Gepke Elzinga-De Vries
* 11-08-1879 – †28-04-1946
O STERVELING STA STIL
EN LUISTERT NAAR MIJN WOORDEN
VAN HAAR DIE TOT U SPREEKT
EN WEDEROM IS GEBOREN
HET EVANGELIE NAM IK AAN
GESTUURD VAN OVERZEE
HIJ WAS EEN DIENSTKNECHT
VAN ONZEN GOD
HIJ BRACHT DE WAARHEID MEE
IK VERSTOND DE WAARHEID
DIE HIJ BRACHT
IK MAAKTE EEN VERBOND MET GOD
IK LEEFDE HET EVANGELIE HIER
IK HAD LIEF STEEDS ZIJN GEBOD
Een bijzonder gedicht op het grafmonument voor Gepke Elzinga-De Vries. Het roept vragen op. Het graf van Gepke bevindt zich op het kerkhof van de voormalige hervormde kerk, nu in gebruik als aula, in het dorp Boelenslaan. Tot het midden van de negentiende eeuw was het een nederzetting op de “Feansterheide” van verspreid staande spitketen (heidehutten), bewoond door arme arbeiders.
De “Feansterheide”, een afgeveend gebied, hoorde bij Surhuisterveen. Langzamerhand ontwikkelde het zich tot een dorp met een hervormde kerk, gebouwd in 1851-1852, twee scholen, een hervormde kapel uit omstreeks 1900, nu nog in gebruik als kerk en het karakteristieke “Volksgebouw” uit de jaren dertig. De twee kerkgebouwen in dit kleine dorp markeerden duidelijk een richtingenstrijd binnen de Nederlandse Hervormde Kerk ter plaatse. Het “Volksgebouw” laat nog een andere strijd zien. Dat was de strijd tegen de armoe en de sociale ongelijkheid, voedingsbodem voor het socialisme, gepredikt door onder anderen Ferdinand Domela Nieuwenhuis en Pieter Jelles Troelstra. Toen het gebouw in 1965, na een grondige restauratie, op feestelijke wijze weer in gebruik werd genomen, voerden een aantal sprekers het woord ter felicitatie. Onder anderen was er een afgevaardigde van de Gereorganiseerde Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, bekend als Mormonen. Dit gegeven zou de sleutel kunnen zijn bij het oplossen van vragen rondom het grafdicht.
Niet het wederom-geboren-zijn werpt vragen op bij wie thuis is in de Bijbel en op het kerkelijk erf, men kent het immers als de verandering van de natuurlijke mens, de zondaar, een verandering die bewerkt wordt door de Heilige Geest. Bekend zijn de woorden van Jezus in zijn gesprek met Nicodemus (Johannes 3): ”Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet opnieuw geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God niet zien”.
Het zijn echter de volgende regels, vanaf Het evangelie nam ik aan, die vragen oproepen, maar die waarschijnlijk te beantwoorden zijn vanuit de aanwezigheid van de afgevaardigde van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste dagen. Er zullen aanhangers van dit kerkgenootschap zijn geweest in en om Boelenslaan, anders is de aanwezigheid van de afgevaardigde niet te verklaren. Aanhangers van dit kerkgenootschap werden en worden vanuit de Verenigde Staten, met name vanuit de staat Utah, waar zich in Salt Lake City de hoofdzetel bevindt, onder andere naar Europa gezonden. Bekend is, dat in 1861 voor het eerst twee zendelingen vanuit Salt Lake City werden uitgezonden, die specifiek in Nederland werkzaam zouden zijn: Anne Wiegers van der Woude en Paul August Schettler. Anne was in 1852 als eerste Nederlandse bekeerling in Wales gedoopt. Met zijn vrouw en drie kinderen emigreerde hij een jaar later naar Amerika. Kort na zijn aankomst in 1861, als zendeling in Nederland, bezocht hij zijn familie in Friesland om er de boodschap van het kerkgenootschap met hen te delen. Dit bezoek resulteerde in de eerste bekeerlingen van deze kerk in Nederland. In de jaren die volgden, werden steeds nieuwe zendelingen gestuurd en groeide de gemeenschap gestaag.
Zo zijn de regels Gestuurd van overzee. Hij was een dienstknecht van onzen God. Hij bracht de waarheid mee, te verklaren. Naast de Bijbel is er het Boek van Mormon, dat van de Leer en Verbonden (een verzameling eigentijdse, goddelijke openbaringen en geïnspireerde verklaringen aan hedendaagse profeten) én de Parel van grote Waarde, waaruit de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen haar heel eigen theologische waarheid heeft ontwikkeld. Is het die waarheid, die Gepke de Vries heeft verstaan? Het lijkt erop.
Deelde haar gezin die waarheid met haar? In de rouwadvertentie bij haar overlijden in 1946 luidt het: Haar overtuiging was dat zij opging in de hope des Eeuwigen Levens. Toch zwaar getroffen door dit verlies, berusten wij in haar geloof. Als het gezin die waarheid met haar zou hebben gedeeld, dan verwacht men eerder: onze overtuiging is, en zou men niet hebben gesproken van haar geloof, maar van ons geloof. We proeven een zekere afstandelijkheid.
Een bijzonder grafdicht, dat ineens een schakel is tussen een klein dorp in het Friese land en de hoofdstad van een Amerikaanse staat.