* Amsterdam 7 juli 1918 - † Noorddijk 7 september 1944
Esmée Adrienne van Eeghen werd in een harmonisch, welgesteld gezin geboren. Haar vader, Reginald (Reggie) van Eeghen, directeur van de Amstel-brouwerij, vernoemde haar naar zijn broer Esme Charles, die in de eerste wereldoorlog was gesneuveld. Haar moeder, jonkvrouw Minette (Miesje) Adrienne van Lennep hertrouwde na haar scheiding van Van Eeghen met baron mr. Alphert (Alph) Schimmelpenninck van der Oye, burgemeester van Maarn en Doorn. Esmée had nog een twee jaar jongere broer David Hendrik (Dave), die enkele dagen voor de Britse bevrijding van Bergen Belsen, aangenomen wordt rond 15 april 1945, overleed. In 1931 werd haar halfbroer Sander geboren. Ze kreeg een goede opvoeding, in hoofdzaak door een gouvernante die haar verschillende talen leerde en maakte met haar stiefvader, die door een functie bij het Olympisch Comité vele plaatsen bezocht, regelmatig buitenlandse reizen. Ze groeide op tot een ontwikkelde, intelligente vrouw, die zich goed kleedde en er altijd verzorgd en opgemaakt uitzag. Later werd zij wel getypeerd als nymfomaan.
In 1943 was ze als verpleegster werkzaam in het Burgerziekenhuis in Amsterdam waar ze de co-assistent Henk Kluvers ontmoette. Ze kregen een verhouding. Henk Kluvers was aan het ondergrondse verzet verbonden en met hem vertrok ze nog datzelfde jaar naar Leeuwarden om onderdak te vinden voor studenten die weigerden de loyaliteitsverklaring te tekenen. Door Kluvers kwam ze in contact met Krijn van den Helm, één van de leidende figuren in het Friese verzet. Stap voor stap raakte ze bij het verzet betrokken. Ze leerde de Friese taal, maar was en bleef een vreemde eend in de Friese bijt. De boerenmensen werden geconfronteerd met een stadse, duur geklede en opgemaakte jonge vrouw die bovendien nog stevig rookte en flink dronk. Een exotische bloem in de Friese klei. Toch werd ze in juni 1943 vaste medewerkster van Krijn van den Helm die onder de indruk was van haar doortastendheid en moed. Toen het verzet een aanbod kreeg voor het gebruik van een auto van een betonfabriek in Birdaard gingen Krijn en Esmée de auto bekijken waarna de eigenaar zijn aanbod terugtrok. Later, na de oorlog, verklaarde hij dat als KP-leiders zich afgeven met zo'n vrouwmens hij niet meer mee deed.
Esmée werd hoofdkoerierster van Krijn. Ze kon zich uitstekend vermommen als Friese verpleegster en noemde zich dan Elly of Sjoerdje. Ze deinsde niet terug voor het meest gevaarlijke werk; vervoerde in een ambulance wapens en neergeschoten geallieerde vliegers, nam deel aan gewapende overvallen en bracht Joodse kinderen uit Amsterdam naar onderduikadressen.
In het najaar van 1943 ging Henk Kluvers naar het Gooi, hij had tbc gekregen en beëindigde de relatie met Esmée. Er is weleens geopperd dat zij hierna met Krijn een verhouding kreeg, anderen spreken dat ten stelligste tegen. Wel waar is dat zij niet schroomde in de 1e klasse coupé van de trein te gaan zitten, wetende dat die gereserveerd was voor Duitse officieren. Het gerucht ging dat zij daarbij gezien was al cognac drinkende met enkele SD'ers. Beweerd werd dat ze na zo'n treinreis het bed gedeeld zou hebben met een SD'er. De geruchten werden veelvuldiger. In de lente van 1944 werd zij in Friesland in het gezelschap van enkele Duitsers gezien. Krijn van den Helm hield haar de hand boven het hoofd door verontruste KP'ers te verzekeren dat zij in zijn opdracht contact zocht met Duitse officieren. Van de kopstukken uit het ondergrondse verzet was Piet Meerburg er van overtuigd dat Esmée hiermee de goede zaak diende, anderen waren hoogst verontrust. Maar toen in juni 1944 bleek dat Esmée contact had met een Duitse wehrmacht officier, Hans Schmälzlein, met hem in het openbaar gearmd gezien was en in Leeuwarden met hem bleek samen te wonen kon ook Krijn's bewering dat dat in zijn opdracht was de lucht niet meer zuiveren. Esmée's houding veranderde ook. Ze vertelde dat ze van de Duitser was gaan houden en dit niet onder stoelen of banken wenste te steken. Ze bleef nog wel illegaal werk doen maar dat werd door een aantal KP'ers te gevaarlijk gevonden. Soms was niet te achterhalen waar ze verbleef. Nadat het geheime hoofdverblijf van de ondergrondse door de Duitsers was overvallen was te verwachten dat een aantal KP'ers niet langer nog maar enig risico met Esmée wenste te nemen. Ook Krijn moest toen toegeven dat ze voor het verzet verloren was. Er werd aan het veemgericht, een soort burgerrechtbank in oorlogstijd, een oordeel gevraagd. Liquideren of niet? Besloten werd dat zij Friesland moest verlaten, zo niet zou ze alsnog worden doodgeschoten. Esmée vertelde dat ze naar Duitsland wilde verhuizen om met Schmälzlein te trouwen. Er werd haar nogmaals duidelijk gemaakt morgen uit Friesland weg te moeten zijn anders zou ze worden omgelegd. Ze werd uitgeleide gedaan door haar Duitse vriend en vertrok naar haar familie in Baarn.
De SD bleef echter naar haar op jacht. Via Bep H., ware naam Antoinette Jaake, die met een andere officier in het huis van Schmälzlein verbleef, kreeg de SD vat op Esmée. Op 9 augustus 1944 gaf An Jaake op het Centraal Station van Amsterdam Esmée de judaskus waarmee ze de in de nabij staande SD'ers aangaf dat dit Esmée was. Ze werd gearresteerd en overgebracht naar het hoofdkwartier van de SD in Groningen. Na de oorlog verklaarde een SD'er dat ze veel informatie had verstrekt. Ze zou ook namen hebben genoemd van verzetsmensen. Hoe betrouwbaar deze mededelingen waren is moeilijk vast te stellen; de SD'ers waren maar al te bereid alles te verklaren wat wenselijk was om de doodstraf te ontlopen. Volgens een kopstuk uit het verzet, Pieter Wijbenga, is het onwaarschijnlijk dat Esmée verraad zou hebben gepleegd. De door haar genoemden kwamen volgens hem via andere wegen in Duitse handen en als Esmée echt had doorgeslagen waren er veel meer tegen de muur gegaan. Ook Piet Meerburg is ervan overtuigd dat zij geen verraad heeft gepleegd. "Ze wist alles" zegt hij, "maar de afspraak was dat je 24 uur je mond hield, daarna kon je praten, dan was toch iedereen weg. Maar dat is geen verraad. Als ze echt verraad had gepleegd had ze onnoemelijk veel schade kunnen aanrichten."
Krijn van den Helm werd op 25 augustus 1944 in Amersfoort door de Nederlandse SS'er Pieter Johan Faber gedood. Op 7 september 1944, 's avonds om 9 uur werd Esmée, samen met de Drentse verzetsstrijder Luitje Kremer, in een auto gezet. Door drie SD'ers werden ze van Groningen in de richting Winsum gereden. Nabij de Noorderhoogebrug over het Nieuwe Kanaal (thans Van Starkenborghkanaal) stapte de chauffeur, de hoge SD'er Knorr uit en liet
Esmée en Kremer ook uitstappen. Op hetzelfde moment schoot Knorr Esmée dood. Luitje Kremer werd onmiddellijk daarna door de eerder genoemde SD'er Faber geëxecuteerd. Gedrieënlijk hebben de SD'ers de twee lijken in het kanaal gegooid. Een boer uit de omgeving verklaarde schoten te hebben gehoord en bewoners uit Paddenpoel in de gemeente Noorddijk vonden in het kanaal twee lijken. Een vrouw die elegant gekleed was en met zeven schoten om het leven was gebracht.
Esmée van Eeghen werd in eerste instantie begraven op de Algemene begraafplaats in Noorddijk. Op 11 augustus 1945 is zij op verzoek van haar moeder herbegraven op de Nieuwe Algemene begraafplaats aan de Wijkamplaan in Baarn (graf II-23-1).
Tijdens het Holland Festival 1995 beleefde de opera "Esmée" van Theo Loevendie en Jan Blokker haar première. De opera is geënt op het leven van Esmée van Eeghen gedurende de periode dat zij in het verzet zat.
Aan rechter zijde van het reeds bestaande oorlogsmonument op het Stationsplein in Baarn werd op maandag 29 oktober 2001 door Prins Bernhard een plaquette onthuld waarop de namen staan van 31 Baarnse inwoners die in de Tweede Wereldoorlog in de strijd tegen de Duitse bezetter het leven lieten. De namen van Esmée en Dave van Eeghen zijn hierop vermeld. Aan de linker zijde van het monument geeft een plaquette informatie over het hoe en waarom.
De toneelgroep Com.Plot speelde op 15 maart 2003 de première van "Der Dames Verzet". In het toneelstuk kijken Joop Logtenberg (de vrouw van Krijn van den Helm), Esmée van Eeghen en haar verraadster An Jaake terug op hun rol in het verzet.
In 2006 werd de film "Zwartboek" uitgebracht. De film handelt over het verzet in Nederland. Het karakter Rachel Stein is samengesteld uit enkele bestaande verzetsstrijders waaronder Esmée van Eeghen.
Op 15 mei 2024 is Esmée's naam en beeltenis officieel toegevoegd aan het monument voor gevallen verzetsstrijders in het Fries Verzetsmuseum. In haar geval ook bedoeld als rehabilitatie.
Header: Huygens Instituut KNAW, Vrouwenlexicon NIOD 27234
Literatuur
- Anita van Ommeren en Ageeth Scherphuis, De oorlog van Esmée van Eeghen (1988)
- Ype Schaaf, Dodelijke dilemma's in het Friese verzet. Het Veemgerecht en Esmée van Eeghen (1995)