Officier-vlieger Cornelis Petrus Auwerda (1890-1922) was één van de eerste marinevliegers die met een zeevliegtuig aan marinemanoeuvres deelnam. Als instructeur op het vliegkamp De Kooy bij Den Helder, maakte hij zich geliefd bij zijn leerlingen en mede-collega’s.
Auwerda werd geboren op 9 januari 1890 te Smilde in een gezin van tolpachter Cornelis Petrus Auwerda en Hendrikje Brink. Hij volgde eerst een opleiding tot onderwijzer, zoals blijkt uit de huwelijksakte en uit een krantenbericht uit 1919. Dat zal hem zeker geholpen hebben bij het feit dat hij later instructeur werd bij het leger. Hij begon daar zijn loopbaan als 2e luitenant der infanterie en kwam in november 1918 op bij Marinevliegkamp de Kooy. Auwerda behaalde op 17 april 1919 het burgervliegbrevet van de Fédération Aéronautique Internationale en stapte toen over naar de Marine Luchtvaart Dienst (MLD). Deze dienst was op 18 augustus 1917 formeel opgericht. In die tijd was de gedachte dat een aparte vliegdienst voor de marine gerechtvaardigd was omdat maritieme vliegers maritieme capaciteiten moesten bezitten. Nog hetzelfde jaar verhuisde de MLD eerst naar Veere en vervolgens naar Vliegveld de Kooy bij Den Helder. Aanvankelijk vloog de MLD met vliegtuigen van Nederlandse makelij zoals de Koolhoven, Spyker, Van Berkel en Fokker.
Op 21 december 1917 trouwde Auwerda in Bussum met de uit Bussum afkomstige Jenneke Maria Rietveld (1894 – 1971). In september 1920 kreeg het paar een dochter die ook Jenneke Maria werd genoemd. Zij werd geboren in Den Helder. Auwerda kreeg landelijk enige bekendheid doordat hij op zijn vluchten her en der landde, wat destijds nog veel opzien baarde. Er kon toen kennelijk nog gewoon geland en opgestegen worden in de weilanden.
Ongeluk
Op maandag 3 april 1922 maakt Auwerda een vlucht in een tweepersoons Spyker V2 jachtvliegtuig samen met leerling-vlieger 2e luitenant J.A. Mahns. Rond 10.30 uur maakte het vliegtuig tijdens de lesvlucht een bocht op 100 meter hoogte. Het vliegtuig gleed vervolgens af en verongelukte tijdens de landing op De Kooy. Beide inzittenden kwamen hierbij om het leven. Auwerda overleed ter plekke aan zijn verwondingen en Mahns, die les kreeg van Auwerda, raakte zwaar gewond. In eerste instantie knapte hij enigszins op, maar hij overleed op 6 april in het Marinehospitaal te Willemsoord (Den Helder) alsnog aan zijn verwondingen.
Op donderdag 6 april in de namiddag werd het stoffelijk overschot van Auwerda met een lijkwagen vanaf het Marinehospitaal aan de buitenhaven te Willemsoord overgebracht naar het station van Den Helder. Vandaar werd het lichaam per trein overgebracht naar Bussum. In Den Helder hingen alle vlaggen halfstok, zowel van schepen als van rijksgebouwen. De lijkwagen met daarin de kist die bedekt was met de Nederlandse driekleur en talloze kransen, werd begeleid door een rijtuig met de familie, een vuurpeloton en talloze officieren, onderofficieren en soldaten. Bij het station gaf het vuurpeloton een salvo af terwijl de kist in de trein werd geladen. De volgende dag, een vrijdag, vond in de middag de begrafenis plaats op de algemene begraafplaats van Bussum. In aanwezigheid van een grote militaire vertegenwoordiging werd de kist naar het graf gebracht. Aan het graf werd onder meer gesproken door een vertegenwoordiger van de Minister van Marine en een vertegenwoordiger van de commandant van de Marine te Den Helder. De commandant van het vliegkamp De Kooij sprak namens zijn directe collega’s. Ook militairen van het garnizoen van Naarden waren aanwezig. Tijdens de uitvaartplechtigheid cirkelde een vliegtuig boven de begraafplaats. Vanzelfsprekend trok de begrafenis in het dorp Bussum veel aandacht.
Het grafmonument
Op het graf van Auwerda staat een opvallend grafmonument. Dat komt met name doordat in de top van het monument een plaquette opgenomen is van een dubbeldekker. Het grafmonument betreft een uit verschillende onderdelen samengestelde stèle op het hoofdeind. Dit onderdeel is vervaardigd uit grijs graniet. Een hoge opstand is geplaatst op een basement dat zich naar voren verbreed en waarin een vogelbadje is opgenomen. De opstand is voorzien van twee zuilen die als het ware het bovendeel dragen waarin de plaquette met vliegtuig is opgenomen. Het graf is afgezet met hardstenen palen op banden. Tussen de palen zijn kettingen gehangen. Na Auwerda is hier in 1963 diens dochter bijgezet, slechts 43 jaar oud. In 1971 vond hier ook diens vrouw haar laatste rustplaats. Getuige het steentje dat voor de stèle ligt, is Jenneke Maria hertrouwd met ene Boerema. Dat feit komt ook naar voren in de regels voor de dochter waar vermeld staat “onze innig geliefde dochter, pleegdochter en moeder”. Bij de tekst voor Auwerda is zijn rang vermeld, maar buiten het vliegtuig is er geen verwijzing naar het ongeluk opgenomen.
Internet:
Een eerdere versie van dit artikel verscheen in de digitale krant BussumsNieuws en NaarderNieuws, 23 januari 2019. Het artikel is voor Dodenakkers.nl uitgebreid.