Termen en Begrippen
Glossaries
Term | Definition |
---|---|
Baarhuisje | De in 1872 ingestelde Wet op de besmettelijke ziekten had ook gevolgen voor begraafplaatsen. Zo diende elke begraafplaats te beschikken over 'een locaal ingerigt voor tijdelijke bewaring van overledenen aan eene besmettelijke ziekte'. De honderden begraafplaatsen die rond 1872 in Nederland te vinden waren, kenden vaak geen gebouwen. |
Bas-reliëf | Ook wel vlak-reliëf, is een beeldhouwmethode waarbij de weergegeven voorstelling vrij ondiep uitgewerkt is, waardoor het alleen in vooraanzicht realistisch overkomt. Bij zicht van een zijkant geeft het bas-reliëf een sterk vertekend beeld. |
Basement | De basis of voet van zuil, pijler of pilaster. Ook wel gebruikt om het voetstuk of onderste deel van een gevel of beeld aan te duiden. Bij grafmonumenten vooral toegepast bij grotere bouwwerken. |
Begeleid verval | De term begeleid verval geeft aan dat we aanvaarden dat grafmonumenten vergankelijk zijn en er geen enkele (be-)handeling is die de grafmonumenten op een niveau kan houden zoals ze oorspronkelijk waren. De term is gangbaar geworden aan het begin van deze eeuw. Begeleid verval wordt regelmatig gebruikt voor historische begraafplaatsen en vooral als het gaat om grafmonumenten van natuursteen. Natuursteen vervalt als gevolg van interne krachten in de steen, maar ook door bijvoorbeeld bomen en weersinvloeden. Dat verval is niet terug te draaien, wel te begeleiden zodat het verval vertraagd en de waarden langer in stand blijven. Bij begeleiden van het verval hoort ook niet de term restaureren, maar consolideren. Bij restaureren wordt veelal gestreefd naar herstel van de aanvankelijke uitgangspunten voor het monument, inclusief alle toegepaste materialen. Bij consolideren wordt vooral gewerkt met wat er nog is, er wordt niets toegevoegd en uitgangspunt is vooral dat het monument niet onveilig is en niet in een situatie terecht komt waardoor het verval versneld. Het verval is niet te stoppen, wel te vertragen en begeleiden door maatregelen. |
Begraafplaats | Terrein waar stoffelijke resten van overledenen begraven, bijgezet of verstrooid worden. Te onderscheiden van kerkhof, een begraafplaats rond een kerk. |
Beton | Eeen mengsel van cement en zand met een toeslagmateriaal zoals kiezel, grind of gruis. In de Oudheid in het Nabije Oosten uitgevonden en door de Romeinen verder ontwikkeld. Dit materiaal werd gedurende de Middeleeuwen praktisch niet meer toegepast maar werd vanaf de 16de eeuw weer toegepast. Zie ook gewapend beton. |
Blindnis | Term die gebruikt wordt voor een deur of venster dat slechts in schijn aanwezig is. Op de plaats waar deur of venster zou zitten is metselwerk aangebracht, mogelijk gepleisterd of anderszins afgewerkt. |
Boucharderen | Zodanig afwerken van natuursteen dat een oppervlak met regelmatig verspreide putjes ontstaat. Hiervoor wordt een bouchardeerhamer gebruikt. |
Buitenbegraafplaats | Benaming voor de begraafplaatsen die in de 19de eeuw buiten de muren en/of singels van de steden werden aangelegd. |