* Appingedam, 21 juni 1875 - † Appingedam, 22 november 1954
Ooit was Appingedam, stadje van de hangende keukens boven het Damsterdiep, het middelpunt van Fivelingo, havenstad van betekenis, centrum van binnen- en buitenlandse handel. Stad ook van kerken en kloosters; namen van straten en bruggen houden de herinnering levend. Delfzijl en met name de stad Groningen overvleugelden langzaam maar zeker deze oude stad. Het oud-christelijke symbool van de pelikaan wier jongen haar tot bloedens toe in de borst pikken, wapen van de stad, lijkt van toepassing op het oude Appingedam en de jongere plaatsen Groningen en Delfzijl. Maar het begin van de 20e eeuw werd een tijd van nieuwe bloei voor de stad: cultureel en industrieel. Industrieën schoten als paddestoelen uit de grond: steenfabrieken, zuivelfabriek, gasfabriek, strokartonfabrieken, vlasfabriek, trailerfabriek, confectiefabriek, en niet op de laatste plaats de Bronsmotorenfabriek, met name in de scheepvaartwereld een begrip.
Mr. Arent Tonko Vos
Mr. A. T. Vos was advocaat en procureur in zijn geboorteplaats Appingedam, daarnaast was hij 40 jaar lid van de gemeenteraad, 20 jaar wethouder, vele malen waarnemend burgemeester. Hij zat in het bestuur van voor Appingedam belangrijke ondernemingen. Een grote liefde voor de letterkunde leverde tal van werkzaamheden en werken op. Dit bleek al heel jong. Na de Franse School in Appingedam bezocht bij de R.H.B.S. in de Groningen. Al snel werd hij voorzitter van de schoolvereniging Demosthenes en als student van de genootschappen Discendo discimus en Bragi. Hij werkte mee aan de Studentenalmanak en bij het lustrum van 1899 vulde zijn Avont van Sanc ende Rhetorijke de Groninger Schouwburg. In 1901 werd zijn revue Prikkebeen, met muziek van de kapelmeester Eli Culp, in de Stadsschouwburg opgevoerd.
In 1901 vestigde Mr. Vos zich als advokaat in zijn geboorteplaats. Maar ook letterkundig bleef hij bezig: 1913. Openluchtspel te Appingedam ter Herdenking van de 100e jarige onafhankelijk-heid; 1918. "Saskia", libretto voor een oorspronkelijk-Nederlandse opera, bekroond in een door de Groene Amsterdammer uitgeschreven prijsvraag; 1922. "Van d'eigen grond", herdenkingsspel 250 jarig ontzet van Groningen, geschreven in opdracht der Gemeente Groningen; 1924. "'s Levens Bruiloftsfeest", openluchtspel, geschreven in opdracht van het Gron. Stud. Corps "Vindicat atque Polit"; 1928. "De Borg", openluchtspel, geschreven in opdracht van de Groninger Maatschappij van Landbouw; 1937. "'t Is feest in Hollands Tuin", Feest-spel geschreven ter gelegenheid van het huwelijk van Prinses Juliana en Prins Bernhard; 1945. Na de Bevrijding werden te Appingedam opgevoerd de openluchtspelen "Salve Regina" en "Als de Vreugde roept".
Maar toen men in 1918 een voorzitter zocht voor de pas opgerichte Algemene Vereniging Groningen, (Grunneger Genootschop), was het Mr. Vos die de voorzittershamer ging hanteren. Onder zijn voortreffelijke leiding traden sprekers op over de rijkdom van dat dialekt, over de volksoverleveringen en over dialekt-toneel. In 1930 legde hij dat voorzittersschap neer. Toch bleef hij, naast zijn drukke advocatenpraktijk, ruimte geven aan wat hij belangrijk achtte voor de gemeenschap van Appingedam. Zo werkte hij mee aan de oprichting van de Appingedammer Brons-motorenfabriek, waarvan hij vanaf de oprichting Commissaris en later President-commissaris werd.
Hij gaf zijn medewerking aan de oprichting van de N.V. Damster-Automaatschappij, waarvan hij vanaf de oprichting president-commissaris was. Exploitant van één van de eerste autobuslijnen in het land. Als president-commissaris van de Nutsspaarbank bracht hij in 1911 de Openbare Leeszaal tot stand, die zich kon meten met leeszalen van grote steden elders in het land. Mr. A. T. Vos was van de oprichting af voorzitter. Hij ijverde voor de stichting van de Rijks H.B.S. te Appingedam, die hij tot bloei heeft zien komen. Hij was ook de man die mogelijk maakte dat de Middeleeuwse Nicolaï-kerk in zijn oude luister werd hersteld naar de plannen van de bouwmeester Wittop Koning. En hij gaf aanzet tot de totstandkoming van het Gewestelijk Museum en de Noordelijke Kunsthof.
Mr A. T. Vos overleed in 1954 en werd begraven tegenover Jan Brons, die in 1954 overleed, op Rusthof te Appingedam.
Literatuur
- 'Uit de geschiedenis van Appingedam', J. Dik; Van Gorcum, Assen (1956)
- 'Nieuwe Groninger Encyclopedie'; REGIO-Projekt Uitg, Groningen (1999)
- 'Op het Erf der Vaderen', H. Doornbos en G. de Fijter; Drukkerij de Vries, Delfzijl (1983)
- 'Jaarboek v.d.Maatschappij van Ned.Letterkunde'; Universiteit van Leiden (1955 - 1956)