Poëzie voor de gestorvenen: Lekkum (Friesland)
CLAUU(=D)ITUR HOC MECUM CONJUX DULCISSIMO SAXO
OPTIMAQUE ANTE SUUM FILIA RAPTA DIEM
HIS NIHIL IN VITA FUERIT MIHI D(=C)ARIUS OLIM
HIS TUMULO JUNGI NUNC QUOQUE DULCE MIHI EST
Even ten noorden van Leeuwarden, gelegen aan de Dokkumer Ee, ligt het dorp Lekkum. Op het kerkhof, waarop ook de legendarische dominee Zelle, achterneef van Mata Hari, zijn laatste rustplaats vond, valt het oog op een zerk voorzien van een tekst in het Latijn. De tekst draagt, vanwege het ritme, een sterk poëtisch karakter. In vertaling luidt de tekst:
ONDER DEZE STEEN IS MET MIJ BEGRAVEN MIJN ZEER GELIEFDE ECHTGENOTE
EN ONZE VOORTREFFELIJKE DOCHTER, GESTORVEN VOOR HAAR TIJD
DIERBAARDER DAN ZIJ ZOU MIJ NOOIT MEER IETS IN HET LEVEN ZIJN
DAAROM IS HET MIJ GOED IN DIT GRAF MET HEN VERENIGD TE ZIJN
De zerk dekt het graf van zijn echtgenote en hun enig kind. Geboren in 1742 in de pastorie als zoon van de strijdbare dominee Abraham Wassenbergh, zal hij ongetwijfeld meermalen in de studeerkamer van zijn vader hebben vertoefd. Mogelijk is daar de basis gelegd voor zijn belangstelling voor de klassieken en zijn wetenschappelijke loopbaan. Vooraanstaand wetenschapper op het gebied van de Griekse taal- en letterkunde werd hij de eerste hoogleraar, die officieel als gewoon hoogleraar het Nederlands doceerde. Deze leerstoel bekleedde hij aan de Academie te Franeker. Naast de klassieken en de Nederlandse letterkunde, heeft ook de Friese taal- en letterkunde veel aan hem te danken.
Wassenbergh, die zijn dochter en echtgenote overleefde, overleed in 1826.
Dit artikel verscheen eerder in de nieuwsbrief van november 2008