* EPE 15 FEBRUARI 1874 – † ZEIST 8 MEI 1954
BLOEMIST, KWEKER, HOVENIER, WINKELIER, TUINARCHITECT, RAADSLID EN WETHOUDER
{seog:disable}Over het oeuvre van tuinarchitect Meeuwenberg is weinig bekend. Dat komt enerzijds omdat hij voor zover bekend weinig archief heeft nagelaten, anderzijds doordat hij geen grote werken zoals de tuinarchitecten Springer, Zocher en Copijn heeft gerealiseerd. Door zijn nevenwerkzaamheden is het aantal ontwerpen beperkt gebleven. Zijn ontwerpen zijn vooral regionaal van grote betekenis. Dit onderzoek toont aan dat hij niet alleen een vakman was, maar ook een veelzijdig, hardwerkend, toegewijd en sociaalvoelend mens met het hart op de goede plaats. Met dit artikel hoop ik dat er meer bekend wordt over het werk van Meeuwenberg.
Privé
Derk Meeuwenberg werd op 15 februari 1874 in Epe op de Veluwe geboren als zoon van Derk Meeuwenberg sr. (1843-1886) en Johanna Gezina (Gesiena) Hermina Hagens (1844-1922). Al vroeg voelde hij zich tot het groen aangetrokken. Mogelijk als hovenier of bloemist opgeleid, belandt hij rond zijn 25ste in Zeist waar hij zijn verdere leven zou blijven. Op 26 april 1901 trouwt Derk merkwaardigerwijs niet in Zeist maar in Doorn met de een jaar jongere Gelderse Wilhelmina Christina Kruitbosch, geboren 28 april 1875 te Rozendaal. [1] Zij schonk hem twee kinderen, te weten Dirk Gerhard op 16 februari 1902 en Christina Brandina op 3 juni 1906. [2] Zijn zoon zou later in het bedrijf komen werken als bloemist. Naast zijn werk als bloemist, hovenier en tuinarchitect was Derk op vele andere gebieden actief. Volgens Van der Burg en Rhoen was hij medeoprichter en voorzitter (1901) van de Zeister Jongelings-Bond ’Jonathan’, opgericht in 1901. Tot 1912 was hij bestuurslid van de Floralia-Vereeniging die onder andere bloemententoonstellingen in Zeist organiseerde. Daarna was hij medeoprichter en van 1913 tot 1928 voorzitter van Bloemisten-Patroonsvereniging voor Zeist en omstreken (opgericht 1913) en tweede voorzitter van de Zeister Handelsvereeniging.
Verder was Meeuwenberg betrokken bij de organisatie van de Floralia Tentoonstellingen en de eerste Moederdag in 1925 in Zeist op 20 mei. [3] Voor de organisatie van Moederdag zat hij in ’Het Zeister Moederdagscomité’. Zowel de Floralia Tentoonstellingen (sinds 1905) als de viering van Moederdag waren initiatieven van de afdeling Zeist der Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde (sinds 1873) waar Meeuwenberg en collega Smitskamp lid van waren. Ook in en rond de Hervormde kerk in Zeist was hij actief als lid kerkenraad en ouderling. Verder kan genoemd worden dat hij voorzitter was van Vereeniging ’Christelijke Belangen’, opgericht 1 juli 1913. Tot slot was hij lid eere-Comité der Willem de Zwijger-herdenking in Zeist in 1933.[4]
Derk Meeuwenberg heeft sinds zijn verblijf in Zeist allerlei nevenactiviteiten gehad. Opmerkelijk is dat Meeuwenberg net als zijn laatste baas in Zeist, dhr. C.G. van Dijk, een periode in de gemeenteraad van Zeist zat. Deze periode was van 1929 tot 1939. Meeuwenberg wist zich in de periode 1931-1935 zelfs tot wethouder op te werken. [5] Uit de periode dat hij bestuursfuncties had, dateren ook zijn plannen voor uitbreidingswijken in Zeist, te weten park Kersbergen en park Griffensteijn. Nog steeds zijn deze wijken gewilde woonlocaties in Zeist.
Na een zeer arbeidzaam leven waarin hij zich ook nadrukkelijk heeft ingezet voor het algemeen belang van Zeist en voor de branche waarin hij werkte, overleed Derk Meeuwenberg op de hoge leeftijd van ruim 80 jaar op 8 mei 1954. Zijn vrouw volgde hem ruim zes jaar later in het hiernamaals en wel op 10 november 1961. Beiden liggen begraven op de Gemeentelijke Begraafplaats aan de Woudenbergseweg in Zeist. [6]
Tekst op de grafsteen:
DIRK MEEUWENBERG GEB. 15 FEBR. ’74 OVERL. 8 MEI ’54 WILHELMINA CHRISTINA MEEUWENBERG -KRUITBOS GEB. 28 APRIL 1875 OVERL. 10 NOV. ’61. |
Het betreft hier een rechtopstaande grafsteen die aan de bovenzijde is getoogd. Aan de voorzijde is in de steen een kader aangebracht waarin vrij grove letters en cijfers van de graftekst zijn uitgespaard. Vreemd dat er twee fouten op staan: DIRK>DERK; KRUIDBOS>KRUIDBOSCH.
Eigen bedrijf
Waar hij zijn opleiding volgde is niet bekend; een school in de Randstad lijkt voor de hand te liggen. Over waar hij zijn ervaring opdeed, weten we weinig. Bekend is dat hij zich reeds in 1899 in Zeist had gevestigd. Tot november 1903 was hij als bedrijfsleider in dienst van C.G. van Dijk (1864-1905), eigenaar van bloemisterij Flora. Rond zijn dertigste voelde hij zich sterk genoeg om een eigen bedrijf te beginnen. Zo vestigde Meeuwenberg zich op 1 december 1903 eerst op Bloemisterij het Paviljoen aan de Utrechtseweg in Zeist. Lang verbleef hij daar niet. Reeds in november 1904 nam hij het failliete bedrijf Flora van bloemist Cornelis Gijsbert van Dijk aan de Montaubanstraat 4 in Zeist over. De Montaubanstraat, een zijstraat aan de Utrechtseweg, ligt in het oude centrum van Zeist op steenworp afstand van de middeleeuwse Oude kerk. De Utrechtseweg is nog steeds de hoofdweg van Utrecht naar Zeist.
Derk Meeuwenberg was ambitieus en ging met alle nieuwe ontwikkelingen die zich begin twintigste-eeuw aandienden snel mee. Zo was hij volgens het telefoonboek van 1915 geregistreerd als bloemist en in Zeist onder nummer 70 bereikbaar. Door de overname van het bedrijf van Van Dijk kwam Meeuwenberg in een gespreid bedje terecht. Er was een kwekerij met een veelheid aan gewassen, er waren kassen, er was een winkel, er was een netwerk van klanten, er was personeel en er was zelfs een woning. Er zal een flinke investering benodigd zijn geweest, maar het failliete bedrijf Flora zal hoogstwaarschijnlijk niet tegen de hoogste prijs in andere handen zijn over gegaan. Veel wat Van Dijk had opgebouwd, heeft Meeuwenberg gewoon overgenomen, zelfs de naam van het bedrijf. De naam Flora had vooral betrekking op de kwekerij.
In de traditie van Van Dijk gaf Meeuwenberg ook catalogi (brochures) uit die hij prijscouranten noemde. Uit deze prijscouranten, waarvan een aantal is bewaard, is op te maken dat hij in 1904 het bedrijf overnam, dus hetzelfde jaar waarin Van Dijk failliet ging. In onder andere zijn prijscouranten en in de brochure van de Zeister smederij Gadellaa uit 1931 komen wij de bedrijfsvermelding ’Tuinbouw-Inrichting D. Meeuwenberg’ tegen. Voor zijn bedrijf met al zijn nevenactiviteiten hanteerde hij deze bedrijfsaanduiding. Zijn tuinbouwinrichting bestond naast de bloembinderij, de bloemisterij, de kwekerij, de boomkwekerij ook nog uit een andere tak, namelijk de tuinarchitectuur en de tuinaanleg.
Kassen, winkels en woningen
Bij de overname van bloemisterij Flora waren enkele kassen en bakken voor het kweken van planten aanwezig. Voor het zaaien en opkweken van jonge gewassen, zoals de eenjarige perkplanten, stonden een zaaikas en enkele bakken ter beschikking. In 1931 of iets daarvoor heeft de eerdergenoemde Zeister firma Gadellaa er een nieuwe verwarmingsinstallatie geplaatst. [7]
Oud-Zeisternaren herinnerden zich dat bij het bedrijf ook een soort winkel was waar je een en ander kon aanschaffen. Deze winkel was niet in opdracht van Meeuwenberg maar van Van Dijk gebouwd. In de dertiger jaren opende Meeuwenberg een filiaal in de vorm van een bloemenwinkel aan de Slotlaan no. 65; tegenwoordig is dit nummer 247.[8] In dit pand, een ontwerp uit 1924 van de architecten Jan en Theo Stuivinga, zat enige jaren terug nog Bloemenspeciaalzaak Juffertje in het Groen. Wanneer precies dit filiaal werd geopend is niet precies bekend, maar in ieder geval kort ná 1929.[9] Dit filiaal was telefonisch bereikbaar onder no. 1457. [10] Op de pui van de winkel stond te lezen: TUINBOUWINRICHTING - D. MEEUWENBERG – BLOEMISTERIJ. Tegen de achterzijde van het winkelpand stond een ijzeren tabletkas gebouwd, mogelijk door Gadellaa geplaatst. Verder blijkt dat Meeuwenberg lid was van de Bloemen-Expresse en van Fleurop. [11] Fleurop Interflora Nederland is een in 1921 opgerichte organisatie en financieel dienstverlener van en voor bloemisten. Het doel is om bloemen overal in Nederland te kunnen bezorgen. Opdrachten kunnen bloemisten aan collega’s elders in het land doorgeven. [12] Tegenwoordig is het een wereldwijde organisatie.
Derk Meeuwenberg en zijn vrouw woonden in het begin korte tijd aan de Utrechtseweg en na de overname geruime tijd aan Montaubanstraat 4. Later verhuisden zij naar een buurt met meer aanzien: Wilhelminalaan 37 (thans 53). Vanaf circa 1950 woonde het gepensioneerde echtpaar aan de Walkartweg 1, een zijstraat van de Montaubanstraat. Uit het Adresboek 1942 van Zeist is op te maken dat hun zoon Dirk Gerhard aan de Slotlaan 65 woonde. Dit betekent dat Dirk dit bloemenmagazijn beheerde. Hun zoon bleef echter op de Slotlaan met zijn luxe winkels wonen. Uit het Adresboek 1967 blijkt Dirk Gerhard naar de Montaubanstraat 4 is verhuisd, maar toen waren zijn ouders al geruime tijd overleden. De reden zal zijn dat hij met pensioen ging.
Prijscouranten
Van Meeuwenberg zijn bij de bibliotheek van de universiteit van Wageningen zes prijscouranten van beschikbare planten uit de periode 1919-1929 bewaard, een kalendertje uit 1920 (12 x 16,5 cm) en een speciale dahlia-prijscourant uit 1925 in de kleur lichtgroen met het formaat 12 x 15 cm. Er moeten gezien de nummering veel meer prijscouranten, kalenders en speciale prijscouranten zijn geweest, maar die zijn niet in andere openbare bibliotheken aanwezig. Naar het precieze aantal uitgaven kunnen wij slechts gissen. Omdat het om een beperkt aantal bewaard gebleven prijscouranten gaat, worden zij hier alle kort met hun bijzonderheden besproken. [13] De firma Van Lonkhuyzen, ook gevestigd aan de Montaubanstraat, verzorgde telkens de druk van het promotiemateriaal. Bij nader onderzoek blijken de prijscouranten geïllustreerd te zijn. Hier en daar staat een afbeelding van het bedrijf, een uitgevoerd werk of een andere afbeelding bij de opgesomde planten. De afbeeldingen van de uitgevoerde werken dienden als voorbeeld en als promotie. De locatie van de uitgevoerde werken en het moment van aanleg zijn daarom niet telkens aangegeven.
Tuinontwerpen
Meeuwenberg ontwierp volgens één van zijn advertenties parken, villatuinen, rosariums, rotspartijen et cetera en legde deze ontwerpen ook aan. In 1905 is hij als uitvoerder betrokken bij de tuinaanleg van Het Huis Ter Wege (1905) aan de Amersfoortseweg 17 in Bosch en Duin. Het tuinontwerp was van tuinarchitect L.A. Springer. Tot één van zijn vroege eigen werken behoort het tuinontwerp voor het buitenhuis Vossenlaan 44 in Huis ter Heide - Bosch en Duin uit 1910. [14] Het in 1910 gebouwde landhuis is een ontwerp van de Rotterdamse architect J. Verheul in opdracht van Jac. van Vollenhove uit Rotterdam. Bij het huis Heerewegen in Zeist ontwierp hij in 1912 een terrastrap met bijbehorende tuin. Naast bovengenoemde particuliere opdrachten zijn er in de periode vóór de WO I vast en zeker meer kleine werken uitgevoerd, maar zij zijn ons nog niet allemaal bekend.
Uit het Interbellum is het in opdracht van R.H. Dorsser in 1922 uitgevoerde ontwerp voor de tuin van Nieuw Beerschoten aan de Driebergseweg 14 bekend. Van andere orde zijn de groenvoorzieningen in de woonwijken die liggen aan de westzijde van de Montaubanstraat waar zijn bedrijf was gevestigd. In 1927 was hij bij de voorbereidingen betrokken als medeoprichter van N.V. Park Kersbergen. In datzelfde jaar kwam de buitenplaats Kersbergen in handen van deze N.V., die het voor 340.000 gulden kocht van de familie Crommelin. [15] Het huis werd uiteindelijk in 1934 gesloopt en het terrein met de grootte van zo’n 22 hectare werden met de grond gelijk gemaakt om er een villapark van te maken. Van de N.V. maakte behalve Meeuwenberg ook architect J.J. van Straalen en aannemer A. van Wijk deel uit. Het gaat om het terrein vlak voor het voormalige huis Kersbergen, bekend als het Kersbergenplein (1932). Daarna maakte hij het ontwerp voor het iets verderop gelegen Griffensteijnseplein (1937).
Tot slot moet nog worden genoemd het Protestantsch Weeshuis aan de Slotlaan waar hij een ’vaste-planten-groep’ met houten zitbank heeft gerealiseerd. Een afbeelding van dit ongedateerde ontwerp staat in zijn prijscouranten van 1920/21 en 1929. Het weeshuis was gebouwd naar ontwerp van architect Kamperdijk in 1863-’64; in 1959 is het pand gesloopt en verdween ook de tuin.
Uit zijn ontwerpen is op te maken dat hij zo’n zes jaar, nadat hij voor zichzelf begon, zich met tuinarchitectuur bezighield. Waren het in het begin kleine werken, later werden het omvangrijkere werken. Hij werkte voor zover nu bekend is, uitsluitend in de provincie Utrecht. Zijn werken zijn vooral van lokaal belang en een belangrijk deel van zijn werken bestaat nog. Kenmerkend in zijn ontwerpen zijn de strakke lijnen, veel open ruimte in de vorm van grasvelden en taxusbomen die verticale accenten geven. Zijn strakke ontwerplijnen komen het sterkst tot uitdrukking op het Griffensteijnseplein waar zij de samenkomst van verschillende straten markeren.
Tot slot
Meeuwenberg is een waardige opvolger van het bedrijf van Van Dijk gebleken. Hij wist het bedrijf jarenlang succesvol te leiden. Zelfs de moeilijke perioden van de Eerste Wereldoorlog, de Crisistijd en de Tweede Wereldoorlog wist hij te trotseren. Voor Zeist was hij lange tijd van grote betekenis, niet alleen door het meer gestalte geven aan de bloemisterij, maar ook door zijn tuin- en parkontwerpen, zijn sociale bewogenheid bij evenementen en tentoonstellingen en zijn inzet voor de lokale politiek. Van Meeuwenberg ontstaat een beeld van een hardwerkende, gedienstige, conservatieve en betrouwbaar persoon. Zijn melancholieke aard zal hem aangetrokken hebben tot de politieke partij van de CHU. Ook zijn lidmaatschap van het Eere-Comité der Willem de Zwijger-herdenking, zijn lidmaatschap van de kerkenraad en zijn functie van ouderling van de (Nederlands) Hervormde kerk bevestigen dit beeld. [16]
Van zijn bedrijf bestaat het winkel-woonhuis aan de Slotlaan nog, maar van de bloemisterij annex woonhuis aan de Montaubanstraat 4 is ter plaatse niets meer terug te vinden. Uit de inventarisatie van Blijdenstein komen we onder Montaubanstraat 16 nog iets te weten over dit verdwenen pand. [17] Het blijkt een eenvoudig éénlaags huisje te zijn met de deur in het midden en links en rechts daarvan een schuifraam. Tegen het linkerdeel van de voorgevel is in later tijd de winkel gebouwd. De lagergelegen tuin achter dit pand behoorde ooit bij het buitenhuis Veelzigt.
Noten
[1] V.A.M. van der Burg en R.P.M. Rhoen, De gemeenteraad van Zeist 1851-1976, Zeist 1994, p. 129-130. Mevr. W.C. Meeuwenberg-Kruitbosch was de dochter van timmerman Gerhard Kruitbosch en Christina Brandina Hendriksen. Opmerkelijk is dat op de grafsteen van Wilhelmina Christina ’Kruitbos’ staat terwijl in de registers nadrukkelijk ’Kruitbosch’ staat geschreven.
[2] Dirk Gerhard (1902-1991) was getrouwd met Cornelia Jacoba van Kempen (1903-1981). De echtelieden liggen begraven op de Algemene begraafplaats in Zeist onder nummer 365515, z 8822. Christina Brandina was getrouwd met Anton Jongstra op 25 januari 1940 te Zeist.
[3] Weekbode voor Zeist, Driebergen en Omstreken van Zaterdag 2 September 1905 en R.P.M. Rhoen, ’De eerste Moederdag in 1925 in Zeist een succes.’, in: Stadsmagazine Schitterend Zeist 12, jrg. 2 mei 2008, p. 12-13.
[4] Zie noot 1.
[5] Advertentie van Meeuwenberg bekend in: Vereeniging Vreemdelingenverkeer te Zeist, Zeist, de parel der Stichtse Lustwarande, Zeist z.j. [ca. 1928], p. 51.
[6] Grafnummers (oud nummer B 499): Graf id-nummer: 162043; begraafplaatsnr.: 283; (plaats)aanduiding: z2308.
[7] Brochure Gadellaa 1881-1931.
[8] V.A.M. van den Burg en R.P.M. Rhoen, ’Zeister bedrijven Koninklijk onderscheiden’, in: Seijst 32 (2002) no. 3 en 4, p. 118-119.
[9] J.W. Kraal, Zeist en de Stichtsche Lustwarande, Zeist 1934, p. 150.
[10] Uit een advertentie van 28 december 1935 blijkt dat de telefoonnummers van de beide zaken inmiddels waren gewijzigd ten gevolge van uitbreiding van het netwerk. De zaak aan de Slotlaan had nummer 3519 gekregen en de zaak aan de Montaubanstraat nummer 2523.
[11] Twee advertenties van resp. 28-12-1935 en 30-5-1936 zijn in het archief van de historische vereniging van Zeist, de Van de Poll Stichting onder M-XV.
[12] Fleurop Interflora Nederland (in 1921 in Nederland geïntroduceerd) is al bijna een eeuw gespecialiseerd in het verzenden van bloemen, nationaal en internationaal. In Nederland zijn ruim 1.300 bloemisten aangesloten bij Fleurop. Wereldwijd zijn dat er 51.000 verdeeld over ruim 135 landen.
[13] De eerste en oudst bewaarde prijscourant is die van 1919 en wordt aangeduid met volgnummer 22. Uit de prijscourant is op te maken dat het bedrijf 2 hectare boomkwekerij en 1 hectare bloemisterij had. Verder wordt de tuin van Nieuw Beerschoten in Zeist afgebeeld als voorbeeld van uitgevoerde werken. De tweede prijscourant is uit 1920-‘21, is licht geel van kleur en wordt aangeduid met volgnummer 24. Vergelijkbare gegevens en een uitgebreide collectie planten zoals rozen, varens, kasplanten, waterplanten, rotsplanten en dahlia’s komt men er in tegen. Dit keer wordt van Heerewegen in Zeist afgebeeld de terrastrap met bijbehorende tuin als succesvol werk uit 1912 en één van de tabletkassen met bloeiende blauwe regen in de eigen bloemisterij. De derde prijscourant dateert uit 1923 en heeft net als de twee voornoemde exemplaren het formaat van 16 x 24 cm, is grijsbruin van kleur en heeft een omvang van 68 p. Uit vergelijking van deze prijscourant met de volgende uit 1924, blijkt dat de bloemisterij inmiddels met een hectare was vergroot. De vierde prijscourant uit 1924 met volgnummer 29 en lichtgeel van kleur heeft een ander formaat namelijk 12 x 23,5 cm. Meeuwenberg meldt hierover: ‘….hoewel ter bestrijding van hooge kosten in beknopter vorm….’. De vijfde prijscourant uit 1926 met volgnummer 31 kreeg een geheel andere uitdossing en formaat (16 x 24 cm); het formaat is dus opnieuw veranderd. De romantische voorzijde maakt nu plaats voor een donkergroene strakke en zakelijke voorzijde. Wie echter de 64 p. tellende prijscourant openslaat, herkent direct op pagina 1 de romantische afbeelding weer die bij de voorgaande uitgaven telkens op de voorzijde stond afgebeeld. Het voorwoord van Meeuwenberg is interessant en wil ik de lezer niet onthouden: ‘L.S. Met dankbare waardering voor het genoten vertrouwen, ondervonden in de vorige jaren, heb ik ook thans weer het genoegen U mijne PRIJSCOURANT aan te bieden, ten einde U een overzicht te geven van ’t geen mijne kweekerij voortbrengt. Op groote Tuinbouwtentoonstellingen had ik het genoegen mijne inzendingen met vele eerste prijzen bekroond te zien, terwijl aan mij tevens werd toegekend de Gouden Medaille van H.M. de Koningin, Gouden Medaille van de Ned. Maatschappij voor Tuinb. En Plantk. en vele andere prijzen. Door bovenstaand succes meen ik met vertrouwen mijn zaak bij UEd. te mogen aanbevelen. Mijn TUINARCHITECTUUR, een geheel andere tak van mijn zaak heeft dank zij het vertrouwen mijner geachte cliëntèle een wijde vlucht gekregen, waardoor ik vele bewijzen van tevredenheid kan overleggen. Ook voor ’t geven van adviezen stel ik mij gaarne beschikbaar op nader overeen te komen voorwaarden. Een meer dan 20-jarige praktijk stelt mij in de gelegenheid U in alle opzichten op Tuinbouwgebied van advies te dienen. Achter de vaste planten-namen heb ik zooveel mogelijk de Hollandsche namen geplaatst, die aan het einde in alphabetische volgorde zijn vermeld om het nazien en vinden gemakkelijk te maken. Uw dienstw. dienaar, D. Meeuwenberg Zeist’. In nummer 31 vinden wij verder weer het gangbare assortiment planten zoals Aconitum, Aubriitia en Heuchera. Wat wij verder vermeld zien is dat dit de 23ste jaargang is. Dit betekent dat Meeuwenberg vanaf 1904 is gaan tellen en dat er in de loop der jaren acht tussentijdse (gespecialiseerde?) uitgaven zijn geweest. Opvallend is dat er geen voorbeelden van uitgevoerde projecten meer in staan. Toch maakt hij wel reclame door te schrijven: ‘De leiding bij de uitvoering van onderstaande werken wordt steeds gaarne door mij tegen aannemelijke voorwaarden uitgevoerd. Als de aanleg van Tuinen, Parken, Buitenplaatsen, Rotspartijen, Rosariums, Vijvers, Vruchttuinen, Moestuinen, Tennisbanen enz. enz.’. Dat hij tennisbanen aanlegt is toch wel opmerkelijk, want die hebben met groen niet direct te maken. Toch is dit geen vreemd verschijnsel binnen de praktijk van de tuinarchitectuur want bijvoorbeeld bij de werken van tuinarchitect H. Copijn komen we het verschijnsel ook tegen. De zesde prijscourant is een bijzondere uitgave met weer een ander formaat, namelijk een JUBILEUM UITGAVE 1904-1929 GEÏLLUSTREERDE PRIJSCOURANT met het formaat 20 x 27,5 cm. Via deze prijscourant no. 36 (jrg. 26) meldde hij zijn klanten dat het bedrijf TUINBOUW INRICHTING D. MEEUWENBERG ZEIST 25 jaar bestond. Op de voorzijde prijken rozen in aquarel. Lonkhuyzen maakte er een fraaie prijscourant met veel extra’s van.
[14] Monumenten in Nederland, Utrecht, Zeist 1996 p. 128.
[15] R. Blijdestein, Zeist groei en bouw: Geschiedenis, bouwstijlen en woonhuistypen, Zeist 1983, p. 120-127.
[16] R.P.M. Rhoen, ’De Nieuwe Haven bij Kerbergen’, in: Seijst 4, jrg 22 (1992), p. 77-98. R.P.M. Rhoen, ’De oude buitenplaats Veelzigt’, in: Cascade 1, jrg 5 (1996), p 20-42.
[17] R. Blijdenstein, Zeist, Groei en Bouw, Patijnpark, Dorpskern en Wilhelminapark [4], Zeist 1984, p. 138 - 139. R. Blijdenstein, Zeist, Groei en Bouw, Geschiedenis, bouwstijlen en woonhuistypen [1], Zeist 1983, p. 120 - 127.