Skip to main content

Kunst & Cultuur


Geschreven: 19 juli 2009
Aangepast: 10 maart 2024
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Kunst & Cultuur

 

* Alphen a/d Rijn 26 april 1900 - † Roden 14 december 1992

 

HOMO RES SACRA HOMINI

 

Prakke1Een oude saksische boerderij uit 1699, door toedoen van Prakke gerestaureerd en voorzien van de naam Prakkehof in het Drentse Meppen, middelpunt van Drents cultureel leven toen hij het met zijn vrouw bewoonde, én een toegangsweg naar een nieuwe wijk in Assen met de naam van het oude buurtschap Kloosterveen, die zijn naam draagt: Prof. Prakkeweg. Het zijn een paar van de vele herinneringen aan de man, aan wie Drenthe zeer veel dank verschuldigd is: Hendericus Johannes Prakke.


Geschreven: 19 juli 2009
Aangepast: 30 april 2018
Auteur: Leon Bok
Categorie: Kunst & Cultuur

 

* Rijnsaterwoude 6 november 1796 - † Leiden 11 december 1863

 

Zelf ligt hij er niet meer, maar de kapel die hij voor de begraafplaats ontwierp, staat er nog steeds. Theodorus Molkenboer was een architect die vooral bekend is geworden door de vele kerkgebouwen die hij ontwierp.


Geschreven: 19 juli 2009
Aangepast: 10 maart 2024
Auteur: René ten Dam
Categorie: Kunst & Cultuur

 {seog:disable}

* Deventer 10 oktober 1889 – † Amsterdam 30 december 1947

 

Graf Han van Meegeren in DeventerKunstschilder Han van Meegeren is vooral bekend geworden door zijn vervalsingen van schilderijen van Vermeer, in het bijzonder De maaltijd van Emmaüs, beter bekend alsDe Emmaüsgangers. In de oorlogsjaren verkocht hij het aan Herman Goering, na Hitler de belangrijkste man in Nazi-Duitsland. Het leverde hem na de oorlog veel bewondering op, maar ook een gevangenschap als gevolg waarvan hij in 1947 overleed.


Geschreven: 19 juli 2006
Aangepast: 16 april 2018
Auteur: Maaike Polman
Categorie: Kunst & Cultuur

 

* Amsterdam 2 februari 1898 - † Amsterdam 23 april 1965

Josefien Johanna de la Mar werd geboren als telg uit een roemrijke acteursfamilie. Zo stond 'Fientje' op haar veertiende al in het 'kermistheater' van haar vader. Grote bekendheid kreeg zij echter door haar rol in de operette Madorah in 1917. Fien speelde in haar beginjaren voornamelijk bij gezelschappen van haar vader, maar werd later ingelijfd bij het Rotterdamsch Hofstad Tooneel, waar zij met haar vader als Eliza in Pygmalion schitterde.


Geschreven: 18 juli 2009
Aangepast: 10 maart 2024
Auteur: Leon Bok
Categorie: Kunst & Cultuur

 

* Beetsterzwaag 9 juli 1837 - † Cannes 7 december 1900

 

Een vergeten reiziger

 

Lycklama_02Op het rooms-katholieke kerkhof van Wolvega staat een bijzonder kapelletje met vlak daarvoor een grote zerk. De zerk vormt de toegang voor de grafkelder van Jonkheer Tinco Martinus Lycklama à Nijeholt en zijn vrouw Julia Agatha Jacoba barones thoe Swartzenberg en Hohenlansberg (1845-1914). Beide waren afkomstig uit gegoede Friese adellijke kringen, maar bij Tinco Martinus speelden heel andere landen dan Friesland een grote rol tijdens zijn leven.


Geschreven: 18 juli 2009
Aangepast: 10 maart 2024
Auteur: Stan van Loon
Categorie: Kunst & Cultuur

 

* Moskou 6 maart 1914 – † Amsterdam 7 maart 1981

 

"Het verschil tussen zacht en nog zachter..."

 

KondrashinKirill Kondrashin werd in Moskou geboren op 6 maart 1914 uit een violisten-echtpaar. Op zesjarige leeftijd kreeg hij pianoles, maar muziek begon hem pas echt te interesseren op zijn 14de toen zijn belangstelling voor het orkest als ‘instrument’ was gewekt. Vanaf toen kreeg hij privéles van Nikolai Zhilyayev die een grote invloed op hem had. In 1931 werd hij toegelaten tot het Moskous Conservatorium en studeerde hij orkestdirectie bij Boris Khaikin. Nog voor zijn eindexamen was hij al benoemd als dirigent bij het Malyj Opera Theater van Leningrad. In 1943 werd hij benoemd tot dirigent van het Bolshoi Theater in Moskou en werd hij bevriend met Shostakovitch.

Tot ieders verbazing keerde hij in 1956 de Opera de rug toe omdat het dirigeren van opera’s volgens hem niet meer te verenigen was met de door hem ontwikkelde muzikale principes over wat muziek zou moeten zijn en hoe ze zou moeten worden uitgevoerd.

Op het eerste Internationale Tshaikovsky Concours in 1958 was hij de dirigent van de eerste prijswinnaar Van Cliburn met wie hij een tournee maakte door de Verenigde Staten. Hiermee werd hij de eerste Russische dirigent die Amerika bezocht sinds de Koude Oorlog en de eerste Sovjetkunstenaar die persoonlijk door president Eisenhouwer op het Witte Huis werd ontvangen.

Van 1960 tot 1975 was hij chef-dirigent van het Moskous Philharmonisch Orkest en leidde hij première van de zeer controversiële 13de (Babi Yar) symfonie van Shostakovitch waarin antisemitisme aan de kaak werd gesteld. In Europa en Amerika trad hij op met befaamde Russische musici zoals Rostopovich, Oistrakh en Sviatoslav Richter.

In 1978 vroeg hij tijdens een tournee in Nederland politiek asiel aan waarop het Sovjet regime onmiddellijk al zijn platen verbood. Hij werd vaste dirigent van het Amsterdams Concertgebouworkest.

De avond voor zijn dood viel hij nog in vanwege een zieke Klauss Tennstedt en dirigeerde hij de 1ste Symfonie van Mahler met het Norddeutscher Rundfunk. Hij overleed op 7 maart 1981 aan een hartinfarct en werd begraven op de begraafplaats Westerveld in Driehuis.

Kondrashin stond bekend als een dirigent van de oude stempel en als streng en geduldig leermeester met een enorme kennis van het orkestspel. Hij had een heel persoonlijke stijl die tot uiting kwam in de klank van het orkest. Orkestmusici roemden hem om zijn eisen ten aanzien van ‘pianissimo’ en ‘diminuendo’. Hij was ook een ‘dramatisch’ dirigent die het beeldend denken in de muziek toepaste en hij wist als geen ander zijn concrete beelden en gedachten op de musici over te brengen.

Ter nagedachtenis is in 1994 het Kondrashin Concours opgericht. Dit concours hoort tot ’s werelds zwaarste dirigentenconcoursen en wordt eens in de 5 jaar gehouden. (2008)

 

 


Geschreven: 18 juli 2005
Aangepast: 06 augustus 2018
Auteur: Pim de Bie
Categorie: Kunst & Cultuur

 

* Utrecht 12 juni 1930 - † Amsterdam 30 augustus 1991

 

koetsier1Johannes Koetsier moet een merkwaardig mens zijn geweest. En bovendien veelzijdig. Merkwaardig omdat hij o.a. advertenties in tijdschriften en kranten plaatste met een door hemzelf bedachte nietszeggende boodschap, een uit een boek overgenomen tekst of door op een paginagrote advertentie slechts één woord te plaatsen, bijvoorbeeld "ik". Hij wilde de lezer in verwarring brengen, met hem communiceren door een vraag te stellen. "Wat zal ik nou weer es voor jullie verzinnen?". Tussen 1969 en 1981 liet hij regelmatig teksten over kunst, over taal of over de media in kunsttijdschriften, week- en dagbladen opnemen. Ook liet hij boekjes verschijnen waarin hij een verzameling van zijn brieven, publicaties en interviews opnam. Sjablonen (1977), Idee (1980) en Kwaliteit enzovoort (1986) zijn daar voorbeelden van. Hij schreef brieven aan ministers, geestelijken en gemeentebesturen. De gemeente Nijmegen stelde hij voor zijn uit pistoolschoten en bomontploffingen bestaande geluidscompositie Explosies in het centrum van de stad uit te voeren (1979), hij wilde een van staal vervaardigde, grijnzende koningin met een automatisch bewegend handje voor een rijtoer inzetten, jaarlijks een koe begraven op een van de Amsterdamse begraafplaatsen of de berg Fuji een meter hoger of lager maken dan wel van een piramideachtige top voorzien. Ideeën die nooit werden uitgevoerd.

koetsier2

Veelzijdig omdat hij na aanvankelijk in de reclame werkzaam te zijn geweest zich later profileerde als kunstenaar. Hij schilderde, beeldhouwde, was fotograaf en ontwierp monumenten en gedenktekens, vaak zo absurd dat ze in de praktijk onuitvoer waren, hoewel dat laatste niet bij voorbaat het kenmerk van een kunstenaar hoeft te zijn. Voor de stad Schiedam had hij een groene, verlichte jeneverfles in gedachte. Een van zijn wel uitgevoerde projecten was een tweetal bij het vrachtcentrum van Schiphol geplaatste metershoge pijlvormen in de kleuren rood, wit en blauw die vrachtwagens al op grote afstand duidelijk maakten dat hier de ingang was (1986). Over zijn privé-leven is niet veel bekend. Hij werd geboren als zoon van de ongehuwde Maria Antoinette van Pieterson en bij de burgerlijke stand ingeschreven als Johannes van Pieterson. De familie Koetsier ontfermde zich over hem; later wijzigde hij zijn naam officieel in Koetsier (1942).

koetsier3In 1982 liet hij op de begraafplaats Zorgvlied in Amstelveen reeds zijn grafsteen plaatsen (graf C-1-158). Vrijwel het gehele oppervlak van de steen wordt ingenomen door een wiskundige formule die hij samen met de wiskundige H.P. Barendrecht had ontwikkeld en waarmee, zo stelde hij, niet alleen greep op de kunst is te verkrijgen maar deze ook valt te objectiveren.

De gemeente Amstelveen doorzag kennelijk zowel doel als inhoud van de formule want in 1991, vlak voor de dood van Koetsier, kocht zij de grafsteen als kunstwerk aan.

 

 


Geschreven: 18 juli 2009
Aangepast: 09 april 2018
Auteur: Pim de Bie
Categorie: Kunst & Cultuur

 

* Dordrecht 7 juni 1907 - † Laren 30 april 1995

 

Otto Boudewijn de Kat, geboren in Dordrecht, groeide op in een gegoede familie. Vader Otto Boudewijn de Kat, heer van Blijswijk (1875-1922), was in het bankwezen werkzaam, moeder Jacoba Maria Henriëtte Johanna van Leeuwen Boomkamp (1876-1967) kwam uit een welgestelde familie. Lang heeft Otto niet in Dordrecht gewoond, reeds in 1908 verhuisde de familie naar Haarlem.

ottobdekat2

In 1920 begon hij een opleiding bouwkunde, versierende kunsten en kunstambachten in Haarlem, in 1927 gevolgd door een tweejarige avondopleiding aan de Rijksacademie in Amsterdam. Het jaar 1928 bracht hem naar Parijs waar hij zich geheel aan de schilderkunst wijdde. Bij terugkomst meldde hij zich als lid van de vooruitstrevende kunstenaarsvereniging De Onafhankelijken en werd leerling van Henri Boot (1930).

Zijn huwelijk met de dichteres Johanna Maria Janetta (Hans) van Zijl werd op 24 april 1930 gesloten. Door zijn vrouw kwam hij in literaire kringen en raakte bevriend met de schrijvers Anton van Duinkerken en Albert Helman wiens portret hij in 1929 had geschilderd. De Kat werd in het literaire wereldje echter niet serieus genomen. De vriendschap met Helman sloeg om in een haatverhouding. Van 1936 tot 1940 bezocht hij de School der Schone Kunsten in Brussel waarna naar Overveen werd verhuisd waar hij 20 jaar woonde. Na de oorlog richtte De Kat samen met Kees Verwey de Hollandse Aquarellisten Kring op. In 1955 werd hij benoemd tot hoogleraar van de Rijksacademie in Amsterdam. Een functie die hij tot 1972 uitoefende. Ook werd hij voorzitter van de Amsterdamse kunstvereniging Arti et Amicitiae. In de periode 1951 - 1955 schreef hij vele kunstkritische recensies voor Het Vrije Volk en het Haarlems Dagblad.

Geheel onverwacht stierf z'n echtgenote Hans op 3 december 1963. Zelfmoord werd gesuggereerd, maar artsen vonden daar geen concrete aanwijzingen voor. In 1964 huwde hij de Deense Dora Dahl-Madsen en vestigde zich in Amsterdam. Hij bezat rond 1981 een huisje in Grand Pressigny (Frankrijk) waar hij een aantal zomers doorbracht. In 1987 verwisselde hij dit huisje voor een boerderijtje in Twisk. Fysieke omstandigheden noopten hem in Laren te gaan wonen (Haenwijck 1); eind 1994 ging hij naar het Rosa Spierhuis ter plaatse waar hij door een steeds afnemende gezondheid, 4 maanden later, op 30 april 1995 overleed. Hij werd begraven op de Algemene Begraafplaats in Laren (grafnummer O 49).

Op zijn vele reizen schilderde hij z'n impressies. In zijn werk zijn de invloeden van de 19e en 20ste eeuwse kunststromingen herkenbaar. Hij zocht inspiratie bij de Franse impressionisten, post-impressionisten en kubisten zoals Bonnard, Vuillard en de Nederlanders Verwey en Boot. Zijn omvangrijk oeuvre van landschappen, stadsgezichten, portretten, stillevens en interieurs wordt gekenmerkt door abstraheren (waarbij het onderwerp altijd herkenbaar blijft) en door het gebruik van zachte kleuren. Zijn werk straalt harmonie en stemming uit.

 

Literatuur

  • Dick van Broekhuizen e.a.: Otto B. de Kat-Leven en werk (2002)

 


Geschreven: 18 juli 2009
Aangepast: 10 maart 2024
Auteur: Leon Bok
Categorie: Kunst & Cultuur

 

* Bussum 12 oktober 1925 - † Hilversum 23 maart 1991

 

Fons Jansen werd geboren in Bussum op 12 oktober 1925. Hij kreeg de namen Alphonsus Paulus Johannes Maria mee. Die voornamen duiden al op zijn achtergrond, een rooms-katholieke familie. Volgens het Biografische Woordenboek was Fons Jansen het vierde kind van Alphonsus Maria Fredericus Jansen en Katharina Maria Geis. Andere bronnen spreken echter maar over drie kinderen en dat kan kloppen want twee kinderen stierven reeds op zeer jonge leeftijd. Hoe dan ook, zijn ouders waren beiden zeer muzikaal, zijn vader als cellist en zijn moeder als concertpianiste. Zijn vader verdiende het brood als solocellist bij het Concertgebouworkest. Na een meningsverschil met de bekende dirigent Mengelberg kon cellist Jansen vertrekken. Fons’ vader vond een baan bij een bank, waar hij de rest van zijn leven gewerkt heeft.


Geschreven: 16 juli 2009
Aangepast: 06 mei 2013
Auteur: René ten Dam
Categorie: Kunst & Cultuur

 

* Amsterdam 13 september 1939 - † Amsterdam 24 februari 1984

 

Frans Halsema werd in 1939 geboren aan de rand van de Amsterdamse Jordaan, als zoon van een katholieke reclametekenaar. In zijn jeugd was hij misdienaar en trad op in de door zijn vader geschreven revuetjes.
Tijdens zijn militaire dienstplicht kreeg hij een schrijversopleiding en ging hij 's avonds naar de cabaretschool van Bob Bouber in Amsterdam. Enkele jaren later leerde hij het vak bij het ABC-cabaret van Wim kan en Corry Vonk.
HalsemaGrote roem oogstte hij in de jaren zeventig. Hij maakte talloze televisieshows, maakte enkele theatershows met Gerard Cox en speelde twee seizoenen lang de rol van 'Frans' in de musical 'En nu naar Bed'. Het duet 'Vluchten kan niet meer' met Jenny Arean werd een klassieker. In 1977 kwam Halsema met zijn eerste one-manshow, 'Ik, ik en nog er 's ik'.


In 1983 wees hij een verzoek af om op het Boekenbal op te treden vanwege problemen met zijn stembanden. Februari 1984 overleed Frans Halsema aan keelkanker. Halsema ligt begraven op Zorgvlied. Zijn graf wordt afgebakend door kleine keien. Aan zijn hoofdeinde ligt een grote kei. (2001)