Ereveld Loenen is in meerdere opzichten geen oorlogsbegraafplaats zoals vele mensen die kennen. Men vindt er geen rijen witte kruisen of staande stenen. Bovendien gaat het niet alleen om militaire slachtoffers van een oorlog. Op het ereveld vindt men naast de graven van gesneuvelde militairen uit de Tweede Wereldoorlog vooral ook de graven van verzetsmensen, dwangarbeiders, joden, krijgsgevangenen, onderduikers en slachtoffers uit het voormalig Nederlands-Indië.
En sinds de jaren '80 vormt het ereveld niet alleen de laatste rustplaats voor slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog. Ook militairen en burgers die omgekomen zijn tijdens humanitaire en vredesmissies worden er (her)begraven.
Na de oorlog werd in 1946 door dr. A. van Anrooy de Oorlogsgravenstichting opgericht met als doel: 'het aanleggen, inrichten, in stand houden en verzorgen van graven en erevelden - waar ook ter wereld - van na 9 mei 1940 gevallen militairen van de Nederlandse krijgsmacht en van Nederlandse burgers die, hetzij metterdaad de vijand bestrijdende, dan wel ten gevolge van hun handelingen of houding tegenover de vijand, het leven hebben verloren.'
Aanvankelijk ging de voorkeur van de Oorlogsgravenstichting uit naar een stuk grond in de gemeente Bilthoven bij Utrecht, maar aankoop van de grond bleek niet mogelijk. Intussen waren in mei 1948 de eerste stoffelijke resten van Nederlandse oorlogsslachtoffers, afkomstig uit de Russische bezettingszone in Duitsland, al gerepatrieerd. Op begraafplaats Rusthof in Leusden werden hun lichamen tijdelijk bijgezet. In datzelfde jaar kocht de Oorlogsgravenstichting van de gemeente Apeldoorn een ruig heideveld aan in Loenen. De Bussumse tuin- en landschapsarchitect D. Haspels maakte een plan voor het terrein, waarbij zoveel mogelijk de natuurlijke begroeiing van vliegdennen, jeneverbessen en groepjes berken en eiken werd gehandhaafd. Centraal in de aanleg stond het witte herdenkingskruis op de heide.
Architect ir. A.M. de Rouville de Meux ontwierp de gebouwen op het terrein. Links van de ingang staat de oorspronkelijke opzichterswoning en rechts het voormalige dienstgebouw, dat tegenwoordig dienst doet als informatieruimte. De centraal gelegen kapel heeft wanden van rondhout en, evenals de gebouwen bij de ingang, een rieten dak.
Hoewel er al tal van doden waren (her)begraven op het ereveld in Loenen, opende prinses Wilhelmina pas op 18 oktober 1949 het ereveld officieel. Zelf legde ze een krans in de vorm van een margriet, onder het houten wandbord met daarop de omgekomen Engelandvaarders. Dit wandbord, dat in de oorlog in het Londense tehuis van Engelandvaarders 'Oranje Haven' hing, was door prinses Wilhelmina aan de Oorlogsgravenstichting geschonken.
In het koor van de kapel staat een eikenhouten schrijn, waarin 42 gedenkboeken met de namen van de oorlogsslachtoffers van wie geen aanwijsbare laatste rustplaats bekend is, worden bewaard. Eén boek ligt altijd opengeslagen. Dagelijks wordt een bladzijde omgeslagen. Langs de wanden van de kapel staan twee urnen: een met asresten uit het concentratiekamp Buchenwald, een met aarde uit de concentratiekampen Majdanek, Sobibor en Treblinka. In de kapel bevinden zich ook het genoemde wandbord en een plaquette ter nagedachtenis aan hen die in het Verre Oosten een zeemansgraf vonden. Met de diverse kleine monumenten heeft de kapel steeds meer het karakter gekregen van een herdenkingsruimte.
Links naast de kapel staat het algemeen monument van de oorlogsgravenstichting. Op de bronzen plaquette staat in reliëf het Nederlandse wapen met de tekst: 'OORLOGSGRAVEN STICHTING / OPDAT ZIJ MET ERE MOGEN RUSTEN'. Het monument werd onthuld in 1986, bij het veertigjarig bestaan van de Oorlogsgravenstichting. Sindsdien worden hier de kransen gelegd als afsluiting van de 4-meiherdenking.
Grafaanduidingen
Opvallend zijn de grafaanduidingen op het Ereveld. Geen staande stenen of opvallende grafmonumenten, maar kleine, liggende stenen, waarin de naam, de geboortedatum en de sterfdatum werden gebeiteld. Bij militairen kwam daar nog de aanduiding van rang, wapen of dienstvak bij en bij anderen eventueel een kruis voor katholieke gevallenen of een acortichon bij joodse slachtoffers. Ook eventuele dapperheidsonderscheidingen zoals het Verzetskruis zijn vermeld.
(Her)begrafenissen
De eerste herbegrafenissen vonden plaats op 21 maart 1949. Aan een herbegrafenis gaat vaak het moeizame proces van identificatie vooraf. Wordt een slachtoffer herbegraven op Loenen, dan neemt de oorlogsgravenstichting de kosten voor z'n rekening. Doordat de financiële mogelijkheden in het naoorlogse Nederland beperkt waren, werd er destijds voor gekozen om steeds vijf herbegrafenissen tegelijkertijd uit te voeren. In 1959 hadden ruim 1400 slachtoffers hun laatste rustplaats gevonden in Loenen. Anno 2003 liggen in Loenen bijna 4000 oorlogsdoden verspreid over een terrein van 17 hectare. In het algemeen geldt dat militairen, gesneuveld in de meidagen van 1940, worden overgebracht naar het militair ereveld Grebbeberg, de overige militairen en burgerslachtoffers naar het ereveld Loenen. Een herbegraving vindt plaats in alle stilte, zonder ceremonieel en buiten aanwezigheid van familieleden of derden.
Monument voor de onbekende verzetsstrijder
Symbolisch 'ondergronds' staat in een oude leemkuil het monument voor de onbekende verzetsstrijder. Het werd op 2 mei 1952 onthuld door mevrouw H.G. van Anrooy-de Kempenaer, presidente van de Oorlogsgravenstichting. De kalkstenen offerschaal heeft als randschrift 'Den Vaderlant Ghetrouwe'. In het hart van de schaal is de Nederlandse leeuw uitgehouwen. De schaal staat symbool voor het offer dat het verzet heeft gebracht. Op het voetsuk staat de tekst: 'Aan de Onbekende Verzetsstrijder'.
Natzweiler gedenkteken
In het concentratiekamp Natzweiler zaten de 'Nacht und Nebel'-gevangenen. Dit waren met name verzetsmensen uit Noorwegen, Frankrijk en Nederland. Het was de bedoeling van de SS deze gevangenen radicaal te laten verdwijnen door hen te fusilleren zonder een spoor achter te laten. Duizenden mensen stierven in de steengroeve. Er hebben ruim 2000 Nederlanders gevangen gezeten in Natzweiler, van wie er 500 in 1945 zijn teruggekeerd.
Achter de kapel staat een eenvoudig monument ter nagedachtenis van de Nederlanders die in concentratiekamp Natzweiler omkwamen. Vroeger bevond zich bovenop het monument een stuk graniet afkomstig uit de steengroeve van het kamp, nu staat er een 'barakkensteen' op. Bij elke nieuwe barak werd zo'n steen geplaatst, met daarin gebeiteld de datum van ingebruikname, in dit geval '17 IV 1943'. Achter het deurtje bevindt zich een kleine nis, waarin een urn is geplaatst met aarde afkomstig van de executieplaats van het kamp.
De tekst op de steen luidt: 'GEBOUWEN IN STEEN VAN: / ONTVANGEN UIT 'T HART IN: / SYMBOOL VAN GEDENKEN DOOR: / NATZWEILER'
De tekst op de het deurtje luidt: 'TER HERINNERING AAN / DE DODEN VAN NATZWEILER / 1940 - 1945 / NED. VER. VAN EX-POLITIEKE GEVANGENEN'.
Het monument werd op 5 september 1959 geplaatst.
Literatuur
- Jan Heerze, Jack Kooistra, Johan Teeuwisse, 'Ereveld Loenen - Laatste rustplaats van Nederlandse oorlogsslachtoffers'; (Tweede herziene druk, Den Haag, 2000)
- A.C. Bijsmans (samenst.) 'De Oorlogsgravenstichting in 2002 - Jaarbericht 2002'
Links