Nieuwsbrief
Ondanks dat de stad Utrecht enkele fraaie begraafplaatsen heeft, zijn er maar relatief weinig prentbriefkaarten van Utrechtse dodenakkers in omloop. Op deze kaart met poststempel 30 december 1901 is de oude ingang van de roomskatholieke begraafplaats Sint Barbara nog te zien. Op de achtergrond de neo-gotische kapel, volgens ontwerp van Alfred Tepe. Tegenwoordig ligt de ingang van de begraafplaats aan de Prinsesselaan. Helaas, want daardoor is deze fraaie zichtlijn zo goed als verdwenen.
De begraafplaats bij de Berekuil stamt uit 1875 en is niet de eerste Utrechtse katholieke begraafplaats. Al rond 1820 werden de katholieke doden begraven op het kerkhof van de statie Buiten Wittevrouwen. Toen in 1830 de algemene begraafplaats Soestbergen werd geopend, ontstond een situatie dat katholieken die werden begraven op hun eigen kerkhof ook grafrechten moesten betalen voor de algemene begraafplaats. Dat duurde maar liefst tot 1856.
Toen in 1861 het bestuur het kerkhof wilde uitbreiden, bleek er onvoldoende ruimte te zijn, aangezien het kerkhof intussen was omringd door woningen. Een verhuizing naar een nieuwe locatie was de enige oplossing om ruimte te bieden aan de Utrechtse katholieken om hun doden te begraven en ruim 10 jaar later werd Sint Barbara aan de Biltstraat in gebruik genomen. De oude begraafplaats werd in 1900 gesloten en vervolgens geruimd.
In de provincie Utrecht komen relatief veel verlaten of vergeten begraafplaatsen voor. Ze zijn nog herkenbaar aan hun vorm, vaak begroeid met veel opschot, maar zonder functie.
In het Limburgse Valkenburg is een bijzondere begraafplaats te vinden in een mergelgroeve. Bijzonder omdat de begraafplaats niet echt is. Deze toeristische attractie is een nauwgezette kopie van enkele delen van de catacomben van het oude Rome, waar in de derde en vierde eeuw christenen werden begraven in onderaardse begraafplaatsen.
Het idee van een kopie in de Limburgse mergelgroeven ontstond in het begin van de twintigste eeuw en was een initiatief van de Tilburgse textielbaronnen Diepen. In de gangen van een mergelgroeve onder het landgoed van de Diepens werden in 1908 de eerste stappen gezet. In juli 1910 werd het eerste deel al geopend. In dit deel waren delen van de catacomben opgenomen van onder meer Petrus. Twee jaar later, in juli 1912, wordt het tweede deel van het project afgerond. In nauwelijks twee jaar tijd waren delen van veertien Romeinse catacomben nauwkeurig nagemaakt in een complex van onderaardse mergelgangen, kamers en kapellen.