Skip to main content

Beroemde Graven


Geschreven: 21 juli 2009
Aangepast: 10 maart 2024
Auteur: Leon Bok
Categorie: Kunst & Cultuur

 

* Maastricht 20 oktober 1843 - † Den Haag 21 maart 1916

 

Familiegraf_De_StuersVoluit heet hij jonkheer meester Victor Eugène Louis de Stuers. Hij werd geboren in Maastricht op 20 oktober 1843 en wordt wel gezien als de oprichter van de monumentenzorg in Nederland.
De Stuers groeide op in een gezin waar levendige belangstelling voor kunst bestond. Hij bezocht het Atheneum te Maastricht en kreeg daarnaast tekenles van Alexander Schaepkens, die door zijn topografische schilderijen van Maastrichts wallen en stadspoorten naam had gekregen. In 1861 ging hij rechten studeren in Leiden. Daarnaast hield hij zich intensief bezig met kunstgeschiedenis en oudheidkunde. Hier legde hij de eerste contacten met hooggeplaatste personen, zoals de directeur van het Rijksmuseum van Oudheden. Al snel liet De Stuers van zich horen. In een artikel, dat in 1867 verscheen, hekelde hij de lauwe houding van de commissie, die over Maastrichts stadswallen moest waken.
In 1869 sloot De Stuers zijn rechtenstudie af. In zijn dissertatie over De verhouding der volksvertegenwoordigers tot hunne kiezers, bepleitte hij in enkele stellingen bevordering van kunstonderwijs door de overheid en de beoefening der schone kunsten ter ontwikkeling 'van de goede zeden en veredeling van het volk'. Verder wilde hij dat de staat een inventarisatie van kunstvoorwerpen zou opstellen alsmede een classificatie van enkele door de staat te verzorgen historische monumenten.


Geschreven: 21 juli 2009
Aangepast: 02 juni 2018
Auteur: Pim de Bie
Categorie: Kunst & Cultuur

 

* Den Haag 7 november 1891 - † Amsterdam 8 juli 1967

 

spier_portret75Al op jeugdige leeftijd had Rosa Spier belangstelling voor muziek. Het duurde niet lang voordat duidelijk werd dat ze een buitengewone aanleg had waarna ze op het Koninklijk Conservatorium in Den Haag harp ging studeren. Haar leraren vonden haar prestaties zo uitzonderlijk dat ze reeds in 1905, 13 jaar oud, het podium op mocht. Na voltooiing van haar studie kreeg ze les van Otto Müller, soloharpist bij de Berliner Philharmoniker. Afwisselend was ze in dienst van orkesten of trad op als soliste. Ze was als soloharpiste o.a. verbonden aan het Residentie Orkest, het Concertgebouworkest (1932-1946) en het Radio Philharmonisch Orkest (1946-1953). Daarnaast gaf ze les aan de conservatoria van Amsterdam, Den Haag en Rotterdam en aan het Amsterdams Muzieklyceum. Phia Berkhout was haar bekendste leerling. Op haar vele voordrachten op jeugd-en schoolconcerten vertelde ze over muziek in het algemeen en de harp in het bijzonder. Ook componeerde ze harpmuziek. Haar spel is op vele, nog altijd verkrijgbare opnamen te beluisteren.

spier2Tot op hoge leeftijd bleef Rosa Spier concerten geven hoewel haar lichamelijke gesteldheid haar dat steeds moeilijker maakte. Met deze achtergrond ontwikkelde ze de gedachte om een woongemeenschap voor oudere kunstenaars in het leven te roepen waar de bewoners door spier1contacten met andere kunstenaars met meer energie en geïnspireerder zouden kunnen blijven werken. Op 22 februari 1963 werd de Rosa Spier Stichting opgericht. Door de energieke inzet van haar vriendin Henriëtte Polak werd medewerking en financiële steun verkregen. Op 11 oktober 1969 werd het Rosa Spier Huis in Laren door mevrouw Polak en de minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk, mevrouw dr. Marga Klompé officieel geopend.

Helaas heeft Rosa Spier dit niet meer mogen meemaken. Zij was op 8 juli 1967 gestorven. Ze is begraven op de begraafplaats Westerveld in Driehuis, graf QQ 86. (2006)

 

Bron

  • Documentaire Rosa Spier - Een leven voor een harp (1998)

 

Grafcoördinaten

  • N 52.26.782 E4.37.712

 

 


Geschreven: 21 juli 2009
Aangepast: 02 juni 2018
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Politiek

 

* Assen 25 mei 1852 - † Assen, 9 mei 1935

 

Henderika Alberdina van Riel-Smeenge

* Assen 1879 - † Assen 1958

 

Smeenge-van RielMr. Harm Smeenge (1852-1935) genoot bij de Drenten, die hem de erenaam "Oeze Haarm" hadden gegeven, veel aanzien en vertrouwen. Na zijn lagere schooltijd volgde hij onderwijs aan het Asser gymnasium. In Groningen rondde hij de studie Rechten af met een promotie in 1877. Een juridische loopbaan volgde: griffier van het kantongerecht te Meppel van 1879 tot 1890, kantonrechter te Hoogeveen van 1890 tot 1900 en griffier van het Gerechtshof te Amsterdam van 1900 tot 1929. Intussen was hij ook als liberaal politiek actief, eerst als lid van de Tweede Kamer van 1886 tot 1888 voor het kiesdistrict Assen en van 1888 tot 1918 voor het kiesdistrict Meppel, later als door de Drentse Staten gekozen lid van de Eerste Kamer van 1920- 1935. Voor een van de kiesdistricten van Amsterdam was hij van 1907 tot 1914 lid van de Provinciale Staten. In vele besturen had Smeenge zitting, waarbij vooral het onderwijs hem ter harte ging, met name het ambachtsonderwijs. Activiteiten ontplooide hij ook in de belangenorganisaties in de scheepvaart getuige zijn voorzitterschap van de schippersvereniging "Schuttevaer". Smeenge was geen staatsman, maar een praktisch ingesteld liberaal bestuurder. Vanwege zijn grote verdiensten vielen hem twee koninklijke onderscheidingen ten deel: ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en grootofficier in de Orde van Oranje-Nassau. Veelzeggender zijn misschien nog wel de vele gebouwen, straten en fondsen, die zijn naam dragen.

 

Henderika Alberdina van Riel-Smeenge

Voor twee zaken heeft Henderika Alberdina van Riel-Smeenge (1879-1958) zich actief en energiek ingezet: het onderwijs en de vrouwenemancipatie. Lidmaatschap van een politieke partij, in haar geval de Liberale Staatspartij, en functioneren in verschillende bestuurlijke functies waren voor haar vanzelfsprekende zaken. Haar strijdbaarheid en politieke belangstelling zal zij ongetwijfeld hebben "geërfd" van haar vader mr. Harm Smeenge. Van haar plannen rechten te gaan studeren kwam het niet, het werd een opleiding tot onderwijzeres en ze trouwde een directeur van het post- en telegraafkantoor: Willem Hendrik van Riel, die ze volgde, eerst naar Hoofddorp en later naar Emmen. In Emmen werd ze in 1917 arrondissementsschoolopziener, maar moest deze baan in 1924 opgeven, omdat een gehuwde vrouw geen openbare ambten mocht vervullen volgens de wet. In 1926 werd deze maatregel weer ingetrokken en werd zij inspectrice van het Lager Onderwijs in Borger. In Emmen was ze ook lid van de gemeenteraad en kon ze haar bijdrage leveren aan verbetering van de levenscondities in het Drentse veengebied. Tien jaar later werd ze onderwijsinspectrice in Assen, onderbroken door de Tweede Wereldoorlog. Ze wenste geen gevolg te geven aan Duitse voorschriften. Haar activiteiten in besturen van locale en landelijke vrouwenverenigingen hebben veel betekend voor de emancipatie van de vrouwen. Nadrukkelijk bepleitte zij een goede opleiding voor meisjes en leverde zo haar bijdrage in de stichting van landbouwhuishoudscholen. In 1958 overleed ze en werd begraven bij haar in 1932 overleden echtgenoot en naast haar vader. (2004)

 

Literatuur

  • H. Gras e.a., Geschiedenis van Assen (2000)
  • Dr. J. Heringa e.a., Geschiedenis van Drenthe (1985)
  • Petra Brooman, Krüderige Wieven, Drentse vrouwen in de 20e eeuw (Zutphen, 1991)
  • Encyclopedie van Drenthe (2003)
  • Het Asser Historisch Tijdschrift
  • Biografisch Woordenboek van Nederland

 

 


Geschreven: 21 juli 2009
Aangepast: 22 december 2020
Auteur: Marten Mulder
Categorie: Algemeen

 

* Finsterwolde 26 mei 1898 - † Finsterwolde 29 mei 1929

 

Siemens2Finsterwolde, een dorp in het Groninger Oldambt. Het haalde een aantal malen landelijk de pers. Tegenstellingen tussen boeren en landarbeiders Siemens4leidden regelmatig (1889-1893, 1929, 1949-1953) tot een aantal confrontaties. Lage lonen, lange werkdagen en slechte huisvesting waren de basis van ongenoegen en leidden tot verzet bij de arbeiders. In 1929 brak er een landarbeidersstaking uit, die weliswaar niet door de arbeiders werd gewonnen, maar wel een martelaar opleverde.

Siemens5Er vonden schermutselingen plaats tussen de Marechaussee en betogende stakers. Schermutselingen, die werden gadegeslagen door de dorpelingen. Terwijl de 31-jarige Eltjo Siemens, groenteventer van beroep, tegen de deurpost van de tabakswinkel van Glazenburg, staat toe te kijken, wordt hij getroffen door een verdwaalde kogel en bezwijkt aan de opgelopen verwondingen.
Siemens6Een feitelijke buitenstaander wordt symbool van de strijd van de arbeiders.

De betrokkenen hebben de dood van Siemens anders beoordeeld. Op de begraafplaats van Finsterwolde werd een monument opgericht, met daarop vermelding van het gebeuren. "Terwijl wij streden met zijn allen/ voor iets meer gezinsgeluk/ en daarbij hielden voet bij stuk/ is hij door dood'lijk schot gevallen". (2002)

 

Literatuur

  • Groningen Gids voor cultuur en landschap; Bedum (1994)
  • Nieuwe Groninger Encyclopedie; Groningen (1999)
  • Frank Westerman: De graanrepubliek; Amsterdam-Antwerpen (1999 4e druk)