De Koninklijke Boekverkopersbond en het Prins Bernhard Cultuurfonds stelden in 2008 samen een fonds in voor het onderhoud en herstel van graven en grafmonumenten van Nederlandse schrijvers. Het gaat om een CultuurFonds op Naam onder de naam 'Perzik van Onsterfelijkheid' (naar het boek van Jan Wolkers). Met dit fonds willen de Koninklijke Boekverkopersbond en het Cultuurfonds bijdragen aan het behoud van het cultureel erfgoed in Nederland.
{seog:disable}De laatste jaren is er stelselmatig meer aandacht gekomen voor de cultuurhistorische betekenis van graven en grafmonumenten in Nederland. Een citaat van Cees Nooteboom uit het boek Tumbas vat volgens Ari Doeser, voormalig directeur van de Koninklijke Boekverkopersbond, de waarde van auteursgraven helder samen: "...we willen door de doden opgemerkt worden, we willen dat ze weten dat we hen nog lezen, omdat ze nog steeds tegen ons praten. [...] De persoon is er niet meer, maar er zijn nog steeds woorden, gedachten. Het minste wat je kunt doen is iets terugdenken. Elk bezoek aan het graf van een dichter is een gesprek, waarbij het antwoord er eerder is dan alles wat je zelf zou kunnen zeggen."
De Koninklijke Boekverkopersbond is de brancheorganisatie voor boekhandels in Nederland. De bond behartigt de belangen van de Nederlandse boekverkopers in de ruimste zin van het woord. De bond is dit project gestart ter ere van het honderdjarig jubileum van de bond in 2007.
Het Prins Bernhard Cultuurfonds stimuleert cultuur en natuurbehoud in Nederland – op grote en op kleine schaal. Bijzondere initiatieven, bevlogenheid en talent moedigt het fonds aan met financiële bijdragen, opdrachten, prijzen en beurzen. Door actieve fondsenwerving en inkomsten uit loterijen kan het fonds jaarlijks ruim 3.500 projecten en personen ondersteunen. Het Cultuurfonds is actief als intermediair voor het mecenaat en beheert meer dan 260 CultuurFondsen op Naam voor particulieren, stichtingen en bedrijven die cultuur een warm hart toedragen.
Fonds Perzik van Onsterfelijkheid
Rechtspersonen zonder winstoogmerk en individuen kunnen een aanvraag indienen voor het behoud, herstel en instandhouden van graven, meer in het bijzonder grafmonumenten en –tekens, van overleden Nederlandse cultuurdragers. Uit alle aanvragen wordt jaarlijks door het Cultuurfonds een keuze gemaakt van een graf/graven die voor behoud, herstel of instandhouding in aanmerking komen.
Websites
Het Fonds Perzik van Onsterfelijkheid heeft de afgelopen jaren de restauratie van onderstaande schrijvers- en dichtersgraven ondersteund.
Albert Verwey
Noordwijk aan Zee - Gemeentelijke begraafplaats - gerestaureerd 2011
Het eerste, met steun van het fonds, gerestaureerde graf behoort toe aan de Nederlandse dichter en letterkundige Albert Verwey (1865 – 1937). Verwey was één van de Tachtigers en een zeer productieve dichter. Hij richtte samen met Willem Kloos en Frederik van Eeden in 1885 De Nieuwe Gids op en voerde later eigenhandig de redactie van het tijdschrift De Beweging, waarin hij poëtisch talent – onder wie Martinus Nijhoff en J.C. Bloem – de kans gaf te debuteren. Ook als letterkundige had hij grote invloed: van zijn Inleiding tot de nieuwe Nederlandsche dichtkunst 1880-1900 (1905) verschenen bij de Wereldbibliotheek van 1905 tot 1914 20.000 exemplaren. De Groningse Universiteit verleende hem in 1914 een eredoctoraat. Voor velen was Verwey een steun of een voorbeeld, hetzij door zijn poëzie, zijn helder oordeel, zijn kijk op de wereld, of door zijn persoonlijke zorg en trouw. In 1924 werd hij hoogleraar in Leiden. Twee jaar na zijn afscheidsrede stierf hij plotseling op 8 maart 1937, in Villa Nova, zijn huis op een duin in Noordwijk aan Zee, waar hij de laatste decennia van zijn leven met zijn vrouw en zeven kinderen had gewoond.
Lees meer over Albert Verwey in Beroemde graven.
Jacques Perk
Amsterdam - De Nieuwe Ooster - gerestaureerd 2012
Jacques Fabrice Herman Perk was een Nederlandse dichter. Hij overleed na een kort ziekbed op 22-jarige leeftijd aan de gevolgen van tuberculose en een longaandoening. Zijn sonnettenkrans Mathilde, uitgegeven door Willem Kloos, vormde de opmaat voor de vernieuwende Beweging van Tachtig in de Nederlandse literatuur.
Bij de onthulling van het gerestaureerde grafmonument op 30 mei 2012 las de Amsterdamse stadsdichter Menno Wigman een vers voor over Perk. Neerlandicus Onno Blom sprak een levensschets uit, met de laatste woorden van de ongelukkige dichter ('Goedemorgen, ik ben er nog!'), en de lugubere beschrijving van de herbegrafenis in 1900. Perks restanten werden van de Oude Ooster naar de Nieuwe gebracht, en de kist viel open: 'Een ijl geraamte', aldus P.H. Ritter, 'alleen de blonde baard was vol en uitgegroeid en golfde nog onbesmet over het tenger skelet.'
Lees meer over Jacques Perk in Beroemde graven.
W.G. van de Hulst
Utrecht - Soestbergen - gerestaureerd 2013
Willem Gerrit van de Hulst was zoon van een steenhouwer en groeide op tussen begraafplaats Soestbergen en Kovelswade aan de Gansstraat in Utrecht. Hij schreef meer dan 100 kinderboeken en werd in 1963 onder overweldigende belangstelling op begraafplaats Soestbergen begraven.
De plek voor het graf is door Van de Hulst zelf uitgezocht vanwege de aanwezigheid van een grote larix. Diezelfde boom had door de jaren heen met zijn wortels de grafsteen omhooggeduwd en door lekkend hars vervuild. Bij de restauratie is de steen schoongemaakt en zijn de letters opnieuw ingeverfd. Ook is de steen weer recht gelegd. De familie had ter gelegenheid van de restauratie een boek van hardsteen laten maken, met de titel van Van de Hulsts zijn favoriete kinderboek: Peerke en zijn kameraden.
Lees meer over WG van de Hulst in Beroemde graven.
E.J. Potgieter
Amsterdam - De Nieuwe Ooster - gerestaureerd 2014
Everhardus Johannus Potgieter (Zwolle, 27 juni 1808 – Amsterdam, 3 februari 1875) was één van de prominentste literaire figuren van de Nederlandse negentiende eeuw. Hij richtte in 1837 het blad De Gids op, dat nog steeds tot de belangrijke literaire en culturele tijdschriften behoort. Hij was bijna 30 jaar redacteur van De Gids. De Gids heeft lange tijd het kritische klimaat in Nederland bepaald. Potgieter was een vooraanstaand criticus, niet alleen van de literatuur in zijn tijd, maar ook van zijn landgenoten. Hij hekelde de Jan Saliegeest, de lamlendigheid en de dadeloosheid van zijn landgenoten. Jan Salie stond in zijn verhaal Jan, Jannetje en hun jongste kind symbool voor de kleinburgerlijkheid van de Nederlander. In haar biografie over Gerard Heineken beschrijft Annejet van der Zijl hoe Potgieter kritiek leverde op het gebrek aan daadkracht en ondernemingslust in de 19e eeuw.
Lees meer over E.J. Potgieter in Beroemde graven.
Johannes Kneppelhout
Katwijk aan Zee - Algemene begraafplaats - gerestaureerd 2015
Kneppelhout stamde uit een rijke Leidse familie, waar Frans de omgangstaal was. Hij werd geboren als oudste kind van Cornelis Johannes Kneppelhout (1778-1818) en Johanna Maria de Gijselaar (1787-1851). Zijn vader stierf toen Johannes pas vier jaar oud was. Zijn moeder stuurde hem en zijn broertje naar de elitaire kostschool Noorthey te Veur (nu Leidschendam), waar Kneppelhout, aangemoedigd door de belezen directeur Petrus de Raadt, begon te schrijven in het Frans. Als schrijver werd hij bekend onder zijn pseudoniem Klikspaan en genoot hij in de negentiende eeuw grote bekendheid vanwege zijn humoristische en realistische schetsen van het Leidse studentenleven.
Lees meer over Johannes Kneppelhout in Beroemde graven.
Kees Crone
Arnhem - Moscowa
Voor de Tweede Wereldoorlog kreeg Crone enige bekendheid met zijn werk, onder andere met de novelle Gymnasium en liefde dat in 1936 verscheen. Het bleek de aanvang van een moeizame carrière als schrijver die zijn droevige verhalen over het algemeen situeerde in de stad Utrecht. Hoewel het oeuvre van Crone niet meer dan 150 bladzijden beslaat, wordt het beschouwd als uniek in de Nederlandse literatuur. Naast verschillende herdrukken van De schuiftrompet is aan Crone ook een kroniek gewijd en is in Utrecht een boekje verschenen met vijf wandelingen door de stad aan de hand van de verhalen van Crone.
In 2015 werden plannen gemaakt om de steen te herstellen, met ondersteuning van het Fonds Perzik van Onsterfelijkheid. De werkzaamheden zijn tot op heden nog niet uitgevoerd.
Lees meer over Kees Crone in Beroemde graven.
Nicolaas Beets
Utrecht - Soestbergen - gerestaureerd 2016
Het eerste, met steun van het fonds, gerestaureerde graf behoort toe aan de Nederlandse dichter en letterkundige Albert Verwey (1865 – 1937). Verwey was één van de Tachtigers en een zeer productieve dichter. Hij richtte samen met Willem Kloos en Frederik van Eeden in 1885 De Nieuwe Gids op en voerde later eigenhandig de redactie van het tijdschrift De Beweging, waarin hij poëtisch talent – onder wie Martinus Nijhoff en J.C. Bloem – de kans gaf te debuteren. Ook als letterkundige had hij grote invloed: van zijn Inleiding tot de nieuwe Nederlandsche dichtkunst 1880-1900 (1905) verschenen bij de Wereldbibliotheek van 1905 tot 1914 20.000 exemplaren. De Groningse Universiteit verleende hem in 1914 een eredoctoraat. Voor velen was Verwey een steun of een voorbeeld, hetzij door zijn poëzie, zijn helder oordeel, zijn kijk op de wereld, of door zijn persoonlijke zorg en trouw. In 1924 werd hij hoogleraar in Leiden. Twee jaar na zijn afscheidsrede stierf hij plotseling op 8 maart 1937, in Villa Nova, zijn huis op een duin in Noordwijk aan Zee, waar hij de laatste decennia van zijn leven met zijn vrouw en zeven kinderen had gewoond.
Lees meer over Nicolees Beets in Beroemde Graven
Herman de Man
Oudewater - RK begraafplaats - gerestaureerd 2019
Het eerste, met steun van het fonds, gerestaureerde graf behoort toe aan de Nederlandse dichter en letterkundige Albert Verwey (1865 – 1937). Verwey was één van de Tachtigers en een zeer productieve dichter. Hij richtte samen met Willem Kloos en Frederik van Eeden in 1885 De Nieuwe Gids op en voerde later eigenhandig de redactie van het tijdschrift De Beweging, waarin hij poëtisch talent – onder wie Martinus Nijhoff en J.C. Bloem – de kans gaf te debuteren. Ook als letterkundige had hij grote invloed: van zijn Inleiding tot de nieuwe Nederlandsche dichtkunst 1880-1900 (1905) verschenen bij de Wereldbibliotheek van 1905 tot 1914 20.000 exemplaren. De Groningse Universiteit verleende hem in 1914 een eredoctoraat. Voor velen was Verwey een steun of een voorbeeld, hetzij door zijn poëzie, zijn helder oordeel, zijn kijk op de wereld, of door zijn persoonlijke zorg en trouw. In 1924 werd hij hoogleraar in Leiden. Twee jaar na zijn afscheidsrede stierf hij plotseling op 8 maart 1937, in Villa Nova, zijn huis op een duin in Noordwijk aan Zee, waar hij de laatste decennia van zijn leven met zijn vrouw en zeven kinderen had gewoond.