Skip to main content

Nieuwsbrief


Geschreven: 16 juni 2017
Aangepast: 16 juni 2020
Auteur: René ten Dam
Categorie: De dood in beeld

 

Kloosterkerkhof BergeijkOp nevenstaande prentbriefkaart uit 1907 het toenmalige kloosterkerkhof nabij de Eerselsedijk van de zusters Ursulinen in Bergeijk. Het kerkhof werd door de zusters in 1885 aangelegd, maar de kapel stamt uit 1906. In het heiligdom een piëta, een beeld van Maria met de overleden Jezus. 

Nadat de zusters het klooster in 1939 verlieten, werd uiteindelijk ook het kerkhof geruimd. De kapel bleef staan, maar verpauperde. In 1983 werd het voor het eerst gerestaureerd.

In 2008 werd een haag en hekwerk geplaatst rondom het voormalige kerkhof en werd ook de kapel weer opgeknapt. De zusters zijn verdwenen, maar de voormalige kerkhofkapel staat er nog steeds.


Geschreven: 16 februari 2014
Aangepast: 16 februari 2014
Auteur: Ada Wille
Categorie: Bomen op begraafplaatsen

 

De Taxus of Venijnboom, is onze enige inlandse conifeer.

Taxus of VenijnboomIn de symboliek staat de taxus voor de verbinding tussen leven en dood, eeuwigheid en onvergankelijkheid, onsterfelijkheid, verrijzenis in een ander leven, droefheid, rouw en hoop op een leven na de dood. De taxus is samen met de cipres dé dodenboom. In de oudheid was de taxus heilig en werden taxustakjes rond de overledene in de grond gestoken of meegedragen bij de begrafenis. In de Griekse mythologie is de taxus een boom van de onderwereld, de weg er naar toe liep tussen twee taxussen door. Voor Galliërs was de taxus symbool voor droefheid en verdriet. Men droeg taxuskronen bij begrafenissen.

Dat hij zo onlosmakelijk met onze begraafplaatsen is verbonden, is te danken aan de Duitse filosoof Hirschfeld. In zijn ‘Theorie der Gartenkunst’ (1785) rekent hij begraafplaatsen tot de “melancholische tuinen’. Hij geeft zelfs aan dat ze ingericht moeten worden met ‘welriekende planten en bomen die zo opgesteld zijn dat ze voor een melancholische sfeer zorgen. Om zo plaatsen van stille overpeinzing te worden zonder enig afschrikwekkend voorkomen.” Beplanting met donker blad zou vooral de stemmigheid van de plek benadrukken en vooral naaldbomen pasten hier goed bij, aangevuld met ‘klein heesters die stil meetreurend over de grafsteen hangen’.

In Engeland gaat het verhaal dat men de (giftige) Taxus vooral op en rond het kerkhof plantte om het vee weg te houden dat daar maar al te graag door boeren geweid werd vanwege het gras.

In de jaren vijftig van de vorige eeuw waarschuwde de auteurs J. Romein en L. Torn juist voor de toepassing van bepaalde naaldhoutsoorten op de begraafplaats:’In het bijzonder zijn Taxus e.d. in staat sfeer op de begraafplaats te bepalen. Vooral wanneer ze op de kleinere terreinen worden toegepast, hebben deze statige en op zichzelf sierlijke gewassen een bijna huiveringwekkende werking.’ Maar misschien waren dat nou juist de rillingen die Hirschfeld bedoelde met zijn melancholische sfeer…

De Taxus is desondanks een sterke conifeer, doet het goed in de schaduw van grote bomen en verdraagt drastische snoei tot op het hout. Bijzonderheid is dat begraafplaatsen grootleveranciers zijn van taxussnoeisel waaruit het medicijn Taxol wordt gemaakt tegen borstkanker.


Geschreven: 15 december 2013
Aangepast: 15 december 2013
Auteur: Ada Wille
Categorie: Bomen op begraafplaatsen
 
De beuk is – naast de taxus (eigenlijk een struik)  - misschien wel de meest voorkomende boom op onze begraafplaatsen.
 
De Latijnse naam is Fagus sylvatica . Fagus is afgeleid van het Griekse phago dat ‘eten' betekent. De beukennootjes zijn voor mens en dier eetbaar. Rauw zijn ze voor de mens echter giftig, dus je moet ze roosteren. ‘Silvatica ’betekent ‘van het bos’.
Hij kan ruim 40 meter hoog worden en is makkelijk herkenbaar aan zijn gladde, ietwat grijzige stam. De knoppen zijn ook makkelijk te herkennen aan de langwerpige spitse vorm. De boom leeft in symbiose met een schimmel bij zijn wortels. (Bij het planten van een beuk wordt dan ook altijd aanbevolen wat van deze schimmels in de vorm van beukenbladaarde toe te voegen.)
Hij wordt aangeplant als haag of boom, en als boom zijn er verschillende vormen: hoogstam, zuilvorm, treurvorm.
 
Veel rode beuken zijn geënt en op de entvergroeiing met de onderstam ontstaat de kenmerkende verdikking of 'olifantsvoet'.
Met als special de Rode beuk, ook vaak in treurvorm. In de 18de eeuw al erg populair omdat het een statussymbool was: je hoorde er als landgoedeigenaar of villabewoner pas echt bij als er een  rode beuk in je tuin stond. Dus werd hij ook  aangeplant in de tijd dat onze parkbegraafplaatsen werden aangelegd. En dan vaak op die plekken waar de wat duurdere klassen graven lagen.
De treurbeuk - naast de treurberk - is ook veel toegepast. Op monumentale leeftijd strekken de takken zich als een kathedraal uit en omarmen het grafmonument waar het in veel gevallen is bij geplant als grafbeplanting. Zo kregen op begraafplaats Crooswijk in Rotterdam veel graven van de grote reders een treurbeuk achter het graf geplant.
Beuken kunnen 200-300 jaar oud worden. Op Crooswijk staat een rode beuk van voor 1832 toen Crooswijk nog een buitenplaats was. Een bordje bij de boom vertelt bezoekers dit bijzondere verhaal. En de boom is onderdeel van de bomenwandeling die is uitgezet op de begraafplaats.
De dikste beuk van Nederland staat op de begraafplaats Meipoorthal in Doesburg.
 
De zgn. ‘boomboeketten’ zijn ook interessant: om snel effect te bereiken en een grote kroon werden meerder exemplaren in 1 plantgat of dicht bij elkaar geplant. Sommige dikke beuken worden ervan verdacht oorspronkelijk uit meerdere exemplaren te bestaan.
Beuken zijn erg gevoelig voor plotselinge droogte door bijv. graafwerkzaamheden (ruimingen!) in de wortelzone. Plotselinge blootstelling aan de zon geeft schorsbrand.
Feit is dat veel monumentale beuken aangetast zijn door zwammen en dus binnen afzienbare tijd zullen verdwijnen. Ter vervanging zouden er nu al nieuwe exemplaren geplant kunnen worden.
In onze taal heeft de beuk ook een plekje: ‘De beuk erin’: er hard tegenaan gaan.
 
Loopt u bij onweer op een begraafplaats let dan op waar u gaat schuilen.Een tip van de Duitsers bij onweer: 'beuchen soll mann seuchen, eichen soll mann weichen”, oftewel: onder een beuk kan je schuilen bij onweer, een eik moet je vermijden- die zou de bliksem juist aantrekken…
 

Kijk voor de mooiste monumentale beuken ook eens op: www.monumentaltrees.com

 


Geschreven: 15 december 2013
Aangepast: 15 december 2013
Auteur: Ada Wille
Categorie: Bomen op begraafplaatsen
 
Het is fascinerend om te zien dat de mensheid en bomen al eeuwenlang een bijzondere relatie hebben. Bij gebeurtenissen als geboorte, dood, jubilea en dergelijke  zijn bomen bij uitstek het levende monument dat als “eikpunt” wordt gebruikt om dat moment te markeren. Ook in veel religies spelen bomen een symbolische rol. In de eerste plaats vaak als verbinding tussen hemel en aarde en de onderwereld, maar ook vaak als woonplaats van de goden. Sinds mensenheugenis is de eik in veel culturen een symbolische boom. De eik staat onder meer symbool voor onvergankelijkheid, bescherming, eeuwig leven, onsterfelijkheid, levenskracht, vruchtbaarheid, onverzettelijke kracht, standvastigheid, wijsheid, liefde en veiligheid. Eikenloof wordt vaak gebruikt om te wijzen op onsterfelijkheid en het eeuwige leven. Dit komt alles door het onverwoestbaar geachte hout van de eik. Overwinnaars kregen vroeger als teken van roem en onvergankelijke eer een krans van eikenblad.
 
Op de gemeentelijke begraafplaats van Den Burg op Texel staat wel een heel bijzondere eik: een metalen levensboom in de vorm van een stomp van een eik, gemaakt van brons, met enkele nieuwe blaadjes aan jonge twijgjes. De ‘boom’ heeft een flinke klap gehad, is op sterven na dood maar vindt toch de kracht om opnieuw uit te lopen. Rondom zijn in reliëf afbeeldingen van oorlog en vrede opgenomen, waaronder een vastgebonden vrouwenfiguur met twee opgestoken zwaarden in haar handen met daartussen de tekst:
 
 “Aan onze omgekomen Nederlandse broeders en zusters, USSR Georgië”.
 
Het kunstwerk herinnert aan de opstand van de Georgiërs in de laatste dagen van de Tweede Wereldoorlog. Begin april 1945 kwamen achthonderd Georgiërs, veelal door de Duitsers krijgsgevangen genomen Sovjet-soldaten die in dienst van de Wehrmacht waren getreden, in opstand tegen de Duitsers. Die voerden echter massaal troepen aan en slechts 228 Georgiërs overleefden de opstand. Aan Duitse zijde vielen meer dan vierhonderd slachtoffers en ook onder de Texelse burgerbevolking vielen meer dan honderd doden. Op 4 mei 1975 werd bij de ingang van de begraafplaats in Den Burg het kunstwerk onthuld. Het was een geschenk van de overlevenden aan de bevolking van Texel voor hun moed. Het ontwerp is van Georgi Otchiauri, Tia Draparidze en Zurab Sakvarelidze.