Lijkschouwing
Glossaries
Term | Definition |
---|---|
Lijkschouwing | Vanuit het Grieks: ‘Autopsie’ wat zoveel betekent als "met eigen ogen zien". Het betreft in dit geval het onderzoeken van een lichaam van een overleden persoon om de doodsoorzaak na te gaan, ook wel sectie of obductie genoemd. Een eenvoudige lijkschouwing is het uitwendig schouwen van de dode door een arts. Daarbij wordt vastgesteld dat de dood is ingetreden met eventueel een opgave van de oorzaak daarvan. Het lichaam wordt daarbij niet geopend. Wanneer daartoe aanleiding bestaat kan ook een inwendige schouw plaatsvinden. Daarbij is er verschil tussen een klinische lijkschouwing; obductie genaamd en een gerechtelijke lijkschouwing; sectie genaamd. Het verschil tussen de termen obductie en sectie is maar heel minimaal. De obductie kan door een arts (namens de familie) worden aangevraagd, waarbij altijd toestemming nodig is van de familie. Voor een sectie is geen toestemming van de familie nodig. De officier van justitie kan dit gelasten. Beide begrippen zijn beter bekend als autopsie en een weinig gebruikt begrip in het Nederlands hiervoor is 'lijkopening'. Een autopsie wordt verricht door een gespecialiseerde arts: een patholoog anatoom. De patholoog anatoom dr. J. Zeldenrust (1907 - 1990) genoot in de jaren zeventig en tachtig van de 20ste eeuw grote bekendheid. Zeldenrust bezocht menig lijkenhuis om ter plekke autopsie te doen. Sommige lijkenhuizen bevatten nog een autopsieruimte met snijtafel en bijbehorende voorzieningen. Een van de bekendste lijkschouwingen was die van Willem van Oranje op 10 juli 1584, uitgevoerd door zijn lijfarts en vriend Pieter van Foreest samen met Cornelis Busennius. Door Amerikaanse tv-programma’s als ‘Crime Scène Investigation’ staat forensisch onderzoek, waaronder ook lijkschouwing, weer in een brede belangstelling. |