* Amsterdam 1 oktober 1872 - † Amsterdam 5 augustus 1932
Querido werd geboren in een Portugees-Joodse diamantwerkersfamilie. Aanvankelijk werd de jonge Israël particulier geschoold, maar vanaf zijn veertiende volgde hij een opleiding tot horlogemaker. Tijdens de opleiding liep hij een oogbeschadiging op, waarna hij in de leer ging in de diamantindustrie. Mede als gevolg van het oogdefect werd dit geen succes en hij begon een carrière in de journalistiek bij De Amsterdammer. In die tijd zette hij de eerste stappen in het schrijversvak, in eerste instantie als romanschrijver en dichter, maar in beiden was hij weinig succesvol, hoewel hij zijn hele leven lang romans bleef schrijven. Al snel bekwaamde Querido zich in de literaire kritiek, dat hijzelf als een aparte lyrische kunstvorm beschouwde. Mensen haatten hem, maar door anderen werd hij vereerd. Iedereen in de literaire wereld kende hem.
In 1897 werd Querido lid van de SDAP, waardoor hij in contact kwam met Herman Heijermans. Met hem werkte Querido samen aan De Jonge Gids, de socialistische tegenhanger van De Nieuwe Gids. Al de schrijverij leverde Querido echter nauwelijks een inkomen op, getuige ook de oprichting in 1909 van de Vereeniging Querido die zich ten doel stelde 'den dringensten schuldenlast van Querido's schouders te nemen'. Lid van deze vereniging werden o.a. Marcellus Emants, F.M. Wibaut en P.J. Troelstra.
In 1927 stichtte Querido samen met A.M. de Jong het socialistisch gerichte literaire tijdschrift Nu, waarin zij heftig ten strijde trokken tegen de in hun ogen te individualistische Nederlandse literatuur. Het tijdschrift ging al na de tweede jaargang in 1929 ter ziele, nadat aan het slot van de eerste jaargang A. M. de Jong wegens een conflict met Querido zich uit de redactie had teruggetrokken. Door meerderen werd Querido in zijn carrière verweten dat hij maatschappelijke hartstocht ontbeerde. Daarnaast was zijn socialistische visie onvoldoende terug te vinden in zijn literaire werk. In dat werk sloot hij veel meer aan bij de individualistische stijl van de Tachtigers.
Eind juli 1932 werd Querido voor een 'zenuwaandoening' in de Amsterdamse Boerhaavekliniek opgenomen, waar hij plotseling aan een hartverlamming overleed. Zijn vrouw en zijn verstandelijk gehandicapte zoon werden in die tijd op advies van de arts Arie Querido, een neef van Israël, verpleegd in de psychiatrische inrichting Het Apeldoomsche Bosch.
Na zijn dood ontstond grote commotie in de Portugees-Israëlitische gemeenschap, omdat Andries de Rosa, een vriend van Querido, stelde dat Querido op geen andere begraafplaats dan Zorgvlied begraven wilde worden. Querido's vrouw had weliswaar haar handtekening hiervoor gezet, maar zijn neef wist deze handtekening ongeldig te laten verklaren. Toch werd Querido begraven op Zorgvlied in Amsterdam.Querido's bibliotheek werd op last van de gemeente Amsterdam geveild om de verpleging van de armlastige nabestaanden te betalen.
Literatuur
- S.A.J. van Faassen, 'Querido, Israël (1872-1932)', in Biografisch Woordenboek van Nederland. [13-03-2008]
- Stance Eenhuis, 'Querido, Israël', oorspronkelijk gepubliceerd in: BWSA 7 (1998), p. 173-176 [10-02-2003]
Header: Begrafenis Querido. Stadsarchief Amsterdam / Vereenigde Fotobureaux N.V.