* 's-Gravenzande 30 december 1909 - † Veenendaal 20 november 1944
Dienaar van het Woord en dienaar van mensen
Bastiaan Ader was predikant te Nieuw-Beerta van 1938 tot november 1944. In een gemeente, waar de meeste mensen van de kerk waren vervreemd tengevolge van de enorme sociale tegenstellingen tussen boeren en arbeiders. Door zijn organisatorische talenten en zijn hartstochtelijke taakopvatting wist hij velen en met name jongeren aan zich te binden. In de bezettingsjaren was de pastorie centrum van hulp aan joden, onderduikers en Engelse piloten. Niet alleen in Nieuw-Beerta en omgeving, ook ver daarbuiten verrichtte Ader zijn ondergronds werk. Eind 1944 onderweg naar Haarlem, in het kader van zijn verzetswerk, werd Ds. Ader opgepakt, gevangen gezet en kwam uiteindelijk terecht in de gevangenis aan de Weteringschans in Amsterdam. Als represaille voor een aanslag op een Duitser is hij bij Veenendaal gefusilleerd, daar begraven, maar eind november 1944 herbegraven in Driebergen. Na de oorlog werd hij bijgezet op Ereveld Loenen.
Zijn echtgenote, Johanna Adriana Ader-Appels, zette na WO II als evangeliste zijn werkzaamheden te Nieuw-Beerta en omgeving voort. In Drieborg, even ten noorden van Nieuw-Beerta, werd in 1950 een oecumenisch gemeenschapshuis gesticht met gelden van het Ds. Aderfonds. Voor een deel bedoeld om gesprekken tussen Nederlanders en Duitsers mogelijk te maken na de verschrikkelijke gebeurtenissen van de bezettingsjaren. Belangrijk voor het Ds. Aderfonds waren de opbrengsten van het boek, dat mevrouw Ader schreef over die oorlogsjaren, die haar man het leven kostte, "een Groninger pastorie in de storm", waaruit het volgende fragment:
"Wat mijn broer me van de situatie vertelde, was zeer alarmerend. Domie* was gepakt in gezelschap van twee ondergedoken Duitse officieren en een Jood. Ze hadden bij het "verhoor" hem toe willen brengen namen te noemen. Daartoe hadden ze hem mishandeld. Neusbeen en gehoorvlies waren stukgeslagen met een gummistok. De organisatie was voor Domie aan 't werk, maar je stond voor een muur, waar je niet door kon komen.
Ze hadden hem Zaterdag uit de gevangenis in haarlem willen lichten. Alle plannen waren daarvoor al heel goed voorbereid, maar nu was hij juist op Vrijdag naar Amsterdam overgebracht en uit die beruchte Gestapo gevangenis aan de Weteringschans kon het niet."
* Domie = groningse vorm van Dominee
Indrukwekkend zijn de brieven, die Ader schreef aan zijn jonge gezin en de gedichten, zoals:
't Is niet om mij dat ik die muren uit wil duwen,
Naar ruimte hijg en schreeuw om recht!
'k Weet mij verward in een onmeedogend kluwen
En ken het deel dat mij zal worden toegelegd.
't Is niet om mij: 'k heb fel en taai gestreden,
Bij dag noch nacht begeerd naar rust;
'k Heb in het lijden der gedoemden meegeleden.
En vaar nu heen naar verre, lichte kust.
Maar 'k moet nog zoveel diepe dingen zeggen
Aan haar die altijd op mij wacht;
Ik moet een kindje in zijn bedje leggen
En kussen het een zacht goe-nacht!
Dominee Ader rust op Ereveld Loenen (Vak E, Grafnummer 52).
Zijn echtgenote, begiftigd met het Verzetsherdenkingskruis, overleed in 1994 en werd begraven op de begraafplaats achter hun kerk in Nieuw-Beerta.
Literatuur
- Nieuwe Groninger Encyclopedie; Groningen (1999)
- Biografisch Lexicon Geschiedenis Ned. Protestantisme; Kampen
- Groningen Gids voor cultuur en landschap; Bedum (1994)
- J.A.Ader-Appels: Een Groninger pastorie in de storm; Franeker (6e druk 1974)
- Naamregister ereveld Loenen; Den Haag (2000)