Poëzie voor de gestorvenen: Beetgum (Friesland)
Op het ommuurde en hooggelegen kerkhof rond de oorspronkelijk aan St. Martinus gewijde kerk bevindt zich de grafkelder van de adellijke familie Thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg. Dit geslacht heeft veel macht gehad niet alleen in het dorp, de grietenij en de provincie, maar ook - evenals elders het geval is geweest - in het bestuur van de kerk.
Toen in 1765 een zekere dominee Gerardus Theodorus de Cock een beroep kreeg naar Beetgum, tekenden een aantal gemeenteleden bezwaar aan, omdat zij hem te vrijzinnig vonden. Het was baron Georg Frederik thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg, die er mede voor heeft gezorgd, dat dominee De Cock toch predikant kon worden in Beetgum. Deze dominee De Cock was de oud-oom van dominee Hendrik de Cock. Hem kennen we als voorman van de rechtzinnigen, die de hervormde kerk van hun dagen te vrijzinnig vonden en zich afscheidden, bekend als de Afscheiding van 1834. Eén van de twee ingangen aan de zuidkant van de kerk is duidelijk de ingang geweest voor de familie Thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg en tevens toegang tot een grafkelder. De bekroning van deze ingang is voorzien van de naam van één der leden van dit geslacht en van een schedel. Het jaartal 1669 slaat op de herbouw van het schip van de kerk, zoals we kunnen opmaken uit een gevelsteen, die de eerste steenlegging memoreert.
Een enkele grafsteen op het kerkhof is voorzien van een grafdicht. Het is aangebracht op de stèle op het graf van Pieter Boomsma, die in 1956 overleed op 22-jarige leeftijd. Het grafdicht luidt:
OP ZACHTE WIEKEN STREEK DE
DOOD ONZICHTBAAR OP HEM NEER
DAAR RIJST HET 'S HEMELS
MORGENROOD
ONS DIERBRE IS NIET MEER
Mogen we uit de woorden OP ZACHTE WIEKEN STREEK DE DOOD ONZICHTBAAR OP HEM NEER opmaken, dat het overlijden van Pieter niet werd verwacht of is hij tijdens een ziekbed stil "weggegleden" in de dood? Hoewel het gedicht niet met zoveel woorden uiting is van een christelijke geloofsovertuiging, zouden de woorden DAAR RIJST HET 'S HEMELS MORGENROOD toch aan kunnen geven, dat met de dood niet alles is gezegd.
Dit artikel verscheen eerder in de nieuwsbrief van december 2008