Letteren
* Amsterdam 1 oktober 1872 - † Amsterdam 5 augustus 1932
Querido werd geboren in een Portugees-Joodse diamantwerkersfamilie. Aanvankelijk werd de jonge Israël particulier geschoold, maar vanaf zijn veertiende volgde hij een opleiding tot horlogemaker. Tijdens de opleiding liep hij een oogbeschadiging op, waarna hij in de leer ging in de diamantindustrie. Mede als gevolg van het oogdefect werd dit geen succes en hij begon een carrière in de journalistiek bij De Amsterdammer. In die tijd zette hij de eerste stappen in het schrijversvak, in eerste instantie als romanschrijver en dichter, maar in beiden was hij weinig succesvol, hoewel hij zijn hele leven lang romans bleef schrijven. Al snel bekwaamde Querido zich in de literaire kritiek, dat hijzelf als een aparte lyrische kunstvorm beschouwde. Mensen haatten hem, maar door anderen werd hij vereerd. Iedereen in de literaire wereld kende hem.
* Rotterdam, 3 december 1864 - † Zandvoort, 22 november 1924
Herman Heijermans wordt vooral herinnerd als toneelschrijver. Meest bekende werk is ongetwijfeld 'Op hoop van zegen'. Hij was de oprichter van het socialistische tijdschrift De Jonge Gids en was vijf jaar redacteur van deze uitgave. Van 1907 tot 1912 werkte hij in Berlijn als journalist. Terug in Nederland richtte Herman Heijermans de NV Toneelvereniging op. Na de scheiding met Marie Sophie Peers huwde hij in 1918 met de actrice Annie Jurgens. Heijermans gebruikte vele pseudoniemen. De roman "Kamertjeszonde" (1899), waarin de vrije liefde centraal staat, verscheen onder het pseudoniem Koos Hobbema. Voor De Telegraaf en later het Algemeen Handelsblad schreef hij honderden amusante schetsen onder de naam Samuel Falkland.
De SDAP droeg zorg voor zijn begrafenis. In een zee van rode vlaggen met open rijtuigen vol kransen en bloemen trok de begrafenisstoet langs de Amstel, waar duizenden hem een laatste groet brachten.
* Haarlem 3 april 1860 – † Bussum 16 juni 1932
Frederik van Eeden studeerde medicijnen in Amsterdam en opende in 1887 een kliniek voor de behandeling van lichamelijke klachten door middel van hypnotische suggestie. Hij wordt beschouwd als één van de eerste psychiaters in Nederland.
In 1885 richtte Van Eeden met onder meer Willem Kloos en Albert Verwey het tijdschrift 'De Nieuwe Gids' op. Hierin verscheen in de eerste jaargang 'De kleine Johannes'. De literaire beweging die met 'De Nieuwe Gids' zou ontstaan - De Tachtigers - had grote invloed op de Nederlandse literatuur. In eigen land was Van Eeden niet bijzonder populair, in het buitenland daarentegen was hij de bekendste schrijver van zijn generatie. Enkele latere werken van Van Eeden zijn 'Van de koele meren des doods' (1900) en 'Pauls ontwaken' (1913).
Vanaf het begin had Van Eeden grote sympathie voor de sociale beweging in Nederland. In 1898 stichtte hij de kolonie Walden in Bussum, naar een idee van Henri Thoreau, auteur van 'Walden or Life in the Woods', een dagboek van een natuurkolonie. Het experiment liep na enkele jaren op een mislukking uit. In 1921 zou Van Eeden zich bekeren tot het katholicisme.
In de laatste jaren van zijn leven ging Van Eeden steeds meer gebukt onder een zwakke gezondheid. De laatste maanden van zijn leven herkende hij vrijwel niemand meer. Op 16 juni 1932 overleed hij aan de gevolgen van een bronchitis. Enkele dagen later werd hij onder massale belangstelling begraven op de Oude RK Begraafplaats in Bussum.
De vertaling van de tekst op zijn steen luidt: 'Geef hem, Heer, de eeuwige rust, en moge het eeuwige licht hem verlichten'.
Literatuur
- 'Waar ligt Poot?', Heesen, Jansen, Schilders; Baarn, 1997
- 'Letterkundig Kontakt', Orneé, Wijngaards; Zutphen, 1971
- 'Tweespalt. Het leven van Frederik van Eeden tot 1901.', Fontijn; Amsterdam, 1990
* Den Haag 3 juli 1900 – † Amsterdam 4 februari 1968
Gerard den Brabander is het pseudoniem van Jan Gerardus Jofriet. Dichter en mede-oprichter van het internationale tijdschrift Centaur. Zijn werk kenmerkt zich door cynisme, sarcasme en pessismisme. In latere jaren maakt dit plaats voor mildere melancholie en levensaanvaarding. Naast zijn eigen poezie verscheen er ook vertaalwerk van o.a. Shakespeare, Heine en Ibsen van zijn hand.
In februari 1968 verbleef Den Brabander in de Jellinekkliniek voor alcohoholisch verslaafden in Amsterdam. In een poging om te zien of de avondkrant al in de bus was gevallen, viel hij van de trap en raakte ernstig gewond. De volgende dag overleed hij aan zijn verwondingen.
Op zijn grafsteen het volgende gedicht:
En nu terwijl de straat geen einde heeft,
en tussen stenen de muziek herleeft,
staat onder een lantaarn de oude dichter
en zingt zijn lied... En het wordt licht en lichter.