Skip to main content

Nieuwsbrief


Geschreven: 09 oktober 2010
Aangepast: 16 juni 2020
Auteur: René ten Dam
Categorie: De dood in beeld

 

In 21 januari 1793 stierf de Franse koning Lodewijk XVI onder de guillotine. Zijn vrouw Marie-Antoinette onderging op 16 oktober van dat jaar hetzelfde lot. Het was het begin van de Terreur die een aanvang kreeg met de Franse Revolutie. In 1793 waren nog twee kinderen van het Franse koningskoppel in leven. De oudste, Marie-Thérèse, was jarenlang een gevangene van de revolutionairen totdat ze middels een gevangenenruil haar vrijheid zou krijgen. De jongste van de twee was Lodewijk Karel, na de dood van zijn oudere broertje de dauphin van Frankrijk, en de troonpretendent Lodewijk XVII. Hij zat met zijn oudere zusje opgesloten in de Temple, de vroegere Parijse zetel van de Tempelieren. De nieuwe machthebbers gaven de jongen, die door honderduizenden Fransen gezien werd als de nieuwe koning, een revolutionare opvoeding. Voor de revolutioneren was de jongen in de toekomst mogelijk een belangrijke pion. Echter kreeg Lodewijk Karel tuberculose en hij overleed op 8 juni 1795 in de Temple. Twee dagen later werd hij begraven op het naburige kerkhof Sainte-Marguerite. Tenminste...

Al tijdens zijn leven waren er geruchten dat de jongen uit het kasteel zou zijn ontsnapt en na zijn dood werden de geruchten alleen maar sterker. Tal van charlatans beweerden Lodewijk XVII te zijn, koning van Frankrijk. Eén van de bekenste was Karl Wilhelm Naundorff. In januari 1845 kwam Naundorff naar Nederland. Hij had op dat moment al een dubieuze carriere achter de rug. Hij kreeg een baan, maar overleed al in augustus 1845. Hij werd in Delft begraven op de toenmalige algemene begraafplaats Haagpoort. Op zijn graf de tekst 'Ici repose LOUIS XVII'...

 

Tot ver in de twintigste eeuw hebben nazaten van Naundorff geprocedeerd om erkend te worden door de voormalige Franse 'Het gerestaureerde Graf van Lodewijk XVII 1904'koninklijke familie, maar zonder succes. In 1950 werd de resten van Naundorff opgegraven en onderzocht. Echter zonder noemenswaardig resultaat. Wel werd een bot achtergehouden dat in de jaren '90 gebruikt zou worden bij een vergelijkend onderzoek. Naundorffs mt-DNA werd daarbij vergeleken met dat van zusters van Marie-Antoinette en met enkele nog levende afstammelingen in vrouwelijke lijn van Marie-Antoinettes moeder. In maart 1998 werden de resulaten bekendgemaakt en deze waren ondubbelzinnig: Naundorff was geen kind van Marie-Antoinette en Lodewijk XVI. Delft was een mythe armer. Het graf kan echter nog steeds bezocht worden. De begraafplaats is verdwenen, maar het graf bestaat nog, nu gelegen in het Kalverbos.

In 2000 werd het hart onderzocht dat na het overlijden van de jonge Lodewijk Karel door de sectie-arts werd meegesmokkeld. Onomstotelijk kwam vast te staan dat het hart van Lodewijk XVII was. Het werd in 2004 bijgezet in de Basilique de Saint-Denis.

 

 

 


Geschreven: 09 oktober 2010
Aangepast: 09 mei 2013
Auteur: Leon Bok
Categorie: Toegang tot de dood

 

Na lijkenhuisjes en urinoirs in deze rubriek geven we de komende tijd aandacht aan een ander belangrijk element op begraafplaatsen: hekken en dan met name toegangshekken.Een toegangshek is een opening in een afrastering die dient om een terrein af te scheiden van het naburige land. Zo’n hek heeft meestal de functie om dieren en personen weg te houden van een stuk grond. Dat kan om verschillende redenen, bijvoorbeeld om te voorkomen dat wilde dieren de oogst opeten. Voor het buitensluiten van derden en het reguleren van de toegang is een opening van groot belang.

Zogeheten 'Duivelsrooster' in DeldenOok op kerkhoven en begraafplaatsen speelden verschillende redenen om een toegangshek met aansluitend hek aan te leggen. Het omgeven van een kerkhof met een muur en de opening van een rooster of tourniquet had meerdere functies: men hield loslopend vee van het kerkhof, wat immers gewijde grond was. Tevens gaf men hiermee aan dat achter het hek een andere wereld betreden werd. In de middeleeuwen was dat vaak ook een vrijwereld omdat op de kerkelijke grond andere regels golden dan daarbuiten. Het rechtssysteem had vaak geen macht achter de muur van het kerkhof.

In de 19de eeuw werden begraafplaatsen buiten de bebouwde kom aangelegd en daar waren andere afrasteringen en dus ook andere toegangshekken nodig. Hagen of schuttingen dienden wel nog steeds van een toegangshek voorzien te worden. Hout was daarvoor een gemakkelijk materiaal, maar metaal –smeed- of gietijzer- bleek uiteindelijk duurzamer. Ook baksteen werd veelvuldig toegepast, maar dan om het toegangshek aan op te hangen. Bij veel hekken werd ook natuursteen toegepast, ook al was het alleen maar in de stopper in het midden om het hek vast te zetten. Na 1830, tegelijk met de aanleg van veel nieuwe begraafplaatsen, brachten ijzergieterijen voorbeeld- of modelboeken op de markt waarin ze hun producten toonden. Bestellen werd eenvoudig. Het fijnere smeedwerk zou door deze opmars van gietijzer bijna verdwijnen.

Veel houten hekken vinden we niet meer bij begraafplaatsen en ook veel oude ijzeren hekwerken zijn verdwenen of gestript van hun onderdelen. In de volgende nieuwsbrieven passeren uiteenlopende toegangshekken de revue zodat een indruk ontstaat wat er allemaal nog aan bijzondere (of minder bijzondere) exemplaren te vinden is op Nederlandse dodenakkers.

Meer informatie over Kerkhofs- en Duivelsroosters hier.

Geschreven: 18 augustus 2010
Aangepast: 16 juni 2020
Auteur: René ten Dam
Categorie: De dood in beeld

 

Het grafmonument voor de familie Scholten is beeldbepalend voor de Zuiderbegraafplaats in Groningen. Het is dan ook één van de grootste grafmonumenten in Nederland. Weliswaar niet zo groot als de toren bovenop het graf van de familie Nellestein in de bossen van Leersum, maar op begraafplaatsen in Nederland is het Scholtenmonument misschien wel ongeëvenaard. Als het aan Willem Albert Scholten had gelegen was het grafmonument nog veel monumentaler van formaat geweest. Nu beslaat het slechts 27 grafplaatsen, waar Scholten er eerder 45 in gedachte had...

Groningen, Zuiderkerkhof (Collectie René ten Dam)Op deze prentbriefkaart met poststempel van 1903 van de Zuiderbegraafplaats, hier Zuiderkerkhof geheten, is het Scholtenmonument ook duidelijk zichtbaar. Wat verder opvalt is het ietwat rommelige uiterlijk van de begraafplaats. Het gras is niet strak gemaaid als hedentendage, maar lijkt weelderig rond de grafmonumenten te woekeren.

Een hedendaagse blik op de begraafplaats leert overigens dat, op het gras na, het beeld van de begraafplaats ruim 100 jaar later, niet eens zo heel van anders lijkt. Wil men de geschiedenis van Groningen leren kennen, dan biedt de Zuiderbegraafplaats een fraai funerair overzicht.

 

Meer informatie over W.A. Scholten en het grafmonument hier.


Geschreven: 16 augustus 2010
Aangepast: 22 juni 2013
Auteur: Leon Bok
Categorie: De lucht is niet te harden

 

Urinoir te HitzumIn deze aflevering van ‘Pisbakken en kakdozen’ besteden we nog één keer aandacht aan toiletgelegenheden op begraafplaatsen of kerkhoven. De in de afgelopen afleveringen behandelde toiletgebouwtjes, pisbakken of urinoirs vormen een uitstervend fenomeen. Hoewel de behoefte aan een gelegenheid voor de kleine of grote beurt onverminderd aanwezig blijft, verdwijnen ze vaak geruisloos. Hygiëne, stank of andere overlast zijn goede redenen, maar jammer is het wel. Nog één keer een wat vreemd aandoend urinoir in Hitzum bij Franeker.