Beroemde Graven
* Haarlem 3 april 1860 – † Bussum 16 juni 1932
Frederik van Eeden studeerde medicijnen in Amsterdam en opende in 1887 een kliniek voor de behandeling van lichamelijke klachten door middel van hypnotische suggestie. Hij wordt beschouwd als één van de eerste psychiaters in Nederland.
In 1885 richtte Van Eeden met onder meer Willem Kloos en Albert Verwey het tijdschrift 'De Nieuwe Gids' op. Hierin verscheen in de eerste jaargang 'De kleine Johannes'. De literaire beweging die met 'De Nieuwe Gids' zou ontstaan - De Tachtigers - had grote invloed op de Nederlandse literatuur. In eigen land was Van Eeden niet bijzonder populair, in het buitenland daarentegen was hij de bekendste schrijver van zijn generatie. Enkele latere werken van Van Eeden zijn 'Van de koele meren des doods' (1900) en 'Pauls ontwaken' (1913).
Vanaf het begin had Van Eeden grote sympathie voor de sociale beweging in Nederland. In 1898 stichtte hij de kolonie Walden in Bussum, naar een idee van Henri Thoreau, auteur van 'Walden or Life in the Woods', een dagboek van een natuurkolonie. Het experiment liep na enkele jaren op een mislukking uit. In 1921 zou Van Eeden zich bekeren tot het katholicisme.
In de laatste jaren van zijn leven ging Van Eeden steeds meer gebukt onder een zwakke gezondheid. De laatste maanden van zijn leven herkende hij vrijwel niemand meer. Op 16 juni 1932 overleed hij aan de gevolgen van een bronchitis. Enkele dagen later werd hij onder massale belangstelling begraven op de Oude RK Begraafplaats in Bussum.
De vertaling van de tekst op zijn steen luidt: 'Geef hem, Heer, de eeuwige rust, en moge het eeuwige licht hem verlichten'.
Literatuur
- 'Waar ligt Poot?', Heesen, Jansen, Schilders; Baarn, 1997
- 'Letterkundig Kontakt', Orneé, Wijngaards; Zutphen, 1971
- 'Tweespalt. Het leven van Frederik van Eeden tot 1901.', Fontijn; Amsterdam, 1990
* Den Haag 3 juli 1900 – † Amsterdam 4 februari 1968
Gerard den Brabander is het pseudoniem van Jan Gerardus Jofriet. Dichter en mede-oprichter van het internationale tijdschrift Centaur. Zijn werk kenmerkt zich door cynisme, sarcasme en pessismisme. In latere jaren maakt dit plaats voor mildere melancholie en levensaanvaarding. Naast zijn eigen poezie verscheen er ook vertaalwerk van o.a. Shakespeare, Heine en Ibsen van zijn hand.
In februari 1968 verbleef Den Brabander in de Jellinekkliniek voor alcohoholisch verslaafden in Amsterdam. In een poging om te zien of de avondkrant al in de bus was gevallen, viel hij van de trap en raakte ernstig gewond. De volgende dag overleed hij aan zijn verwondingen.
Op zijn grafsteen het volgende gedicht:
En nu terwijl de straat geen einde heeft,
en tussen stenen de muziek herleeft,
staat onder een lantaarn de oude dichter
en zingt zijn lied... En het wordt licht en lichter.
* Groningen 19 februari 1847 - † Groningen 22 juni 1902
P. R. Bos werd opgeleid aan de Rijkskweekschool voor onderwijzers in Groningen. Na het behalen van akten M.O. Nederlands en Aardrijkskunde werd Bos leraar aan de HBS te Warffum, later te Groningen.
Bos was de auteur van aardrijkskundeschoolboeken, uitgegeven bij de Fa. Wolters. Grootste bekendheid echter kreeg hij met als samensteller van de naar hem vernoemde Grote Bosatlas, die voor het eerst verscheen in 1877. Het familiegraf van P.R. Bos ligt op de Noorderbegraafplaats te Groningen.