* Moskou 6 maart 1914 – † Amsterdam 7 maart 1981
"Het verschil tussen zacht en nog zachter..."
Kirill Kondrashin werd in Moskou geboren op 6 maart 1914 uit een violisten-echtpaar. Op zesjarige leeftijd kreeg hij pianoles, maar muziek begon hem pas echt te interesseren op zijn 14de toen zijn belangstelling voor het orkest als ‘instrument’ was gewekt. Vanaf toen kreeg hij privéles van Nikolai Zhilyayev die een grote invloed op hem had. In 1931 werd hij toegelaten tot het Moskous Conservatorium en studeerde hij orkestdirectie bij Boris Khaikin. Nog voor zijn eindexamen was hij al benoemd als dirigent bij het Malyj Opera Theater van Leningrad. In 1943 werd hij benoemd tot dirigent van het Bolshoi Theater in Moskou en werd hij bevriend met Shostakovitch.
Tot ieders verbazing keerde hij in 1956 de Opera de rug toe omdat het dirigeren van opera’s volgens hem niet meer te verenigen was met de door hem ontwikkelde muzikale principes over wat muziek zou moeten zijn en hoe ze zou moeten worden uitgevoerd.
Op het eerste Internationale Tshaikovsky Concours in 1958 was hij de dirigent van de eerste prijswinnaar Van Cliburn met wie hij een tournee maakte door de Verenigde Staten. Hiermee werd hij de eerste Russische dirigent die Amerika bezocht sinds de Koude Oorlog en de eerste Sovjetkunstenaar die persoonlijk door president Eisenhouwer op het Witte Huis werd ontvangen.
Van 1960 tot 1975 was hij chef-dirigent van het Moskous Philharmonisch Orkest en leidde hij première van de zeer controversiële 13de (Babi Yar) symfonie van Shostakovitch waarin antisemitisme aan de kaak werd gesteld. In Europa en Amerika trad hij op met befaamde Russische musici zoals Rostopovich, Oistrakh en Sviatoslav Richter.
In 1978 vroeg hij tijdens een tournee in Nederland politiek asiel aan waarop het Sovjet regime onmiddellijk al zijn platen verbood. Hij werd vaste dirigent van het Amsterdams Concertgebouworkest.
De avond voor zijn dood viel hij nog in vanwege een zieke Klauss Tennstedt en dirigeerde hij de 1ste Symfonie van Mahler met het Norddeutscher Rundfunk. Hij overleed op 7 maart 1981 aan een hartinfarct en werd begraven op de begraafplaats Westerveld in Driehuis.
Kondrashin stond bekend als een dirigent van de oude stempel en als streng en geduldig leermeester met een enorme kennis van het orkestspel. Hij had een heel persoonlijke stijl die tot uiting kwam in de klank van het orkest. Orkestmusici roemden hem om zijn eisen ten aanzien van ‘pianissimo’ en ‘diminuendo’. Hij was ook een ‘dramatisch’ dirigent die het beeldend denken in de muziek toepaste en hij wist als geen ander zijn concrete beelden en gedachten op de musici over te brengen.
Ter nagedachtenis is in 1994 het Kondrashin Concours opgericht. Dit concours hoort tot ’s werelds zwaarste dirigentenconcoursen en wordt eens in de 5 jaar gehouden. (2008)