Bij de stèle van Tjaakje Luikens Dijkema op het kerkhof van Bellingwolde.
Tjaakje Luikens Dijkema overleed op 18 november 1838, nog maar 21 jaar oud.
Haar vader, de landbouwer Luiken Pieters Dijkema, leefde al niet meer. Hij overleed, 66 jaar oud, op 15 augustus 1835. Ten tijde van zijn overlijden was hij burgemeester van Nieuweschans.
Op de stèle van Tjaakje werd als grafdicht aangebracht:
Zacht gaf zij de laatste snikken
En ’t levenslicht was uitgebluscht
De dood deed haar niet meer verschrikken
Wijl ze verbeidde ’t land der rust
Leeft zij daar thans in hooger kringen
’t Is louter vreugde die ze smaakt
Waar d’ Englenscharen zich verdringen
Tot lof van Hem die zalig maakt
Het grafdicht doet vermoeden, dat Tjaakje dusdanig ziek is geweest, dat de dood voor haar verlossing betekende van het lijden. De dood immers deed haar niet meer verschrikken. Zij zag uit naar het land der rust.
De nabestaanden hebben troost geput uit hun geloof, zoals verwoord in de laatste vier regels van het grafdicht.