Skip to main content

Beroemde Graven


Geschreven: 16 juli 2009
Aangepast: 17 december 2019
Auteur: Bart FM Droog
Categorie: Letteren

 

* Hoevelaken 14 februari 1809 - † Groningen 18 maart 1889

Jan Jacob Antonie Goeverneur werd op 14 februari 1798 geboren als zoon van een predikant in Hoevelaken. In 1825 begon hij een studie theologie in Groningen. Tijdens de studie werd hij ruim een jaar geveld door ziekte. Van 1830 tot 1833 was hij vrijwilliger in de 3de Dvisie van generaal Meijer en maakte de Tiendaagse Veldtocht ten Belgie mee. Na gedurende twee jaar rechten en letteren te hebben gestudeerd in Leiden, vestigde Goeverneur zich definitief in Groningen.

Meest bekende werken van Goeverneur zijn 'Reizen en avonturen van Mijnheer Prikkebeen', dat hij baseerde op Rodolphe Topher's 'Monsieur Cryptograme' en het gedicht 'Mop en Mopje':

Toen onze mop een mopje was,
Was 't aardig hem te zien;
Nu bromt hij alle dagen
En bijt nog buitendien.

Goeverneur'Je bent een recht bedorven dier!
Eerst at jé, wat ik bood;
Nu wil je lekkre beetjes
En lust niet eens meer brood.'

De mop zie hierop tot de knaap:
'Hoe dwaas praat gij daar toch!
Hadt gij mij niet bedorven,
'k Was een lief mopje nog.'

Goeverneur schreef vaak uitdrukkelijk voor kinderen, waarbij de gebruikelijke moraal en braafheid plaats maakte voor spanning en humor.

Goeverneur ligt begraven op de Zuiderbegraafplaats aan de Hereweg in Groningen.

 

 

 

 

 


Geschreven: 16 juli 2009
Aangepast: 11 december 2013
Auteur: Pim de Bie
Categorie: Kunst & Cultuur

 

* 's Gravenhage 28 april 1913 - † Amsterdam 13 mei 1984

 

geesink_portret_anpAl in zijn jonge jaren blijkt Johan Louis Geesink aanleg te hebben voor tekenen. Na korte carrières op kantoren en op een vrachtschip begint hij samen met zijn broer een bedrijfje voor het ontwerpen en maken van gevelborden en bioscoopaffiches. Het bedrijfje floreert, wordt een bedrijf en als in 1935 opdracht wordt gekregen voor het maken van borden voor de revue Zoek de zon op met de in die tijd bekende revue-artist Lou Bandy volgen weldra meer grote opdrachten. Borden, decors en kleding voor revues.
Bij het uitbreken van de oorlog trekt Geesink zich terug in de kelder van een Amsterdams grachtenhuis waar hij experimenteert met het maken van poppen en deze laat optreden in films. Binnen de kortste keren heeft hij 15 mensen in dienst en als in 1942 Marten Toonder, geestelijk vader van o.a. Tom Poes en Ollie B. Bommel, zich bij het bedrijfje aansluit ontstaat Geesink-Toonder Tekenfilm Producties. Er wordt een film gemaakt voor de Nederlandse Spoorwegen en een aantal poppenfilms voor Philips. Helaas duurt de samenwerking maar twee jaar. Door liquiditeitsproblemen komt Geesink in 1946 in moeilijkheden. Werk genoeg maar geen geld om zijn producties van de grond te krijgen. Hij vindt een financier en in mei 1946 wordt Geesink's productiemaatschappij Dollywood opgericht. Hij krijgt veel opdrachten en als in 1947 zijn Van Nelle-film De Grote Vier in Brussel een filmprijs wint, betekent dat zijn internationale doorbraak.
In 1955 wordt een tweede maatschappij opgericht, Starfilm. Dollywood produceert poppenfilms, Starfilm documentaires, reclame- en instructiefilms. De bomen groeien tot in de hemel, maar er zijn ook tegenvallers. Het wonderlijke leven van Willem Parel, een film met Wim Sonneveld flopt. Geesink ontwikkelt de animatie met poppen steeds verder, waardoor zijn in opdracht vervaardigde reclamefilms ver boven het gemiddelde uitstijgen. Hij ontvangt een reeks van internationale prijzen waaronder die van het Festival van Venetië 1951 voor Kermesse Fantastique.
In 1963 maakt Geesink plannen voor toeristische attracties. Holland Promenade in Amsterdam komt doordat de gemeente Amsterdam geen medewerking verleent niet van de grond. Ook Dollywood dat Geesink in samenwerking met Philips tot stand wil brengen blijkt geen levensvatbaarheid te hebben.
Naast al deze activiteiten houdt Geesink zich ook bezig met strips waarvan Fokkie Flink en Rick de Kikker het bekends werden. In 1971 wordt Loeki de Leeuw geboren. Als vanaf januari 1972 Loeki als scheidingsfiguur tussen de televisiereclames wordt gebruikt blijkt dit een gouden greep, het succes is ongekend groot. Loeki wordt naast in Nederland ook in Frankrijk, Engeland, Oostenrijk, Italië en de Verenigde Staten uitgezonden.


geesink1Joop Geesink stond bekend als een aimabel mens. Hij had een robuust gestalte met een vrolijk hoofd. Vaak een grote sigaar in zijn mond. Begin 1984 diende zich een ongeneeslijke ziekte aan. Korte tijd later overleed hij. De crematie vond plaats op 17 mei 1984.


Het crematiegraf op de begraafplaats Westerveld in Driehuis, graf RR 51a, wordt gesierd door een op een voetstuk geplaatst fraai, kermisachtig figuurtje dat met zijn orgeltje zijn kostje bij elkaar scharrelt. Het beeldje is een afgietsel van het origineel dat Geesink altijd op zijn kantoor had staan. (2008)

 

 

 

 


Geschreven: 15 juli 2009
Aangepast: 22 december 2020
Auteur: Leon Bok
Categorie: Letteren

 

* Groningen 14 februari 1913 - † Amsterdam 9 juni 1982

 

Op de Nieuwe Oosterbegraafplaats in Amsterdam liggen honderden bekende Nederlanders. Sommigen van hen waren misschien alleen bekend tijdens hun leven en na hun dood zijn ze in de vergetelheid geraakt. Tientallen leven echter voort in de gedachten van mensen, niet in het minst doordat ze bijvoorbeeld boeken schreven of dingen AbVisser02hebben gedaan die nu nog gelezen of bekeken worden. Tot die laatsten kunnen we ook Ab Visser rekenen. Hij werd bekend als schrijver van misdaadromans en andere boeken over het genre.


Geschreven: 15 juli 2009
Aangepast: 06 november 2018
Auteur: Pim de Bie
Categorie: Kunst & Cultuur

 

* Amsterdam 14 april 1912 - † Den Helder 11 mei 1982

 

Organist Piet van Egmond achter het orgel van de Stevenskerk in Nijmegen (foto: ANP Historisch Archief)Pieter van Egmond was het vierde van de vijf kinderen van Pieter van Egmond, banketbakker, en Adriana Selle. Toen Piet 6 jaar was leerde Wouter Westerhoud, organist van de Oranjekerk in Amsterdam, hem de eerste beginselen van het orgel- en pianospel. Dat kreeg een vervolg aan de Muziekschool van het Amsterdamse Conservatorium waar Anton H. Tierie zijn docent was. Zijn eerste openbare optreden vond plaats in 1927, op 15-jarige leeftijd. In de Oude Kerk in Amsterdam gaf hij een orgelconcert dat geheel met werken van Bach gevuld was. Dat jaar, 1927, was toch al een gedenkwaardig jaar voor de jonge Van Egmond want naast zijn eerste concert behaalde hij ook zijn ULO-diploma en werd toegelaten tot het Conservatorium. Onder Cornelis de Wolf haalde hij in 1930 cum laude zijn einddiploma orgel. Een jaar later slaagde hij voor zijn solistenexamen orgel en besloot zijn studie in 1932 met het behalen van het einddiploma piano. Hij had inmiddels al faam verworven als organist van de Elthetokerk en de Lutherkapel, beide in Amsterdam, en door zijn orgelspel bij de Morgenwijdingen die door de AVRO-radio werden uitgezonden.
Reeds op jonge leeftijd werd zijn naam gevestigd doordat hij in 1933 werd benoemd tot organist van het Amsterdamse Concertgebouw. Onder Willem Mengelberg, de eerste dirigent van het Concertgebouworkest, speelde hij mee in de jaarlijkse Matthäus-Passion van J.S. Bach. Dat werk maakte grote indruk op hem, vooral door de romantische visie van Mengelberg.
In 1936 trouwde Van Egmond met Ina Funke (1913-1987) ook bekend als Inge Roos. Het huwelijk bleef kinderloos.
Van alleen de inkomsten van het Concertgebouworkest kon Van Egmond niet bestaan. Hij vervulde daarom nog een aantal nevenfuncties zoals organist van de Kloveniersburgwalkerk (1937) en van het City-theater (1941). De kerkeraad kon deze combinatie niet waarderen wat er uiteindelijk in resulteerde dat hij de Kloveniersburgwalkerk moest verlaten en in de Willem de Zwijgerkerk en bij de Bachzaal-gemeente ging spelen.

Gedurende de Duitse bezetting speelde Van Egmond niet alleen orgel, maar ook een twijfelachtige rol door, zoals de meeste leden van het Concertgebouworkest, lid te worden van de Nederlansche Kultuurkamer. Hij trad op ten behoeve van de Winterhulp en de Nederlansche Volksdienst voor welke organisatie hij de Volksdienstmars componeerde en ten gehore bracht. Na de oorlog werd hij hierop afgerekend. Op 6 september 1945, bij de zuivering van kunstenaars, werd hem door de Eereraad voor de Muziek een 3-jarig dirigeerverbod opgelegd. Zijn beroep resulteerde er in dat de straf werd bekort tot 5 mei 1947. Hij mocht wel als organist blijven optreden, sacrale muziek viel buiten de Kultuurkamer.
Van 1948 tot 1966 verzorgde Van Egmond wekelijks een "populaire orgelbespeling" voor de NCRV-radio. Populair duidt er al op dat hij niet alleen oorspronkelijke orgelliteratuur speelde, maar ook populaire bewerkingen. Van 1957 tot 1963 bespeelde hij regelmatig het grote BBC-orgel in de Jubilee Chapel in Londen; van hieruit gingen 68 uitzendingen de ether in. Ook bespeelde hij de orgels van de Dom te Keulen en van de Saint Sulpice in Parijs. Zijn populariteit groeide verder uit door de vele orgelconcerten die hij in het hele land gaf. Zijn karakteristieke kop met het half lange, blonde, golvende haar verscheen regelmatig in de tijdschriften van de omroepverenigingen. Hij hechtte zeer aan zijn uiterlijk, epileerde zijn wenkbrauwen, verzorgde zijn handen met grote toewijding en voorzag zijn vingernagels van blanke lak.
Vast onderdeel van zijn concerten en kerkdiensten waren zijn improvisaties op bekende geestelijke liederen. Hij schroomde niet bij een gezang als "Ruwe stormen mogen woeden" de storm en de noodklokken uitbundig te interpreteren. De concertbezoekers vonden het prachtig, zijn vakgenoten konden zijn techniek wel waarderen, maar verafschuwden zijn populariserende speelwijze.
Van Egmond was ook nog dirigent. Met het door hem in 1933 opgericht Amsterdams Oratoriumkoor voerde hij tientallen keren de Matthäus-Passion uit. Hij dirigeerde het AVRO-Morgenwijdingskoor, de Koninklijke Mannenzangvereniging Apollo en richtte in 1950 een klein vocaal ensemble op waarvan zijn echtgenote Inge Roos deel uitmaakte.
vegmond1In latere jaren verwisselde van Egmond vele malen van kerkgenootschap waarvoor hij het orgel bespeelde. De gereformeerde Wilhelminakerk in Haarlem, de Grote Kerk in Apeldoorn, de Stichting Alle Dag kerk en de Oude Lutherse Kerk, beide in Amsterdam. Hij heeft vele opnamen gemaakt, de laatste bij zijn 50-jarig organistenjubileum in 1977. Van Egmond heeft veel bijgedragen aan de popularisering van het orgel en de orgelmuziek. Hij deed niet mee aan stijlstromingen, "muziek moet van binnenuit komen… dan speel ik, ik zou bijna zeggen, zoals God het me ingeeft". Voor hem bvegmond2estonden maar twee soorten muziek, goede en slechte, "en de goede moet je spelen".

Na een moeilijke levensavond overleed hij in het Helderse verpleeghuis Den Koogh aan de gevolgen van de ziekte van Alzheimer. Hij werd op 14 mei 1982 begraven op de begraafplaats Westerveld in Driehuis, gemeente Velsen (graf QQ 81a) waar zijn vrouw Ina in 1987 werd bijgezet. Zijn epitaaf luidt: "Looft hem met snarenspel en orgel" uit Ps. 150 : 4 (2007)

 

Literatuur

  • Gerco A. Schaap - Piet van Egmond. Een leven voor muziek (2003)
  • W. Slagter - Egmond, Pieter van (1912-1982) - Biografisch Woordenboek van Nederland, deel 5 (2002, gew. 2007)

Grafcoördinaten

  • N 52.26.779 E 4.37.716