* Alkmaar 13 juni 1879 - † Amsterdam 3 februari 1960
De buitengewone generale synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland, die in 1926 te Assen in de Zuiderkerk werd gehouden, leidde na de schorsing op 12 maart 1926 van Dr. Johannes Gerardus Geelkerken en zijn afzetting op 17 maart 1926 tot de vorming van de Gereformeerde Kerken in Nederland in Hersteld Verband. De afkorting H.V., waarmee het nieuwe kerkgenootschap meestal werd aangeduid, werd door tegenstanders op het kerkelijk erf vertaald met Hellend Vlak. Sommige gereformeerde kerkbodes spraken over Villa Ruimzicht. Het Hersteld Verband heeft bestaan van 1926 tot 1946. In zijn 'Ter Inleiding' in het boek van Ds. G.F.W. Herngreen, een Handjevol Verkenners, schrijft Dr. J.J. Buskes: "Wij waren een proefpolder. In de twintig jaren van zijn bestaan is het Hersteld Verband van een kerkelijke verzetsgroep uitgegroeid tot een kerkelijke vernieuwingsbeweging. Waren wij een verzetsgroep gebleven, dan zouden wij door een kunstmatig isolement tot een steriele secte zijn verworden. Dat lot is ons bespaard gebleven. De kerk is altijd een noodwoning. Het Hersteld Verband is dat voor ons in sterke mate geweest. In 1946 is het kleine schip van het Hersteld Verband voor de laatste keer de haven binnengevaren. De bemanning koos voor een veel groter schip (= de Nederlandse Hervormde Kerk). Een hervormde dominee zei: het Hersteld Verband was als de Moezel, die, toen ze in de Rijn werd opgenomen, nog heel lang in de Rijn te zien was!"
Levensloop
Geboren in Alkmaar op 13 juni 1879, verhuisde het gezin Geelkerken een paar maanden later naar Utrecht, waar de familie oorspronkelijk ook vandaan kwam. Zijn vader, notaris Nicolaas Gerardus Geelkerken, overleed, toen Johannes Gerardus 12 jaar oud was. Kerk en politiek speelden in het gezin een belangrijke rol. Notaris Geelkerken, die tot 1887 ouderling was geweest van de Hervormde Gemeente Utrecht, werd, na geschorst en afgezet te zijn, lid van de Gereformeerde Kerk van Utrecht en bekleedde tot zijn dood het ambt van ouderling in deze kerk. Politiek was hij actief in de Antirevolutionaire Partij.
Het lager onderwijs volgde Johannes Gerardus op een hervormde school aan het Domplein in Utrecht. Keuze voor een christelijk gymnasium, dat er in Utrecht niet was, deed de familie verhuizen naar Amsterdam. Hier kwam hij terecht op het Gereformeerd Gymnasium aan de Keizersgracht. In 1899 schreef hij zich in als theologisch student aan de Vrije Universiteit. Met het proefschrift: "De empirische godsdienstpsychologie" rondde hij op 11 oktober 1909 zijn studie af. De promotie was cum laude. De eerste gemeente van Geelkerken werd de Gereformeerde Kerk van Epe, waar hij in 1911 in het ambt werd bevestigd door Ds. K. Fernhout. Deze was in 1926 voorzitter van de Synode van Assen, die Geelkerken schorste en afzette. Na Epe volgde de Gereformeerde Kerk van Amsterdam-Zuid. Op 30 mei 1915 werd Geelkerken er predikant. Gereformeerd theoloog, wenste Geelkerken zich niet op te sluiten in een eng theologisch of kerkelijk systeem. Hem ging het om de vrijheid van gelovig wetenschappelijk onderzoek, waarbij hij zich afzette tegen een fundamentalistische opvatting van de bijbel, waarin de menselijke factor nagenoeg over het hoofd werd gezien. Zijn contacten buiten de kring der gereformeerden zijn hem ook niet altijd in dank afgenomen. Zo was hij als student actief binnen de NCSV (Nederlandse Christen-Studenten-Vereniging). In Amsterdam werkte hij, voorstander van gemeenschappelijke evangelisatiearbeid, samen met hervormden en lutheranen. De Oecumenische Beweging, die haar bekroning vond in de stichting van de Wereldraad van Kerken in 1948, had in hem een hartelijk pleitbezorger.
De synode van Assen van 1926
In 1920 was door de synode van Leeuwarden een "Getuigenis" opgesteld, dat van de kansels diende te worden voorgelezen. Dat "Getuigenis" was gericht tegen de geest en de gevaren van de tijd, die men alleen maar constateerde buiten de eigen kring. Geelkerken zag het als een stuk, dat kerk en wereld geen enkele dienst bewees en alleen maar het naar binnen gekeerd zijn van de kerk benadrukte. Hij heeft het stuk weliswaar in de kerkdienst voorgelezen, maar in zijn preek "Machteloosheid en krachtsontplooiing der Kerk" ongezouten kritiek geleverd op de gereformeerde eigendunk en het gebrek aan barmhartigheid. Zijn frontale aanval "op de geest van zelfvoldaanheid, die zich van de Gereformeerde Kerken had meester gemaakt", zou uiteindelijk leiden tot een onherstelbare breuk.
Niet slechts in deze preek, ook in de artikelen in het door hem opgerichte en geredigeerde weekblad "Woord en Geest" plaatste Geelkerken vraagtekens bij de fundamentalistische bijbelbeschouwing en de visie op de verhouding kerk en wereld. De catechismuspreek, die hij op zondag 23 april 1924 hield over Zondag 3 van de Heidelberger Catechismus, luidde een reeks van gebeurtenissen in, die in 1926 leidden tot het houden van de Buitengewone Generale Synode van de Gereformeerde Kerken te Assen.
In die preek stelde Geelkerken, dat de verhalen in Genesis 2 en 3 "ons voor eigen-aardige moeilijkheden plaatsen en niet makkelijk zijn uit te leggen". Geelkerken trok niet in twijfel, dat we in Genesis 3 te maken hebben met "de Goddelijke bekendmaking van een historisch feit, het feit van de zondeval, die plaats had aan het begin van de geschiedenis van ons menselijk geslacht, maar dan wel met bewoordingen, die aan onze aardse bedeling waren ontleend". Het zou in de kerkelijke vergaderingen leiden tot twee vragen. De eerste vraag was of er in het paradijs een echte "boom der kennis des goeds en des kwaads" en een "boom des levens" als zintuiglijk waarneembare werkelijkheid zouden hebben gestaan. De tweede vraag, en deze brengt men nog altijd in verband met de synode van 1926 te Assen, was of de slang nu echt gesproken had. Geelkerken wilde ruimte om bij zulke teksten vraagtekens te kunnen plaatsen en vragen te stellen. Het ging om de vrijheid van exegese. De synode zag dit echter als ongehoorzaamheid aan het gezag van het bijbels getuigenis.
Het Hersteld Verband
Geelkerken werd geschorst en uiteindelijk afgezet. Een groot deel van zijn gemeente bleef hem trouw. In Amsterdam werd de van oorsprong hervormde Parkkerk het centrum van hun kerkelijk leven. Het was de eerste kerk buiten het verband met de andere Gereformeerde Kerken. Met Geelkerken werden ook anderen geschorst en afgezet, zoals Ds. J.J. Buskes en de latere hoogleraar Ds. E.L. Smelik. De schorsing trof eveneens de Zandvoortse predikant Ds. H. C. van den Brink, die de handelwijze van de Asser synode op kerkrechtelijke gronden in woord en geschrift had aangevallen. Gesteund door kerkenraad en gemeente zette hij zijn werk voort en werd prompt met een groot deel van de kerkenraad afgezet. Het was de tweede kerk buiten verband. Beide kerken buiten verband vonden elkaar en herstelden met elkaar het verband, waarmee op 1 augustus 1926 de geboorte van de "Gereformeerde Kerken in Hersteld Verband" een feit geworden was. Een aantal kerken zouden volgen.
Geelkerken, in 1911 begonnen als predikant van de Gereformeerde Kerken, was van 1926 tot 1946 predikant van het Hersteld Verband en overleed op 3 februari 1960 als emeritus predikant van de Nederlandse Hervormde Kerk, waarin het Hersteld Verband zich op 15 mei 1946 liet opnemen.
Lezend, wat anderen over Geelkerken hebben geschreven, kunnen we niet anders dan bewondering hebben voor een man, die ruimte en openheid verkoos boven een zelfgenoegzaam isolement in kerkelijk en theologisch opzicht.
De nieuwe tijd
De gereformeerde wereld veranderde en hoe moeilijk het ook was voor de synodes, die in de loop der jaren werden gehouden om de uitspraken van "Assen" te herroepen, het is op 18 februari 1968 gekomen tot een "verzoeningsdienst" in de gereformeerde Raphaëlpleinkerk te Amsterdam. De dienst, waarin een schuldbelijdenis van de kant van de kerkenraad werd voorgelezen, werd geleid door Ds. J.J. Buskes.
Johannes Gerardus Geelkerken heeft het niet meer mogen meemaken. Bij de latere ontwikkelingen in het kerkelijk leven in Nederland mag zijn naam niet onvermeld blijven. Het samengaan immers van de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Evangelisch-Lutherse Kerk tot de Protestantse Kerk in Nederland ligt in de lijn van de gereformeerde Geelkerken, die in zijn tijd al samenwerkte met de lutheraan Stegenga en de hervormde De Vrijer. Of de slang nu gesproken heeft of niet, gebeten heeft hij in 1926 in elk geval wel. Toch is zijn gif uiteindelijk niet dodelijk gebleken. De Hersteld Verbanders vormden een kerkelijk actief en op de wereld betrokken deel van de kerkelijke kaart van Nederland.
Johannes Gerardus Geelkerken ligt begraven op Zorgvlied. Zijn echtgenote, Ida Jacoba Kardoes met wie hij in 1906 in het huwelijk trad, was reeds in 1950 overleden.
Literatuur
- Ds. G.F.W. Herngreen, een Handjevol Verkenners (Ten Have - Baarn, 1976)
- Dwarsliggers, nonconformisten op de levensweg van Ds. J. J. Buskes (Zomer & Keuning, 1974)
- Dr. E.D.J. de Jongh, Buskes - dominee van het volk (Kok - Kampen, 1998)
- Dr. Otto J. de Jong, Nederlandse Kerkgeschiedenis (Callenbach - Nijkerk, 1978)
- Dr. C.N. Impeta, Kaart van Kerkelijk Nederland (Kok - Kampen, 1972)
- J.J. Buskes, 'Johannes Gerardus Geelkerken' in: Jaarboek van de Maatschappij der Ned. Letterkunde 1960-1961
- Ben van Kaam/Anne van der Meiden, De dominee gaat voorbij (Ambo, 1974)
- Drs. G. Puchinger, Is de gereformeerde wereld veranderd? (Meinema - Delft, 1966)