* Nes 20 december 1891 - † Utrecht 28 december 1968
Een vergeten Zeister schrijfster van christelijke literatuur
In de burgerlijke stand werd zij ingeschreven als Margaretha Anna Maria, maar door haar omgeving werd zij Greet genoemd. Greet Boldingh werd geboren te Nes op Ameland op 20 december 1891. Zij was de oudste dochter van Dirk Johannes Boldingh en van Wilhelmina Engelina Balkema. Haar vader was op Ameland huisarts. Op dit eiland bracht ze acht onbekommerde jeugdjaren door. Toen haar vader arts werd in Schellinkhout, verhuisde het gezin naar de 'vaste wal'. Drie jaar later overleed hij. Haar moeder ging met haar kinderen in Apeldoorn wonen. Hier werd zij opgeleid voor onderwijzeres. Naast haar in Apeldoorn woonde Wilma Vermaat (1873-1967), een onderwijzeres die in 1907 debuteerde als schrijfster. Onder het pseudoniem Wilma schreef zij vooral christelijke romans. Uit de zorg die Wilma Vermaat aan haar buurmeisje schonk, kwam een levenslange vriendschap voort. Na het behalen van het onderwijzersdiploma werd zij eerst onderwijzeres in Elspeet, daarna in Noordwijk aan Zee en in 1916 in Zeist op de Hervormde school aan de Weeshuislaan. Op 25 oktober 1916 verhuisde zij naar Zeist.
{seog:disable}De feministe en schrijfster Titia van der Tuuk (1854-1939) ging in de tijd dat zij voor onderwijzeres studeerde weinig naar de kerk. Rond haar 21e begon zij te twijfelen en zwoor toen het geloof af. Bij Greet Boldingh gebeurde het omgekeerde. De familie was Nederlands Hervormd en toch was er in haar ouderlijk huis geen bijbel in huis en men ging ook niet naar de kerk. Onder invloed van Wilma Vermaat begon zij zich rond haar twintigste juist te verdiepen in het geloof en trouw naar de kerk te gaan. Later zou zij zich aansluiten bij de Evangelische Broedergemeente. Zij zag in haar leven de hand van God. Op de school in Zeist waar zij les gaf, ontmoette zij haar toekomstige man. Ze trouwde op 2 juni 1927 met haar acht jaar jongere collega Jan Renes en nam zij ontslag als onderwijzeres. Uit dit huwelijk werden twee zonen geboren. Toen de eerste zoon geboren werd, had het jonge echtpaar het financieel niet breed en de aanschaf van een kinderwagen was erg begrotelijk. Dit vormde wel het begin van haar schrijversschap. Ze begon korte verhalen uit haar kinderjaren op te schrijven, die opgenomen werden in Stemmen des Tijds, een calvinistisch tijdschrift. De schetsen werden door de uitgeverij Callenbach gebundeld en als haar eerste boek uitgegeven.
Op 11 juni 1930 vertrok het onderwijzersgezin Renes-Boldingh naar Nederlands-Indië, waar haar man als leraar aan een mulo-school was benoemd. Op 29 augustus 1936 waren zij weer terug in Zeist. Zij zouden ook niet meer naar terugkeren naar de Oost, want haar man werd afgekeurd voor de tropen. In Indië schreef zij haar eerste roman Bandjir. Na eerst nog op twee andere adressen in Zeist te hebben gewoond, betrok ze met haar gezin op 30 mei 1940 het pand Zusterplein 8 waar ze tot aan haar dood in 1968 zou blijven wonen en werken. Greet Boldingh was een productieve schrijfster. Meer dan 75 stichtelijke romans, jeugd- en andere boeken en veel tijdschriftartikelen heeft zij op haar naam staan, veel met een historische achtergrond. Zij werd als een zeer consciëntieuze schrijfster gezien, die haar bronnen goed bestudeerde en nauwgezet op stijl en woordkeus lette.
Haar Broedergemeenteroman Het oude Posthuis uit 1953 is misschien haar meest gelezen boek. Omdat zij zoveel wist over de historie van de Evangelische Broedergemeente, heeft zij jarenlang bezoekers uit binnen- en buitenland over het Broeder- en Zusterplein rondgeleid. Haar studie over de historie van Zeist, waarvan een aantal in de jaren 1967/1968 in de Nieuwe Zeister Courant werd gepubliceerd, was kwalitatief minder van aard. Op advies van Prof. Dr. J.Ph. de Monté VerLoren, ondervoorzitter van de Van de Poll-Stichting, werd deze serie gestaakt. Boldingh was lid van de in 1947 ingestelde gezangboekcommissie van de Evangelische Broedergemeente, waarin zij het enige lid was dat zich kon beroepen op literaire ervaring. De werkzaamheden van deze commissie vlotten echter niet. Pas in 1969 werd een nieuw gezangboek in gebruik genomen.
Renes-Boldingh overleed op 77-jarige leeftijd in een ziekenhuis te Utrecht. Zij werd op 31 december 1968 volgens het begrafenisritueel van de Broedergemeente begraven op de begraafplaats aan de Zinzendorflaan; vak west 2, rij 3, graf 10, nummer 1359.
Hoewel zij getypeerd wordt als een schrijfster van christelijke literatuur, komt zij niet voor in de Christelijke Encyclopedie. In de 'digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren' zoekt men haar naam eveneens tevergeefs. Mag de literaire wereld haar vergeten zijn en haar werk meer als lectuur beschouwen, in Zeist leeft haar naam nog voort.
Bronnen
- Gemeentearchief Zeist; Burgerlijke stand en bevolkingsregister van de gemeente Zeist.
- Gemeentearchief Zeist; Topografisch-historische documentatieverzameling, 4.2 Biografieën