmonument uit elkaar. Bovendien was veel puin bovenop het grafmonument terecht gekomen. Pas 4 jaar na de brand kon een begin worden gemaakt met de restauratie van het ernstig beschadigde monument. De vraag was zelfs of het uberhaupt hersteld kon worden. Mogelijk door economische omstandigheden ingegeven, werd bij de restauratie van goedkope materialen gebruik gemaakt. In de loop der jaren zou de toestand van het grafmonument steeds verder verslechteren. Subsidiegelden ontbraken echter om het monument weer in een acceptabele staat terug te brengen. Pas in april 1979 (!) besloot de overheid bij te springen.

scheuren

Bij onderzoek in het begin van de jaren '80 bleek het monument in een nog slechtere staat te verkeren dan men al dacht. De restauratie van 1916 bleek zo slecht te zijn uitgevoerd, dat men vreesde voor het voortbestaan van het monument. Oppervlakkige breuken bleken diep te gaan en hierdoor was de hechte samenstelling van het materiaal verdwenen. In januari 1983 werd een begin gemaakt met de restauratie. Eindelijk werden in de sokkel een tiental ventilatiegaten aangebracht, waarbij enkele gaten werden voorzien van ventilatoren. In de jaren na de restauratie zijn nog enkele kleine herstelwerkzaamheden gedaan. Vandaag de dag doen de vele scheuren, putten en verkleuringen enigszins afbreuk aan de grootse indruk die de graftombe enkele eeuwen geleden op kerkgangers moet hebben gemaakt. Maar zonder al deze restauraties zou er niets meer resten dan een berg puin en zou een imposant grafmonument voor Nederland verloren zijn gegaan.

Mede door het ontbreken van steengroeves in de Noordelijke Nederlanden zijn er relatief weinig grote (gotische) grafmonumenten in Nederland terug te vinden. Er zijn enkele uitzonderingen, waaronder het grafmonument in IJsselstein. Overeenkomstige grafmonumenten zijn terug te vinden in Valenciennes in Henegouwen, waar ook het Doornikse atelier heeft gelegen waar vermoedelijk de graftombe uit IJsselstein is vervaardigd. 

Gisanten

detail_grafmonumentWat het grafmonument zo bijzonder maakt is het feit dat er vier personen zijn afgebeeld in plaats van de gebruikelijke enkele of ook voorkomende twee personen. De figuren zijn afgebeeld als gisanten: liggende figuren. Geen liggende dode, maar een niet-werkelijke, rechtopstaande persoon met vertikale plooien in zijn kleren en vaak met de ogen open.

De persoon is als het ware staande neergelegd, met zijn hoofd op een kussen. Meestal houdt de gisant zijn handen gekruist over zijn borst, of vouwt hij ze samen. Zo ook de vier gisanten in IJsselstein. Waar op Britse graftomben ridders veelal worden afgebeeld in volledige wapenuitrusting, lijhond_en_leeuwken de wapenuitrustingen van de twee mannelijke gisanten in IJsselstein slechts een decoratieve functie te hebben. Zij moeten meer de morele en sociale meerwaarde van het ridderschap voor de adel tonen. De twee vrouwen dragen lange gewaden en hoofddoeken. De vrouwen onderscheiden zich enkel door het verschil in gewaad. Aan de voeten van de vrouwen liggen hondjes, als teken van trouw. Bij de mannen liggen leeuwen aan de voeten, als teken van moed en kracht.

De vraag rest wie er op het grafmonument zijn afgebeeld.

 

Heren van IJsselstein

Boven de hoofden van de vier gisanten bevinden zich vier wapens, in basreliëf uitgehouwen. Aan de hand van de wapens van de vrouwen kon men achterhalen dat de meest linkse gisant Gijsbrecht van Amstel, heer van IJsselstein, is. Naast hem ligt Bertha van Heukelom. De gisant rechts is de zoon Arnold van IJsselstein, met naast hem zijn vrouw Maria van Henegouwen. Bij het overlijden van zijn vader, Arnoud van Amstel, kreeg Gijsbrecht als oudste zoon het nalatenschap over IJsselstein en was de eerste in het geslacht Van Amstel die de naam IJsselstein zou dragen. Arnoud van Amstel had als rechter en maarschalk een hoge positie in het Sticht, het gebied dat onder de bisschoppen van Utrecht viel. De graven van Holland wisten hun macht in dit gebied echter uit te breiden en zo werden vele lokale heren leenmannen van de Hollandse graaf. Uiteraard ging dit gepaard met de nodige protesten, welke uiteindelijk zouden leiden tot de moord op graaf Floris V in 1296. Bij deze samenzwering tegen het Hollandse Huis waren ook de broer en de oom, Gijsbrecht van Amstel, van Gijsbrecht van IJsselstein betrokken. Hij werd er dan ook van beschuldigd medeplichtig te zijn aan de samenzwering. En om het zichzelf nog moeilijker te maken, had Gijsbrecht van IJsselstein zijn broer, Arnold van Benschop, na een achtervolging laten ontsnappen.

zijaanzicht_graftombeIn alle verwarring na de moord op Floris V dacht de Utrechtse bisschop zijn kans schoon te zien en viel Holland binnen om het gebieden te ontfutselen. De Hollanders drongen de Utrechters terug tot het slot van IJsselstein. Terwijl Gijsbrecht van IJsselstein zelf gevangen was genomen door een lokale heer, hield zijn vrouw Bertha van Heukelom, volgens overlevering, een jaar en een dag stand. Door een gebrek aan voorraden zou zij zich gewonnen hebben moeten geven. Graaf Jan II van Henegouwen schonk de IJsselsteinse bezittingen aan zijn broer, Guy van Avesnes, die in 1301 bisschop werd van Utrecht. Uiteindelijk werd Gijsbrecht weer erfelijk beleend in 1308 met de heerlijkheid IJsselstein. Niet toevallig, want in dat jaar trouwde de dochter van Guy van Avesnes, Maria van Henegouwen, met de zoon van Gijsbrecht, Arnold van IJsselstein. Zo werd Gijsbrecht niet alleen verwant aan de bisschop van Utrecht, maar ook aan de graven van Holland. Ook had Gijsbrecht toestemming gekregen om een parochiekerk te stichten in IJsselstein, welke in 1310 werd ingewijd.

Arnold van IJsselstein had een grote belangstelling voor wetenschap, kunst en godsdienst. Ook genoot hij groot aanzien aan het hof van de graaf van Holland. Na de dood van zijn vader in 1344 werd Arnold heer van IJsselstein en in 1346 werd hij door de gravin van Holland beleend met de drie lenen IJsselstein, Benschop en Noord Polsbroek, die sindsdien de heerlijkheid 'Baronie IJsselstein' werden genoemd. Mogelijk heeft zijn dochter, Guyette van IJsselstein, de graftombe laten oprichten. Niet alleen ter bevordering van het zieleheil van haar ouders en grootouders, maar ook als gedenkteken voor het geslacht IJsselstein. Deze familie had immers IJsselstein laten groeien van een nederzetting tot een kleine stad.

 

Literatuur

  • Xabier Jense, '...Zegen of glorie - Over het middeleeuwse grafmonument in de Nederlands Hervormde Kerk te IJsselstein' in: Stichting Historische Kring IJsselstein; No. 89, december 1999
  • Kerkegids IJsselstein, Uitgave Historische Kring IJsselstein 1981
  • Philippe Ariès, Het beeld van de dood; Nijmegen, 1987
  • Redengevende omschrijving Ned. Herv. Kerk IJsselstein; RDMZ

 

 


Geschreven: 21 juli 2009
Aangepast: 03 juni 2024
Auteur: Leon Bok
Categorie: Zeeland

In de Koorkerk te Middelburg bevindt zich een grafmonument van een vorst. Niet alleen in Breda, Delft of Leeuwarden bevinden zich "koningsgraven", ook Middelburg kent dus zo'n bijzondere rustplaats. Voor de achtergrond van deze vorst moeten we echter ver terug in de middeleeuwen. In die tijd dongen de graven van Holland mee naar de hoogste macht in West-Europa.