* Kazan (Rusland) 28 mei 1954 - † Amsterdam 16 april 1988
Het concert van 27 november 1987 in het Concertgebouw van Amsterdam was niet Youri Egorov's laatste concert - hij zou nog in Florence en Maastricht optreden - maar hij zag het wel als zijn adieu aan het podium. Ook de toehoorders die niet op de hoogte waren van Egorov's ziekte schoven tijdens dat concert naar het puntje van hun stoel, want zelden bereikte een pianist zo'n sterke mate van diepzinnigheid en concentratie als Egorov toen in Schuberts Moments Musicaux. Wat dat betreft vertoont Egorov's recital grote overeenkomst met het laatste indrukwekkende concert van Dinu Lipatti in Lausanne; beide pianisten waren even oud toen ze voor het laatst optraden - 33 jaar - en beide pianisten wisten zich door een ongeneeslijke ziekte veroordeeld.
{seog:disable}Egorov, geboren in Rusland, in Kazan en in 1976 naar het westen uitgeweken, naar Amsterdam, had de Moments Musicaux al vaker in het openbaar uitgevoerd, maar tijdens zijn laatste concert in Amsterdam speelde hij het veel langzamer dan voorheen. Het was alsof hij met dit recital zijn muzikaal testament wilde afgeven; hij zag het niet alleen als zijn afscheid van het podium maar als de samenvatting van zijn pianistische opvattingen. Hij legde de structuur van het stuk bloot, speelde het zo kaal mogelijk, maar bereikte, juist door het ontbreken van overbodige sentimenten, een heftige emotie. Voor Egorov was minder méér en het berust dan ook niet op toeval dat de Russische pianist behalve voor muziek een diepgaande belangstelling voor architectuur en poëzie aan de dag legde.
'Ik ben vooral in de structuur van de muziek geïnteresseerd,' zei hij me toen ik hem in 1981 interviewde. 'In de intervallen en de relatie tussen de intervallen. Iedere interval heeft een andere betekenis en die wil ik laten horen. Ik houd van legatospel, van een zingend geluid dus, een relaxed geluid; ik speel zacht, niet qua geluid maar qua aanslag, ik probeer mijn spieren zo min mogelijk te spannen omdat het geluid anders hakkerig klinkt.' Zijn legato was ongeëvenaard. Het maakt zijn spel vloeiend en lichtvoetig. Misschien is dat wel het meest uitzonderlijke van Egorov; ondanks zijn diepzinnigheid werd hij nooit zwaar op de hand. Hij maakte als een architect uit de Bauhaus-school het geraamte van een compositie, maar hij was toch bovenal een dichter voor wie alles ondergeschikt was aan de klank. En zijn klank was speels, ragfijn, een constante lust voor het oor. De opname van Schubert's sonate in c kl.t. D 958 dateert van 1987. In die periode bereikte Egorov als pianist de volle rijpheid. 'Ik begin het te begrijpen,' noteerde hij in zijn dagboek. Hij was in die tijd volop met Schubert bezig, getuige een andere aantekening;' …een engelachtige eenvoud, van groot belang voor Schubert, het moet oprecht en sierlijk gespeeld worden (ik bedoel - niet naïef maar met een engelachtige goedheid, soms met vuur maar altijd zonder bravour). Wat mijzelf betreft, ik meen een gave te hebben de bezieling van de componist te kunnen doorgronden. Bij Schubert is het vaak de droevenis, het droevige woord - geen gekweldheid - gewoon droefheid.' Die serieuze notities wisselt hij af met schertsende opmerkingen over zichzelf. Want zo was Egorov; nooit tevreden over zichzelf, nooit tevreden over een geleverde prestatie, altijd op zoek naar meer zeggingskracht en meer inlevingsvermogen.
Het maakte hem - een andere overeenkomst met Lipatti - een integer pianist. Roem liet hem koud, op complimenten reageerde hij verlegen; hij wilde onopvallend zijn omdat hij zich zuiver en alleen als dienaar zag van de muziek. Geen wonder dus dat hij graag Schubert speelde, misschien wel de meest integere van alle componisten, of zoals Youri het me een keer zei: 'Zelfs in zijn tragiek was hij bescheiden.'
De urn van Youri Egorov staat op begraafplaats Westerveld, Driehuis.