Beroemde Graven
* Istanboel, 31 augustus 1919 – † Purmerend, 26 november 1987
Indonesië is voor altijd verbonden met Nederland, zo leert de geschiedenis. Is het niet vanwege de oplaaiende discussie over de datum van oprichting van de republiek Indonesië, dan is het wel over personen die ooit een rol speelden in Nederlands Indië. Die personen variëren van Jan Pietersz Coen tot Van Heutsz of Westerling. Die laatste spreekt wellicht het meest tot de verbeelding omdat zijn daden nog wat dichterbij staan in de tijd.
Westerlings vroegste jaren
De wieg van Westerling stond niet in Nederland maar in de wijk Pera in Istanbul. Hij werd daar geboren op 31 augustus 1919. Het was een woelige tijd in Istanbul, maar Westerling kreeg daar als kind weinig van mee. Zijn vaders familie woonde al drie generaties in Istanbul en het gezin maakte deel uit van de grote Griekse gemeenschap in de stad. Vader Paul Rou Westerling was handelaar in antiek en curiosa en zijn moeder Sophie Moutzatzou was van Griekse afkomst. Westerling bezocht een Franstalige kostschool van de Jezuïeten alwaar hij goed Frans leerde spreken. Naast het Frans sprak Westerling vloeiend Grieks en Turks. De Nederlandse taal was hij daarentegen nauwelijks machtig.
* Den Haag 23 december 1819 – † Amsterdam 26 december 1889
Jan Jacob Lodewijk ten Kate was theoloog, dichter en vertaler. Hij stond vanaf 1860 op de kansel in de Nieuwe kerk te Amsterdam. Velen zullen Ten Kate kennen van de spotrijmpjes die onder andere Frederik van Eden schreef:
Zing op! zing op! Ten Kate
(Gij kunt het toch niet laten)
Al wat gij zingt is Poëzie!
Op 22 september 2010 werd met enig ceremonieel zijn grafsteen opnieuw onthuld. In de jaren tachtig van de vorige eeuw verdween de grafsteen van Ten Kate van begraafplaats De Nieuwe Ooster in Amsterdam, maar hij is nu weer terug.
* Rotterdam 24 mei, 1807 - † Den Haag 4 november 1893
Wie de lijst van werken van de hand van dominee Cornelis Elisa van Koetsveld ziet, kan zich nauwelijks voorstellen, dat deze ontstaan is in wat hijzelf noemt “snipperuren”. Zijn hoofdtaak, die van predikant, mocht niet lijden onder zijn behoefte om te schrijven, zo vond hij. Overigens leverde hij juist in zijn geschriften een geweldige bijdrage aan kerk en theologie en bewees daarmee herder én leraar te zijn.
* Burum 18 september 1926 - † Kollum 5 december 2007
Foekje Dillema was de derde dochter in een gezin van 8 kinderen. Ze groeide op in eenvoud; bij de arbeiderswoning van de familie Dillema werd het water nog uit de pomp gehaald. Ze had belangstelling voor sport en was lid van V & K Kollum. Daar werd haar aangeraden aan atletiek te gaan doen waarop ze lid werd van Leeuwardense atletiekvereniging Vitesse.
In mei 1948 won ze buiten mededinging haar eerste wedstrijd in het dorp Buitenpost. Haar sprintsnelheid was opvallend. Op 13 juni 1948 was haar officiële atletiekdebuut. Ze liep de 100 m in de series in 12.8 sec. en in de finale in 13 sec. Een maand later finishte ze al in 11.9 waarmee ze een serieuze bedreiging vormde voor de toen zeer populaire Fanny Blankers-Koen die het record in haar bezit had met 11.7. Foekjes internationale doorbraak volgt in augustus 1949 tijdens de atletiekwedstrijd Engeland-Nederland-Frankrijk in Londen. Ze wint de 100 zowel als de 200 m ten koste van de grote favoriete Sylvia Cheeseman. De Britse toeschouwers zijn verbaasd, zó verbaasd dat zij Foekje na deze dubbelslag de eretitel "Athlete of the Match" toekenden. Fanny Blankers-Koen, die in 1948 4 gouden medailles op de Olympische Spelen had gewonnen was afwezig, zij wenste niet tegen een verklede vent te lopen zoals ze het uitdrukte. Frits Abrahams beschrijft in het NRC-Handelsblad van 28 januari 2004 hoe de harde, egocentrische Fanny Blankers met de Friese atlete omging. In zijn biografie van Fanny merkt Kees Kooman op dat ze bij haar collega's niet erg geliefd was, ongeduldig, afstandelijk, egoïstisch. Ze kon absoluut niet tegen kritiek of haar verlies.
Op 18 juni 1950 liep Foekje voor een vol Olympisch Stadion in Amsterdam de 200 m in 24.1 waarmee ze het nationale record van Fanny Blankers verbeterde. Fanny was in het stadion aanwezig maar vermeed wederom een directe confrontatie door niet tegen haar te lopen maar uit te komen op de 100 m. Ontegenzeggelijk had Foekje een wat zwaardere stem en was stevig gebouwd. Omdat Fanny en haar echtgenoot/coach Jan Blankers maar moeilijk konden verteren dat er een snellere atlete was opgestaan zinden zij op maatregelen om Foekje buiten spel te zetten. Het NOC*NSF schrijft hierover dat Blankers het bestuur van de KNAU wist te bewegen dat Foekje een seksetest moest ondergaan. Voor de vorm werden nog enkele atletes aan die test onderworpen waaronder een loopster die notabene net moeder was geworden. Als gevolg van een dubieuze seksetest in het Westeinde ziekenhuis in Den Haag werd Foekje door de Atletiekbond op 13 juli 1950 voor het leven geschorst en haar record uit de boeken geschrapt. Op het station van Utrecht waar het nationale team zou vertrekken voor een wedstrijd in en tegen Frankrijk werd ze door Jan Blankers en twee KNAU-bestuursleden, Piet Korver en Jo Moerman, plompverloren van de schorsing in kennis gesteld en naar Burum teruggestuurd. Nooit is haar de gelegenheid geboden om zich te verweren.
Haar leven werd een tragedie, twee jaar lang was ze voor de buitenwereld onbereikbaar. Bij tijd en wijle zat ze diep in de put en leidde een eenzaam leven. Ze heeft er nooit meer over willen praten. In haar laatste levensjaren leed zij dermate aan ouderdomssuiker dat binnen niet al te lange tijd een van haar benen zou moeten worden afgezet. Ze overleed in het woon- en zorgcentrum Meckama State in Kollum. Het NOC*NSF merkt in haar overlijdensbericht op dat Foekjes echte fout was dat zij sneller liep dan Fanny Blankers-Koen.
Ze werd op zaterdag 8 december 2007 begraven op de begraafplaats van haar geboortedorp Burum, graf XI-1. Daar rust ze naast haar zuster en ouders.
Na Foekje's overlijden stelde de familie door Foekje gedragen kleding ter beschikking aan prof. Anton Grootegoed van het Erasmus Medisch Centrum. Uit zijn DNA-onderzoek bleek dat Foekje zogenaamd "mozaïek" was, maar dat haar extra Y-chromosomen onvoldoende zijn om haar als man te kwalificeren. Prof. Grootegoed is ervan overtuigd dat Dillema een vrouw was.
Enige tijd na de begrafenis, waar de KNAU schitterde door afwezigheid, verleende de Atletiekunie Foekje eerherstel en werd het door haar gelopen Nederlandse record op de 200 m op de ranglijst aller tijden teruggeplaatst, waarmee Foekje postuum is gerehabiliteerd als vrouw. Aan de familie werd excuses aangeboden voor de onterende seksetest en schorsing.
Grafcoördinaten
- N 53.16.496 E 006.13.518
Literatuur
- Kees Kooman: Een koningin met mannenbenen (2003)
- Max Dohle: Het verwoeste leven van Foekje Dillema. De grootste tragedie uit de Nederlandse sportgeschiedenis (2008)