Recensie 'Hier ligt begraven. De Oude Joodse begraafplaats van Wageningen'
Wie het boek over de Joodse begraafplaats in Wageningen openslaat, stuit meteen op een plattegrond. Met alle grafmonumenten, afmetingen en schaalaanduiding. Ik ben dan meestal al om, want een dergelijke presentatie is veelzeggend. Het duidt op zorgvuldigheid en streven naar volledigheid. Of dat voor het hele boek geldt is vanzelfsprekend de volgende vraag.
{seog:disable}De geschiedenis van de Oude Joodse begraafplaats in Wageningen was reeds onderwerp van een veelvoud aan artikelen, maar nog nimmer was er een boek over verschenen.
Het boek is voorzien van een voorwoord door Binyomin Jacobs, opperrabbijn van het Interprovinciaal Opperrabbinaat (IPOR). Jacobs haalt aan dat de lege ruimte op Joodse begraafplaatsen hem verdriet doet. Hiermee haalt hij aan hoe anders het had kunnen lopen als de geschiedenis minder gruwelijk was geweest. Hij stelt dat het boek niet alleen een geschiedenis vertelt, maar ook een memoriam is voor allen die hier niet begraven zijn. Het ten geleide van de voorzitter van de Stichting Joods Erfgoed Wageningen e.o., prof. Ir. M.S. Elzas, beschrijft het hoe en waarom van het boek. Inventarisatie, onderzoek en licht herstel leidde tot de informatie over hen die hier begraven liggen. Informatie waarmee de vele bezoekers en andere geïnteresseerden de veel gestelde vragen eindelijk beantwoord kregen. De foto’s waarmee het boek rijk geïllustreerd is, geven een goed beeld van de begraafplaats. Uiteraard is de geschiedenis van de begraafplaats ook onderwerp van het boek. Die geschiedenis start in 1667 wanneer Isaac den Joode een stuk grond krijgt toegewezen als begraafplaats voor hem en zijn familie. Joodse inwoners van Veenendaal en Rhenen mochten er ook gebruik van maken. Het is daarmee één van de vroege Joodse begraafplaatsen in Nederland, want destijds waren er hooguit nog maar een stuk of tien. Er wordt niet lang stilgestaan bij de komst van Joden naar Nederland, want de focus ligt op Wageningen en omringende gemeenten Veenendaal en Rhenen. Dat die drie Joodse gemeenten met elkaar verbonden waren blijkt al snel. Tot 1891 bleven joden uit Rhenen hun doden begraven in Wageningen en die van Veenendaal tot 1899. Zelfs uit Tiel werden hier begrafenissen gedaan. Dat er vooral grafmonumenten van na 1812 te vinden zijn op de begraafplaats komt doordat begin negentiende eeuw de begraafplaats opgehoogd is, terwijl de bestaande grafmonumenten plat werden gelegd. In dit hoofdstuk wordt ook ingegaan op de periode na de sluiting. In 1925 vond de laatste begrafenis plaats en begraven werd alleen nog op de in 1913 in gebruik genomen nieuwe Joodse begraafplaats. Verassend is het om te lezen dat Burgemeester en Wethouders van de gemeente Wageningen in 1967 nog voorstelden om de begraafplaats niet op de monumentenlijst van het Rijk te plaatsen, maar de begraafplaats te verplaatsen. Er wordt vervolgens ook nog stil gestaan bij de omliggende begraafplaatsen van Veenendaal en Rhenen, maar ook dat er in Ede een Joodse begraafplaats was die al lang verdwenen is. Er is een apart hoofdstuk gewijd aan een belangrijk archiefstuk, namelijk de “Memorie van Joden die alhier begraeven zijn”. In de memorie zijn de overledenen vermeld die begraven werden tussen 1727 en 1759. Het archiefstuk is omgezet in leesbare tekst en in een tabel gezet. Hieruit ontstaat een mooi overzicht in wie er in die tijd begraven zijn, terwijl hun grafstenen niet meer zichtbaar zijn. Wat ook niet ontbreekt in het boek is een uitleg over de stenen. Ingegaan wordt op de begrafenis, de teksten op de stenen en afbeeldingen op de steen. Meest verhelderend zijn de foto’s die uitleg geven over de locatie van specifieke teksten. In dit hoofdstuk wordt ook een uitleg gegeven over hoe de grafmonumenten in het volgende hoofdstuk zijn beschreven en vertaald.
Het grootste deel van het boek bestaat uit de beschrijving van de grafstenen op de begraafplaats. Maar liefst 100 van de 135 bladzijden worden besteed aan de begravenen. Per graf is een foto van het monument opgenomen, de Hebreeuwse tekst op de steen met daarnaast een vertaling en een toelichting op persoon of het opgenomen symbool. In eerste instantie komt de lay-out van dit hoofdstuk wat rommelig over. Nadere bestudering en de consistente toepassing ervan maken dat er gaandeweg toch waardering ontstaat voor deze aanpak. Het verklaart ook het liggende formaat dat voor het boek is gekozen. Op die wijze kan de informatie over de grafstenen beter gepresenteerd worden. De foto’s en tekst in het hoofdstuk blijken goed op elkaar afgestemd te zijn, alhoewel op de meeste foto’s de tekst op de stenen niet leesbaar is. Dat is geen bezwaar, want de juiste tekst in Hebreeuws en Nederlands staat ernaast. In totaal 227 grafstenen worden beschreven en een index op alle namen maakt het zoeken naar de juiste steen gemakkelijk.
Voor het doel waarvoor het boek geschreven is, mag het zeker als geslaagd worden beschouwd. Het geeft inzicht in de geschiedenis van de plek, de omgeving en in de mensen die hier begraven liggen. Zelfs als hun grafmonument niet meer tastbaar aanwezig is. Het boek is compleet, bevat alle aspecten die voor de lezer leerzaam en handig zijn. De auteurs hebben ook niet de fout gemaakt door al te veel in te gaan op de Joodse geschiedenis in het algemeen. Alleen daar waar het van belang is voor de context van het verhaal over Wageningen wordt dit aangehaald. Het zou wenselijk zijn als dergelijke publicaties ook voor ander Joodse begraafplaatsen het licht zien.
Titel: Hier ligt begraven. De oude joodse begraafplaats van Wageningen
Onder redactie van Francine Püttmann
Aantal pagina's: 135
Uitgever: Walburg Pers, Zutphen
ISBN: 978 94 6249 316 2
Prijs: € 29,95, gebonden in harde kaft
Boek is via onze webshop te bestellen