Skip to main content

Beroemde Graven


Geschreven: 13 juli 2002
Aangepast: 23 december 2020
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Maatschappij

 

* Slochteren 1849 - † Oudemolen 25 januari 1931

 

CroneGeboren te Slochteren, stond G.F. Crone als 14-jarige kwekeling al voor de klas in dezelfde school waar hij zelf het lager onderwijs had genoten. In 1868 behaalde hij de akte voor onderwijzer, in 1874 gevolgd door de hoofdakte. Te Taarlo (Dr.) werd hij in 1878 onderwijzer aan de lagere school. Deze school werd later herbouwd in Oudemolen (1880). Crone zou hier blijven tot zijn pensionering in 1916. Van betekenis zou Crone worden door zijn vele buiten-schoolse activiteiten. Met name op het gebied van landbouw en veeteelt: voorlichting, cursussen, medewerking aan de oprichting van een landbouw-coõperatie, een provinciale coõperatie van plaatselijke zuivelfabriekjes, medewerking aan de oprichting van een lokaal Veefonds en een Paardenfonds. Daarnaast was hij bestuurslid van de Boerenleenbank van Vries. Actief zette hij zich in voor de totstandkoming van verharde wegen in de omgeving van Oudemolen. Daartoe zocht hij te voet het provinciale bestuur te Assen op. Eveneens te voet reisde hij de dorpen en gehuchten af om mensen (boeren) voor zijn plannen te winnen. De bevolking wist hij te overtuigen van het nut, plaatselijke commissies werden door hem ingesteld, plannen werkte hij uit en niet onbelangrijk: hij zamelde ook het geld in dat nodig was.

Zo kon in 1920 de basaltweg Gasteren-Oudemolen-Zeegse-Vries-Zuidlaren worden geopend en op dezelfde dag de Crone-bank worden onthuld als dank voor zijn activiteiten. Aan hem herinnert nog de Cronehoeve en een straatnaam. Crone-bank2Na zijn overlijden op 25-1-1931 werd onder leiding van de toenmalige commissaris van de Koningin mr. J.T. Linthorst-Homan, een grote vriend van Crone, geld ingezameld voor een grafmonument. De onthulling geschiedde op 4 juni 1931 onder zeer grote belangstelling . De Koningin vereerde hem in 1914 al met een ridderorde en minister Posthuma kwam in 1920 over uit Den Haag om de Crone-bank te onthullen.

K. ter Laan, de eerste sociaal-democratische burgemeester (Zaandam) van ons land, schrijft hoe hij nog onderwijs kreeg van Crone, toen die onderwijzer was te Slochteren voor twee klassen van 100 kinderen in de leeftijd van 5 en 6 jaar: "Hij regeerde zonder stok; beter meester heb ik nooit gehad."

Crone ligt begraven op de Zuiderbegraafplaats te Assen.

 

Literatuur

  • Nieuwe Groninger Encyclopedie; REGIO-Projekt Uitgevers, Groningen (1999)
  • Groningen Gids voor cultuur en landschap; Bedum (1994)
  • Geschiedenis van Slochteren, K. ter Laan; Groningen (1962)
  • krantenartikelen Nieuwsblad van het Noorden/ Dagblad van het Noorden

 

 


Geschreven: 12 juli 2002
Aangepast: 26 december 2020
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Politiek

 

* Heveskes 17 januari 1875 - † Delfzijl 10 februari 1937

 

Buiskool is begonnen als predikant van de hervormde gemeenten Anloo, Holwerd, Dronrijp en Riet en Boer, waarna hij in 1919 burgemeester werd van Vlagtwedde, om die gemeente in 1922 te verruilen voor de gemeente Delfzijl. In die tijd heerste er een grote werkeloosheid. En als Buiskool ergens een hekel aan had, dan was het wel dat mensen voor hun levensonderhoud hun hand moesten ophouden: oneervol, demoraliserend en mensonterend.


Geschreven: 12 juli 2002
Aangepast: 23 december 2020
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Maatschappij

 

* Appingedam, 21 juni 1875 - † Appingedam, 22 november 1954

 

Ooit was Appingedam, stadje van de hangende keukens boven het Damsterdiep, het middelpunt van Fivelingo, havenstad van betekenis, centrum van binnen- en buitenlandse handel. Stad ook van kerken en kloosters; namen van straten en bruggen houden de herinnering levend. Delfzijl en met name de stad Groningen overvleugelden langzaam maar zeker deze oude stad. Het oud-christelijke symbool van de pelikaan wier jongen haar tot bloedens toe in de borst pikken, wapen van de stad, lijkt van toepassing op het oude Appingedam en de jongere plaatsen Groningen en Delfzijl. Maar het begin van de 20e eeuw werd een tijd van nieuwe bloei voor de stad: cultureel en industrieel. Industrieën schoten als paddestoelen uit de grond: steenfabrieken, zuivelfabriek, gasfabriek, strokartonfabrieken, vlasfabriek, trailerfabriek, confectiefabriek, en niet op de laatste plaats de Bronsmotorenfabriek, met name in de scheepvaartwereld een begrip.


Geschreven: 12 juli 2002
Aangepast: 23 december 2020
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Maatschappij

 

* Wagenborgen 20 januari 1865 - † Appingedam 9 februari 1954

 

Ooit was Appingedam, stadje van de hangende keukens boven het Damsterdiep, het middelpunt van Fivelingo, havenstad van betekenis, centrum van binnen- en buitenlandse handel. Stad ook van kerken en kloosters; namen van straten en bruggen houden de herinnering levend. Delfzijl en met name de stad Groningen overvleugelden langzaam maar zeker deze oude stad. Het oud-christelijke symbool van de pelikaan wier jongen haar tot bloedens toe in de borst pikken, wapen van de stad, lijkt van toepassing op het oude Appingedam en de jongere plaatsen Groningen en Delfzijl. Maar het begin van de 20e eeuw werd een tijd van nieuwe bloei voor de stad: cultureel en industrieel. Industrieën schoten als paddestoelen uit de grond: steenfabrieken, zuivelfabriek, gasfabriek, strokartonfabrieken, vlasfabriek, trailerfabriek, confectiefabriek, en niet op de laatste plaats de Bronsmotorenfabriek, met name in de scheepvaartwereld een begrip. 

Jan Brons

JanBrons

Geboren te Wagenborgen, leerde Jan Brons bij zijn vader timmeren en metselen. Op 17- jarige leeftijd ontwierp Jan Brons de nieuwe kerk en toren van Wagenborgen in Waterstaatsstijl. Naar dat ontwerp werd de kerk ook gebouwd. Maar grotere belangstelling had hij voor het ontwerpen en bouwen van landbouwmachines. Samen met zijn vader, die weliswaar van origine timmerman-aannemer was, dreef hij een dorsmachinefabriek in Wagenborgen.De petroleummotor wekte zijn belangstelling. En al tegen het eind van de 19e eeuw verkocht hij door hem ontworpen vergassermotoren. Daarna volgden experimenten met het dieselsysteem, resulterend in de ontwikkeling van de ruw-oliemotor, waarbij het inspuitingsmechanisme werd vervangen door het verstuiverbakje, en de Bronsmotor was geboren. In 1906 volgde in Appingedam de oprichting van de Bronsmotorenfabriek. Bronsmotoren treffen we o.a. aan in kustvaarders, binnenschepen en gemalen.

In 1908 werd Jan Brons ridder in de orde van Oranje Nassau, in 1947 volgde de bevordering tot officier in diezelfde orde. In 1954 overleed hij en werd begraven op Rusthof in Appingedam.

 

Literatuur

  • 'Uit de geschiedenis van Appingedam', J. Dik; Van Gorcum, Assen (1956)
  • 'Nieuwe Groninger Encyclopedie'; REGIO-Projekt Uitg, Groningen (1999)
  • 'Op het Erf der Vaderen', H. Doornbos en G. de Fijter; Drukkerij de Vries, Delfzijl (1983)