Aan de Celebeslaan in Eindhoven, stadsdeel Tongelre, ligt tegenover het Lorentz Casimir Lyceum in een bosperceel de voormalige Joodse begraafplaats van Tongelre. Het perceel is van dichtbij nog goed te herkennen, gelegen op een lichtelijk verhoogd terrein en met verzakkingen in de vorm van graven. Even verderop raast het verkeer voorbij op de Eisenhowerlaan, die al snel overgaat in de A 270. Vanwege de aanleg van deze weg moest de begraafplaats in de jaren zestig van de twintigste eeuw verdwijnen.
De Joodse gemeenschap in Tongelre
{seog:disable}In de achttiende eeuw vestigden de Joden zich bij voorkeur langs de handelswegen of in belangrijke marktplaatsen. Eindhoven was zo’n plaats vanwege de ligging aan de straatweg ’s-Hertogenbosch – Hasselt – Luik, met een wekelijkse markt en een aantal jaarmarkten. Maar het was Joden tot 1800 niet toegestaan zich in Eindhoven te vestigen. Op een enkele Jood na, die bereid was een flinke waarborgsom te betalen om zich legaal te mogen vestigen, mochten Joden alleen overdag in Eindhoven aanwezig zijn. Dit was gebaseerd op de stadsverordening uit 1731, gericht tegen vreemdelingen maar vooral tegen Joden. Om die reden zochten de Joden noodgedwongen een woonplaats in de dorpen rond Eindhoven. Zo ontstonden er onder andere in Helmond en Tongelre huissynagoges en Joodse begraafplaatsen. Voordat in het jaar 1800 in Eindhoven een kleine Joodse gemeenschap ontstond, was er al een omvangrijke Joodse gemeenschap in het naburige dorp Tongelre, een uur gaans ten oosten van het stadje Eindhoven. Rond 1750 woonden daar enkele tientallen Joden in een groot langgerekt huis dat in meerdere woningen was verdeeld en daarom in de volksmond ‘De Ark’ werd genoemd. Tot de families die destijds vele jaren in Tongelre hebben gewoond behoorden de gezinnen van slager Abraham Lazarus (c. 1740-1804) met zijn vrouw Geertrui († 1812) en hun zoon Isaak (1782-1872), koopman Abraham Joseph († 1810), slager Hartog Jacob (1717-1812) en Isaak Lazarus (de Wit) (1782-1872). Het aantal leden van de Joodse gemeente was in de laatste decennia van de achttiende eeuw aanzienlijk, maar tegen het eind van de eeuw vertrokken velen naar Eindhoven en Woensel, toen ze zich daar vrij(er) konden vestigen door de burgerlijke gelijkstelling van 1796. In 1809 woonden er nog maar vijf Joden in Tongelre.
De Joodse begraafplaats in Tongelre in gebruik
Wanneer de Joodse begraafplaats in Tongelre, gelegen op de Hooge Heide even buiten de dorpskern in de buurt van de huidige Celebeslaan, is aangelegd is niet bekend, maar mogelijk gebeurde dit in de tweede helft van de achttiende eeuw. Waarschijnlijk zullen een aantal van bovengenoemde personen en hun familieleden op die plaats zijn begraven. Voor Abraham Lazarus geldt dat zeker, want in de oude overlijdensregisters van het dorp Tongelre wordt zijn overlijden in 1804 als volgt vermeld: Den 21 mei 1804 is alhier in het Dorp Tongelre overleden Abraham Lazarus van de Joodsche Religie, agterlatende vrouw en kinderen en op den selven dag volgens hunne oude gewoonte op Dorpgrond begraven. In totaal zijn er zeker dertien personen begraven. Na het vertrek van het grootste deel van de Joodse bevolking uit Tongelre eind achttiende, begin negentiende eeuw kwam er een einde aan het gebruik van de begraafplaats. Bovendien was er in Woensel officieus in 1747, maar officieel in 1771 een Joodse begraafplaats gekomen, waar joden uit Eindhoven en de omliggende dorpen werden begraven. NB. Op 1 januari 1920 werden de vijf omliggende gemeenten Tongelre, Woensel, Strijp, Gestel en Stratum met Eindhoven samengevoegd tot (Groot) Eindhoven.
De Joodse begraafplaats in Tongelre in onbruik
Kadastraal werd het perceel in 1832 geregistreerd als sectie B nr. 112, groot 9 roeden en 10 ellen (302,5 m2) met als bestemming kerkhof op naam van de Joodsche Gemeente in Tongelre. Op de kadasterkaart van 1882 lag hetzelfde perceel op sectie B nr. 1263, werd aangeduid als Dennebosch met een oppervlakte van 8 are en 40 ca (840 m2) en was nog steeds eigendom van de Joodse gemeente Tongelre. Later, wanneer is onbekend, werd de begraafplaats toevertrouwd aan de Joodse gemeente in Eindhoven. Op 14 oktober 1912 meldt het bestuur van de Nederlands Israëlitische Gemeente Eindhoven dat door hun goede zorgen de voormalige joodse begraafplaats onder Tongelre (…) van een behoorlijke omheining werd voorzien. Die omheining bestond uit een afrastering van betonpaaltjes met ijzerdraad. In de oorlogsjaren, op 29 november 1943, werden alle Joodse begraafplaatsen door de Commissaris voor Niet-Commerciële Vereenigingen en Stichtingen op grond van verordening 41/1941 ontbonden verklaard.
Naar aanleiding hiervan werden de drie Joodse begraafplaatsen in Eindhoven (Woensel, Tongelre en De Grote Beek) op 15 februari 1944 officieel door burgemeester Hub Pulles gesloten. Achteraf bleek echter, dat de Commissaris zijn boekje te buiten was gegaan. Op 13 juni 1944 trok de burgemeester zijn besluit daarom weer in. Interessant hierbij is het bericht van het gemeentebestuur van Eindhoven in 1943: Op de begraafplaats van de Nederlandsch Israëlitische Gemeente Karpendonk zijn geen graven aangetroffen. Tot voor kort waren er wel grafstenen aanwezig.
Het einde van de Joodse begraafplaats in Tongelre
Vanwege de aanleg van een nabijgelegen verkeersweg, de Eisenhowerlaan ofwel N270/A270, moest de begraafplaats in de jaren zestig van de twintigste eeuw verdwijnen. Ook was er binnen de gemeenteraad sprake van een ontwerp-uitbreidingsplan Karpendonk, waarin na aankoop van de grond deze bestemd zou worden voor meergezinswoningen, park en plantsoen. Dat plan is nooit gerealiseerd, de weg wel. Op 28 november 1960 werd een bespreking gehouden tussen de directeur van Gemeentewerken en een afvaardiging van de Nederlands Israëlitische Gemeente over de aankoop. Daarbij stelde de eigenaar als eis, dat het terrein gemiddeld tot op een diepte van ongeveer een meter moest worden geruimd, de eventuele stoffelijke resten naar de Israëlitische begraafplaats in Woensel moesten worden overgebracht en deze werkzaamheden zouden geschieden onder rabbinaal toezicht. Dat alles op kosten van de gemeente. Nadat de partijen het eens waren geworden over de grondprijs en de landelijke Permanente Commissie tot de Algemene Zaken van het Nederlandsch Israëlitisch Kerkgenootschap de Eindhovense gemeente machtiging voor de verkoop had gegeven, kreeg de directeur van Gemeentewerken op 19 januari 1962 opdracht de begraafplaats te ruimen.
Omdat de beoogde rabbinale toezichthouder vóór september geen gelegenheid had, kon toen pas worden begonnen. Het werk werd door vier mannen uitgevoerd en duurde ongeveer drie weken. Van in totaal dertien personen werden stoffelijke resten aangetroffen, die werden overgebracht naar de Joodse begraafplaats in Woensel. In het archief van de Joodse gemeente is merkwaardig genoeg over deze herbegraving niets teruggevonden. Op 9 november meldde de directeur van Gemeentewerken, dat het werk gereed was. Intussen was op 16 oktober de koopakte al gepasseerd voor notaris L. Ligthart. Uit de akte blijkt dat het ging om perceel kadastraal Tongelre D 91, dat een oppervlakte had van 710 m2 . De verkoopprijs bedroeg 3.000 gulden.
Huidige situatie
De locatie van de voormalige Joodse begraafplaats is nog steeds aan te wijzen en bestaat uit een bosperceel van ca. 50 x 15 meter (ca. 750 m2), begrensd door de Celebeslaan (zuid), Eisenhowerlaan (noord), een open stuk grasland (west) en een wandelpad (oost). Het perceel ligt op een lichtelijk verhoogd terrein, waarop vooral eiken en berken zijn opgeschoten. De structuur van de (geruimde) graven is nog goed te herkennen, ze liggen oost-west georiënteerd, volgens joods gebruik richting Jeruzalem. Slechts het noordelijkste puntje van het perceel is aangesneden door de Eisenhowerlaan, zoals goed te zien is op het kaartje uit 1967, de rest ligt er nog als stille getuige van een stukje Joods verleden.
Praktische informatie
Het perceel van de voormalige Joodse begraafplaats ligt tegenover Celebeslaan 22 en is vrij toegankelijk. Er loopt een bospaadje naar toe en er langs.
Bronnen & Literatuur
- Bader, J.: “Oase in ’n woestijn”. De joodse gemeente van Eindhoven (1770-1920), Breda 1999
- Bader, J.: Verborgen in Brabantse bodem. Joodse begraafplaatsen in Noord-Brabant, Tilburg 2002
- Brouwer, Rindert & Goudsmit, Jeannette: Funeraire Cultuur. Regio Eindhoven, Soesterberg 2003
- Gomes de Mesquita: De Joodse begraafplaats te Eindhoven, Eindhoven 2000
- Kattestaart, Helen: Tussen pieren en rozemarijn. Een beknopte geschiedenis van de Eindhovense begraafplaatsen 1810-1960, Eindhoven 1979
- Spoorenberg, Jan: 'Het einde van de joodse begraafplaats in Tongelre', in: De Blauwe Heraut, jaargang III, nr. 2 (2004)
Foto’s: Rindert Brouwer