Grafdicht op de stèle van Johannes Kraaima (1846-1890)
De begraafplaats van het Groningse Sint Annen, gesticht in 1874, bevindt zich even buiten het dorp aan de weg naar Thesinge. Een enkel graf is getooid met een grafdicht, maar vaak niet meer goed leesbaar. Een paar graven valt op door een hekwerk. In een dubbelgraf, voorzien van hekwerk, liggen de ongetrouwde broers Kraaima. Het waren landbouwers. Jan Kraaima, geboren op 23 januari 1842, overleed 30 maart 1920. Zijn stèle met funeraire symboliek is niet voorzien van een grafdicht. Dit in tegenstelling tot dat van zijn broer Johannes. Johannes werd geboren op 19 november 1846 en overleed op 11 mei 1890. We lezen op de stèle:
Zonder kommer en onlusten,
Kan in ’t stof de doode rusten,
In de schaduw van het graf,
Dat elk sterveling beseffe,
Dat de dood ook hem kan treffe,
En zijn leven maait eens af.
{seog:disable}Johannes werd niet oud en op grond van de eerste regels van het grafdicht mogen we aannemen dat er problemen zijn geweest met zijn gezondheid. Met zijn overlijden heeft hij rust gevonden. Het grafdicht vermaant de levende zich zijn eindigheid voor ogen te houden. Treffen we op veel grafmonumenten als doodssymboliek de zeis aan, in dit grafdicht wordt hij in de laatste regel als het ware ten tonele gevoerd. Die laatste regel loopt echter wat vreemd: En zijn leven maait eens af. We zouden eerder verwachten dat er zou staan: En maait eens zijn leven af. Heeft de steenhouwer de opdracht wel goed gelezen, of stond het daarin al verkeerd? We missen ook al de n bij treffe, maar dat zal wel opzet zijn geweest om het te laten rijmen op beseffe.
Het dorp Sint-Annen dankt zijn ontstaan aan een klooster dat Vrouwe Addyerth van Thyum op haar landgoed Inrahus stichtte in 1340. Zoals wel meer geschiedde trad de stichteres in haar eigen klooster in. Het was een vrouwenklooster dat in 1342 onder abt Fredericus Gayckinga van het beroemde klooster van Aduard opgenomen werd in de Cisterciënzer orde, ook wel bekend als Trappisten of Schiere (grijze) Monniken. Het klooster, dat wel Klein-Aduard werd genoemd, werd door de bisschop van Münster, onder wie het gebied viel, gewijd aan de moeder van Maria, de Heilige Anna. Na de Hervorming werden de gebouwen van de Abdij ad Sanctam Annam afgebroken en ontstond het dorp dat de naam Sint- Annen ging dragen. Het lag in het verleden vrij geïsoleerd. Kerkelijk was men georiënteerd op het nabij gelegen Ten Boer, waar ook begraven zal zijn. Korte tijd, van 1889 tot omstreeks 1970, was er in Sint-Annen een zaalkerkje. Door het geringe aantal bezoekers werd het als kerkje afgestoten en verbouwd tot woonhuis.