* Vierhuizen, 19 maart 1883 - † Ten Boer, 21 april 1956
In 1749 werd in Ezinge (Gr) Trijntje Alberts geboren. Door haar huwelijk met een Duits militair verhuisde zij na de geboorte van een dochter naar Duitsland, maar ze keerde terug naar Nederland na het overlijden van haar man. Inmiddels is ze dan ook moeder geworden van een zoon. Ze vestigde zich in Ezinge, waar ze als naaister bij de familie Arends in haar levensonderhoud en dat van haar kinderen voorzag. Tijdens haar werkzaamheden vertelde ze de kinderen allerlei sprookjes en verhalen. Een van de kinderen heeft die verhalen in een schrift geschreven, dat uiteindelijk belandde bij mevrouw Eilina Johanna Huizenga-Onnekes, die het in 1928 als boek liet uitgeven onder de titel: Groninger volksvertellingen I. Het boek van Trijntje Soldaats. Een belangwekkend boek, omdat het een belangrijke bron was van volksverhalen uit de 18e eeuw. Daarnaast was het gedrukt op de persen van H.N. Werkman en had Johan Dijkstra het voorzien van houtsnedes. Beiden, zoals bekend, leden van De Ploeg. Trijntje "Soldaats" overleed in 1814 en is begraven bij de kerk van Ezinge, waar haar graf niet meer te vinden is. Het kind, dat de verhalen in 1804 in kinderlijk Nederlands in een schrift schreef, was Gerrit Arend Arends (1793- 1876). Hij is nog burgemeester geweest van de gemeente Ezinge. Zijn graf vinden we op de Algemene Begraafplaats te Ezinge aan de Allersmaweg.
{seog:disable}Op de Algemene Begraafplaats van Ten Boer (Gr) ligt Eilina Johanna Huizenga-Onnekes begraven. Op de grafsteen staat onder haar naam: folkloriste. Eilina Johanna Onnekes werd op 19 maart 1883 geboren te Vierhuizen als dochter van de predikant van Zoutkamp en Vierhuizen. Twee dorpen, waarvan Vierhuizen het oudst is.
Al in 1525 komen we de naam Veerhusen tegen. Vanaf 1571 spreekt men van Vierhuizen. Bij het dorp lagen een tweetal borgen, die in de loop van de tijd gesloopt zijn: Bewsum en Panser. Het oudste gebouw, dat er nog staat, is de Hervormde kerk uit 1664. Rond deze kerk bevinden zich nog een aantal oude zerken. Een heel bijzondere zerk is dat van Klaas Jans. Een zerk met een verhaal. Het verhaal van een schaatstocht met dramatische afloop. Ongetwijfeld heeft Line, zoals ze werd genoemd, dit verhaal horen vertellen en zelf gelezen op de zerk.
TER GEDACHTENISSE VAN DE EERSAME KLAAS JANS, IN ZYN
LEVEN HUISMAN OP MIDHUISEN ONDER VIERHUISEN, OVERLEDEN
OP DEN 1 FEBRUAR 1787 IN DEN OUDERDOM VAN 28 JAAREN, 5 MAANDEN
EN 2 DAGEN, NALAATENDE ZYN WEDU. LUIKTJEN LUES DYKHUIS EN
EEN ZOONTJE.
TOEN IK NOG WAS, ZEID MEN VAN MY / GEEN STERKER MENSCH ZIET MEN ALS GY / 'T WAS WAARLYK SOO, MAAR MERKT, DAT GOD / MY DEED ONTMOETEN TOT MYN LOT / DAAR 'K MORGENS VAN MYN VROUW EN KIND / HOE STERK GELIEFD EN TEER BEMIND / MYN AFSCHEID NAM, OP SCHAATSEN REED / NA GRUNO 'S STAD, DAAR NU NIEUW LEED / MY NU WEER TROF, DOORDIEN EEN BREUK / MY JAAREN LANK VEEL SMART EN KREUK / HEEFT ANGEBRACHT, VERMEESTERD MY / IN DEEZE STAND, WAAROM IK VRY / BY EEN BREUKMEESTER MY BEGAF / MAAR JUIST DIE MAN HAD OP DE PAS / VOOR MY GEEN BAAT, ZOODAT IK DOE / MY DUS BERIED OM NAAR HUIS TOE/ OP SCHAATSEN WEER TE RYDEN WOU / IN ZULK EEN STAND IS WAARE ROUW / DIE HYR OP VIEL, IK KWAM ZOO THUIS / DOORNAT GESWEET VAN PYN EN KRUIS / BY MYN GELIEFDE VROUW EN KROOST / DIREKT NA 'T BED, 'K WAS AFGESLOOFT / TERSTOND GEHAALD TWEE ARS OM RAAD / VLYT ANGEWEND, MAAR 'T WAS TE LAAD / WANT ZIET, GEEN KRUID VOOR MY ZY KENDEN / MOEST IK DEN DERDEN DAG TEN ENDEN / MYN LEEFTYD ZYN, DUS BEN IK NET / DE TYNDE DAG IN 'T GRAF GEZET / VANWAAR IK WEER VERYSEN ZAL / VAAR WEL GELIEFDE, LOOFT GOD AL.
Vierhuizen was een kleine gemeenschap, dat hoofdzakelijk bestond uit arbeiders, die werkten op de boerderijen in de omgeving. Zoutkamp, ontstaan rond 1575 als een versterking aan de monding van het Reitdiep, zag zich langzaam maar zeker ontwikkelen tot een vissersdorp. Wel werden er na 1795 gedurende de Franse overheersing nog Franse soldaten gelegerd om de Engelsen te kunnen afslaan; in 1882 werd de vesting definitief opgeheven en nam de bevolking toe. Er kwam in 1827 een eigen school en er verrees in 1836 een eigen kerk.
In 1897 verhuisde Line met het gezin naar Godlinze, waar haar vader als predikant beroepen was. Na enige jaren leerling geweest te zijn van de normaalschool te Bierum, werd ze aan de zorg toevertrouwd van een paar ongetrouwde dames in Groningen, die de laatste hand moesten leggen aan haar opvoeding. Niet ongebruikelijk voor meisjes uit de "betere" kringen. In 1909 trouwde ze met Jan Hendrik Huizenga en ze vestigden zich op een boerderij in Ten Boer om na 1950 in het dorp zelf te gaan wonen. Een actieve vrouw, die behalve boerin en huisvrouw ook zeer betrokken was bij het dorpsleven. Ze had een grote belangstelling voor geschiedenis en folklore. Dit zal ze hebben meegekregen van haar familie, zowel van vaders- als van moederszijde. Oom Johannes Onnekes was een van de eerste Groninger folkloristen.
Het schriftje met de sprookjes verteld door Trijntje Soldaats en de vraag, na een lezing die ze gehouden had over Gösta Berling van Selma Lagerlöf, of er ook zulke sagen in Groningen bestonden, deed haar erop uittrekken en mensen opzoeken, die haar op dat punt stof konden leveren. Het leverde zoveel op, dat na de uitgave van Groninger volksvertellingen I, het boek van Trijntje Soldaats, in 1929 volgde: Groninger vertellingen II, het boek van Minne Koning. Ook hier weer illustraties van Johan Dijkstra. In 1930 volgde Groninger Volksverhalen. Haar werk vond een gunstig onthaal. Treffend was de ongekunstelde, aanschouwelijke en kernachtige taal van de overgeleverde verhalen, die ze optekende uit de mond van vaak eenvoudige mensen, die ze opzocht om aan materiaal te komen. Ze schreef in diverse kranten en tijdschriften en hield vele lezingen met name over folklore en geschiedenis van Groningen. Daarnaast was zij lid van vele verenigingen, vaak bestuurslid, onder andere van de Maatschappij van Nederlandse Letterkunde. Mevrouw Eilina Johanna Huizenga-Onnekes overleed op 21 april 1956 in Ten Boer. In het Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde 1956-1957 werd zij uitvoerig herdacht.
Literatuur
- Groningen Gids voor cultuur en landschap; Bedum (1994)
- Nieuwe Groninger Encyclopedie; Groningen (1999)
- K. ter Laan, Folklore in de Groninger letteren; Groninger Genootschap (1961)
- A.J. Scholte, Jaarboek Maatschappij der Ned.Letterkunde 1956-1957
- A. Pathuis, Groninger gedenkwaardigheden; Van Gorcum (1977)
Internet