Begraafplaatsen
* Zwolle 10 november 1789 – † Joure 17 juli 1872
Op nagenoeg alle begraafplaatsen, waar dan ook, vindt je de eenvoudige grafmonumenten van gewone mensen met bijzondere verhalen. Het gaat meestal om onopvallende grafmonumenten waardoor de verhalen ook verborgen blijven. Dan zijn er ook grafmonumenten met teksten, symbolen of tekens die wel vragen opwerpen. Zoals op Westermeer, de gemeentelijke begraafplaats van Joure, waar een eenvoudige zerk ligt met daarop drie medailles afgebeeld.
Centraal in de Zeeuwse vesting Terneuzen stond een kleine hervormde kerk met daarvoor een kerkhof. Terneuzen kent als stad een lange geschiedenis die vergelijkbaar is met de steden Biervliet en Axel. In 1325 werd ‘Neuzen’ of ‘Nose’ voor het eerst genoemd. In 1339 werd er de kerk gebouwd waar de meeste inwoners een laatste rustplaats vonden. In de Tachtigjarige oorlog zou het belang van Terneuzen aanzienlijk toenemen.
Het Drentse Grolloo kent een lange geschiedenis, maar bleef altijd klein en bescheiden. Kerkelijk viel het dorp onder Rolde. Pas in 1853 kwam in Grolloo een zelfstandige hervormde gemeente tot stand. Daarop werd meteen aangevangen met de bouw van een kerk en pastorie. Het initiatief en de geldelijke bijdragen kwamen van de 47 hervormde gezinnen die Grolloo en Schoonloo indertijd telde. De eerste dienst werd gehouden op 8 januari 1854.
De terreinen waarop psychiatrische instellingen gevestigd waren, veranderden vanaf het laatste kwart van de vorige eeuw ingrijpend. Het werden zorgparken, soms in combinatie met particuliere woningbouw, of werden totaal verlaten. Hiermee verdwenen ook de daarop gelegen begraafplaatsen. Ze werden geruimd of verpauperden tot desolate dodenakkers. Met het verdwijnen van zulke begraafplaatsen verdwijnt ook de herinnering aan mensen die er in het verborgene leefden en daarmee cultuurhistorisch erfgoed.
De stad Wageningen kent een lange en bewogen geschiedenis. Daarvan getuigen onder meer de vele archeologische vondsten die in de omgeving zijn gedaan. Ter hoogte van de huidige Diedenweg zijn tegen de helling van de stuwwal diverse grafvelden gevonden, met daarin graven daterend vanaf enkele eeuwen voor Christus tot in de negende eeuw. Wat nu de stad Wageningen is, is eigenlijk de tweede nederzetting met die naam. De eerdere nederzetting, gunstig gelegen op de flank van de stuwwal langs de Rijn, werd in de middeleeuwen verwoest en verlaten.
Even ten noorden van het Zeeuwse dorp IJzendijke ligt de boerderij Schorersgraf. Een bijzondere naam voor een ruim honderd jaar oude boerderij. De naam van de boerderij verwijst naar het graf van Willem Schorer, die in 1800 op de zuidelijke punt van de Pietersdijk, 100 meter ten oosten van de boerderij, zijn laatste rustplaats vond. Schorer was jurist en grootgrondbezitter. En verzette zich bovendien tegen de praktijk van het begraven in kerken.
Na de Reformatie restte de katholieken in Den Haag alleen nog een graf in een door protestanten gedomineerde kerk of begraafplaats. Deze ontwijdde omgeving deed de katholieke tradities geen goed en vele katholieken zochten daartoe een uitweg. In eerste instantie bood het kerkhof bij de kapel van Eik en Duinen een oplossing, maar die was voor de gegoede burgerij. Arme katholieken vonden vanaf 1715 veelal een laatste rustplaats op het Noorderkerkhof. Vanaf 1830 kon de katholieke gemeenschap in Den Haag eindelijk weer beschikken over een eigen begraafplaats.
In de gemeente Nijmegen bevinden zich 22 begraafplaatsen, waarvan vier gemeentelijk. De begraafplaatsen weerspiegelen het funeraire landschap van Nederland in de afgelopen twee eeuwen. Er zijn begraafplaatsen met een hervormde signatuur, een grote oorlogsbegraafplaats (Jonkerbos) en ook een grote joodse begraafplaats. Er is zelfs een gemeentelijke begraafplaats die steeds meer een islamitische signatuur krijgt. Maar wat het meest zichtbaar is in Nijmegen zijn de begraafplaatsen met een katholieke signatuur. Vijf begraafplaatsen behoren tot een klooster, maar er werden ook begraafplaatsen aangelegd door de verschillende Nijmeegse parochies. Eén katholieke begraafplaats valt echter het meest op en dat is de begraafplaats aan de Daalseweg.
Aan de oude gemeentelijke begraafplaats van Rockanje is in de loop der tijd een naam gegeven zoals die in Nederland niet vaak voorkomt: Maria Rust. De begraafplaats heeft die naam niet altijd gehad, want bij de aanleg was het gewoon een algemene begraafplaats, zoals er in die tijd talloze werden aangelegd. De huidige naam heeft wel een interessante ontstaansgeschiedenis. Net als veel andere gemeenten moest ook Rockanje rond 1829 op zoek naar een geschikte locatie voor een nieuwe begraafplaats. Tot dan werden de doden in Rockanje begraven bij en in de kleine kerk die in de veertiende eeuw onder aan de dijk was gebouwd.
Niet ver van de verkeersdrukte van de Van Brienenoordbrug is de Joodse begraafplaats aan het Toepad in de Rotterdamse wijk Kralingen een oase van rust. Aan twee kanten ingeklemd tussen volkstuintjes en zelf rijkelijk begroeid met dennenbomen, berken en kastanjes verlaat je hier de chaotische stedelijke omgeving. Je stapt in de rijke en verdrietige geschiedenis van de Joodse gemeenschap in Rotterdam. Verweerde grafmonumenten van honderd jaar en ouder vertellen over de opkomst en voorspoed van de Joden in de stad. Op grafstenen weergegeven plaatsnamen, zoals Auschwitz en Sobibor, confronteren de bezoeker met de bijna-vernietiging van de Joden in de stad. De ruim twee voetbalvelden grote begraafplaats is niet druk bezocht en het merendeel van de graven ligt er vergeten bij. Voor de geïnteresseerde in funerair erfgoed en de Holocaust is er echter ontzettend veel om bij stil te staan.