Als bloemen bij het graf
Gepke Elzinga-De Vries
* 11-08-1879 – †28-04-1946
O STERVELING STA STIL
EN LUISTERT NAAR MIJN WOORDEN
VAN HAAR DIE TOT U SPREEKT
EN WEDEROM IS GEBOREN
HET EVANGELIE NAM IK AAN
GESTUURD VAN OVERZEE
HIJ WAS EEN DIENSTKNECHT
VAN ONZEN GOD
HIJ BRACHT DE WAARHEID MEE
IK VERSTOND DE WAARHEID
DIE HIJ BRACHT
IK MAAKTE EEN VERBOND MET GOD
IK LEEFDE HET EVANGELIE HIER
IK HAD LIEF STEEDS ZIJN GEBOD
Een bijzonder gedicht op het grafmonument voor Gepke Elzinga-De Vries. Het roept vragen op. Het graf van Gepke bevindt zich op het kerkhof van de voormalige hervormde kerk, nu in gebruik als aula, in het dorp Boelenslaan. Tot het midden van de negentiende eeuw was het een nederzetting op de “Feansterheide” van verspreid staande spitketen (heidehutten), bewoond door arme arbeiders.
Hendrikje Brouwer
geb. 28 september 1900 – overl. 29 juni 1914
Zij moest in ’t bloeien van
haar leven,
Naar ’s Heeren wil, den
doodsnik geven.
Geen wereld kon, bij
’t smartlijkst lijden,
Haar van ’t geweld des
doods bevrijden.
Aaltien Houwing-Seubring
* 25 oktober 1818 - † 24 maart 1858
’T AANDOENLIJK UUR WAARIN IK
ZAG HET SCHEIDEN VAN MIJN ECHT,
DIE TROOST VOOR MIJ EN VAN HAAR
KROOST IS ONS OP AARD ONTZEGT.
HAAR GOEDE GEEST, DIE DAAR VOOR
PLEIT, IS HEDEN UITGEBLUST.
’T LIJK LIGT NU ONDER DEZE ZERK
IN ’T SOMBRE GRAF EN RUST,
TOTDAT DE GROOTE GOD
HAAR WEER OPWEKKEN ZAL
EN DAT DOOR ZIJNEN WENK
DOOR ’T LAATST BAZUINGESCHAL.
Jan Smilda
* 3 november 1923 – † 16-10-1944
Het blijft indrukwekkend, stil te staan bij een grafmonument dat herinnert aan de Tweede Wereldoorlog. Het raakt je, dat er een einde kwam aan een jong leven ten gevolge van de machtshonger van mensen, voor wie een mensenleven niet telde en die in hun weerzinwekkende gedachten en daden grote groepen mensen achter zich wisten te krijgen. Het is helaas van alle tijden.
Zeker, de Psalmdichter weet hoe het is:
De sterveling - zijn dagen zijn als het gras,
als een bloem op het veld, zo bloeit hij.
Wanneer de wind er over is gegaan, is hij niet meer
en zijn plaats kent hem niet meer. Psalm 103: 15,16
Geert Koops
∗ 2 november 1766 te Rolde - † 30 december 1828 te Grollo (voorm. gemeente Rolde)
De begraafplaats van Rolde bevindt zich achter de gothische Jacobuskerk. Een jacobsschelp, bij een restauratie gevonden op de plaats van het altaar, verklaart de naam van de kerk als gewijd aan Jacobus. Afkomstig van een pelgrim die op bedevaart het graf van Jacobus in Santiago de Compostella in Spanje had bezocht? De begraafplaats werd in 1829 in gebruik genomen, zoals we kunnen lezen op het monument dat het kruispunt markeert van de paden die de perken van elkaar scheiden.
Markus Roelfsema 25-08-1867 - 14-10-1881
Op de begraafplaats aan de Eswal in Vries liggen een drietal zerken van het gezin Roelfsema. De zerken, die een zekere welstand uitstralen, zijn rijkelijk voorzien van grafsymboliek en tekst. Met name de zerk van de zoon Markus is voorzien van een grafdicht. Binnen de ouroboros (slang die in zijn staart bijt) bevinden zich de naam, de data en de plaatsen van geboorte en overlijden. Aan de bovenzijde van de zerken van beide echtelieden zijn als grafsymboliek vlinders, een treurwilg, een zeis en een omgekeerde toorts aangebracht. Aan de bovenzijde van de zerk voor zoon Markus een molen. Aan de onderzijde van de zerken in een kader tekst.
Hendrik Willem Hoving Veith
11 juli 1823 – 9 oktober 1850
Hendrik Willem Hoving Veith werd geboren te Jemgum in Ostfriesland (Duitsland) en overleed op jonge leeftijd, 27 jaar, te Peize. Hij was enig kind van Frederik Veith en Maria Hoving. Tussen zijn vader en moeder ligt hij begraven op de begraafplaats aan de Oude Velddijk te Peize. De drie zerken zijn omgeven door een hekwerk, zoals we die vaker aantreffen op begraafplaatsen. De zerken zelf zijn fraai bewerkt en voorzien van een wapenschild. Omcirkeld door de slang, die in zijn staart bijt, de ouroboros, lezen we de namen, de jaartallen en de plaatsen van geboorte en overlijden. Symbolisch staat deze slang, door het periodiek afwerpen van de huid, voor de cirkelgang van dood en wedergeboorte. Het is geen typisch christelijk symbool en van oudere datum. Het christelijk getuigenis vinden we op de zerken in de teksten onder de personalia.
Heike Berends Wiersema, overleden in 1896 en Trijntje Ubbens, overleden in 1916
Op het kerkhof van de aan de heilige Nicolaas gewijde kerk van Oldenzijl treffen we een aantal zerken en een enkele stèle die voorzien zijn van grafpoëzie. Het dorp kent een eeuwenoude geschiedenis. Reeds in de elfde eeuw vestigden zich op de plek van het huidige dorp de eerste boeren op zogenaamde huiswierden. In de eerste helft van de dertiende eeuw verrees op de kerkwierde de romaanse Nicolaaskerk, een hoogtepunt van romaanse bouwkunst.
Hedzer Castelein 13-02-1889 - 29-08-1915
Het contrast kan niet groter zijn in Wergaa. Het urinoir aan de Wargaastervaart is voorzien van een zeventiende-eeuwse grafzerk als toegangspad. De oprichting in de vorige eeuw van deze stenen “krul”, zal op grond van die geplaatste grafzerk wel zijn geschied in opdracht van de kerkvoogdij voor het mannelijk deel van de kerkgangers met hoge nood. Niet het lot dat je zo’n zerk toewenst, al zijn er voorbeelden te over, die aantonen hoe weinig zorgvuldig men soms omging met funerair erfgoed.
Geertje Aebes Idsardi-Kennema, overleden 3 mei 1844, bijna 64 jaar oud.
Hoewel eeuwenlang de christelijke kerken bolwerken van mannen waren en soms nog zijn, waren het al in de aanvang vrouwen die een belangrijke plaats innamen. Men hoeft maar te denken aan Maria, de moeder van Jezus en Maria van Magdala (ook bekend als Maria Magdalena), één van de eerste getuigen van de opstanding van Christus.