In de tweede helft van de negentiende eeuw waren er veel ‘dominee-dichters’ actief, onder hen P.A. Genestet en B. ter Haar. Cornelis Paradijs (een pseudoniem van Frederik van Eeden) noemt ze in zijn Predikantenlied. Als één van de Tachtigers, een vernieuwde beweging binnen de Nederlandse literatuur, verzette Van Eeden zich tegen de ‘dominee-poëzie’ van onder meer deze twee dichters.