Skip to main content

Termen en Begrippen

Glossaries

Term Definition
Kapel

Kleine, niet-parochiale kerk op begraafplaats met een kruisbeeld, bewening of een heiligenbeeld. Ook wel als onderdeel van een groter kerkgebouw, maar dan voorzien van een eigen altaar, gewijd aan een specifieke heilige.

Katafalk

Pronkbaar of praalbed waarop een overledene wordt opgebaard, al dan niet liggend in zijn kist. Ook vaak afgebeeld op grafmonumenten.

Keperboog

Boog waarvan de zijden schuin tegen elkaar zijn gezet in de vorm van een gelijkbenige driehoek. Veel gebruikt voor kleine vensters en nissen.

Kerkhof

Terrein om of nabij een kerk gelegen waar stoffelijke resten van overledenen begraven worden. In de Middeleeuwen vaak met een grote economische en sociale rol als plaats voor vergaderingen, markten, bijeenkomsten en als speciaal kerkgebied. Vanaf de 16de en 17de eeuw voornamelijk een plaats om de doden te begraven. In de 20ste eeuw zijn veel kerkhoven in onbruik geraakt.

Klokkenstoel

Stellage waarin één of meerdere klokken zijn gehangen. Doorgaans ingedeeld in typen op de vorm van het dak: zadeldak, schilddak, helmdak, piramidedak en klokhuis. Het dak dient ter bescherming van de luidas met de draaipunten en de klok(ken).

Kloosterbegraafplaats

Begraafplaats bij een klooster, behorende tot een bepaalde orde. In veel gevallen deel uitmakend van de kloostertuin, of besloten tussen de gebouwen.

Knekelput

Een knekelput, het woord zegt het eigenlijk al, is feitelijk een plek waar de resten uit geruimde graven worden geborgen. Het was zeker tot in de vroege negentiende eeuw praktijk om op kerkhoven na een aantal jaren de graven te ruimen en de resten over te brengen naar een plek waar de botten werden verzameld. Als dat in de grond was, noemde men het een knekelput of bottenkuil en was het in een gemetselde bak of gebouw dan had het de naam van knekelhuisje of benekouw. Bij archeologische opgravingen stuit men wel eens op dergelijke knekelputten in de grond, die dan onterecht massagraf worden genoemd. Het verschil is met name bij een opgraving snel duidelijk: in een knekelput ligt een wirwar aan botresten, terwijl in een massagraf normaal gesproken individuele skeletten zijn te herkennen.

Kruisweg

Opeenvolgende serie van gebeeldhouwde of geschilderde voorstellingen van episoden uit de lijdensweg van Christus. De voorstellingen zijn vaak aangebracht langs muren of op pijlers in kerken maar ook op kerkhoven langs de muren.

Kunststeen

Betreft alle steen die geen natuursteen is, dat wil zeggen die van oorsprong niet in de natuur voorkomt. Met ‘steen’ wordt hier bedoeld dat de steen het uiterlijk van natuurlijke steen heeft of dat het oppervalk ervan die imiteert. Voorbeelden van kunststeen zijn baksteen, gipsblokken, kunstzandsteen, maar ook grafmonumenten die van cement of beton zijn opgetrokken en door moeten gaan voor natuursteen.