Skip to main content

Rotterdam - Nationale Koopvaardijmonument

28 juni 2009

 

De Tweede Wereldoorlog werd niet alleen uitgevochten op land, maar voor een belangrijk deel ook op zee. Daarbij waren niet enkel militairen betrokken, maar ook veel burgerpersoneel dat op de duizenden koopvaardijschepen werkte om ingezet te worden voor verschillende doeleinden. Een groot deel van de strijd op zee vond plaats op de Atlantische Oceaan, waar transporten met mensen, materiaal en militairen veelal werden verzorgd door koopvaardijschepen, waaronder honderden Nederlandse schepen. Dit waren voornamelijk schepen die bij het uitbreken van de oorlog in buitenlandse havens hadden gelegen of zich op zee bevonden en waarvan de opvarenden niet naar Nederland terugkeerden.
Gedurende de oorlog hebben ongeveer 300.000 kust- en lange afstandskonvooien gevaren. Deze konvooien waren gewilde aanvalsobjecten voor de Duitse onderzeeboten. De Duitse Kriegsmarine bracht tijdens de Tweede Wereldoorlog bijna 3.000 schepen tot zinken, ongeveer 14 miljoen ton, waarvan 90% in de Atlantische Oceaan. Het overgrote deel hiervan, namelijk meer dan 2.600, waren koopvaardijschepen. Aan Nederlandse zijde werd een verlies geleden van ruim 400 visserij-, koopvaardij- en oorlogsschepen.


De 'slag om de Atlantische Oceaan' werd pas in 1943 met een enorme krachtsinspanning en ten koste van duizenden doden in het voordeel van de Geallieerden beslist. Maar de verliezen zouden blijven tot het einde van de oorlog. Duitse onderzeeboten bleven schepen torpederen, terwijl andere schepen nog steeds grote kans liepen om op een mijn te varen.
Ook op andere zeeën als de Pacific en de Indische Oceaan was de Nederlandse koopvaardij actief en gingen schepen door het oorlogsgeweld verloren aan de zee.

Het Nationale KoopvaardijmonumentAan Nederlandse zijde vielen ruim 7.000 slachtoffers gedurende de oorlog. Velen van hen verdwenen in de golven en kregen een zeemansgraf. Onder hen zijn ruim 3.500 burgerslachtoffers (waarvan ruim 1.400 met een andere nationaliteit). Zij verloren het leven bij de ondergang van in totaal bijna 500 Nederlandse koopvaardijschepen.
Nederland kent tal van monumenten voor leden van de koopvaardij die zijn omgekomen op zee tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zo zijn er specifieke monumenten van rederijen en lokale monumenten voor slachtoffers uit die plaats, maar ook gedenkplaten van afzonderlijke schepen. Voor al die slachtoffers en voor hen die niet worden herdacht met een monument is er een nationaal monument, het Nationale Koopvaardijmonument, ook wel De Boeg genoemd.

 

Het monument

Rotterdamse scheepvaartkringen namen na de bevrijding het initiatief om een monument op te richten ter nagedachtenis aan de zeelieden die tijdens de oorlog het leven hadden verloren op zee. Het plan werd ingepast in het kaderplan van de Nationale Monumenten Commissie voor Oorlogsgedenkteekens. De benodigde gelden kwamen van Rotterdamse ondernemingen en van de landelijke collecte, waarmee ook de andere nationale monumenten werden gefinancierd.
In 1951 schreef de Stichting Herrijzend Rotterdam een besloten prijsvraag uit voor een nationaal monument voor de meer dan 3.500 burgeropvarenden die het leven verloren tijdens de Tweede Wereldoorlog. Vier beeldhouwers en twee architecten werden uitgenodigd om een ontwerp in te sturen. Aanvankelijk werd gekozen voor het ontwerp Ruggegraat van Willem Reijers, maar opiniebladen en publiek vonden het ontwerp te abstract en weinig begrijpelijk. Daarom koos de stichting voor het ontwerp van Federico Carrasso, een voor het fascisme gevluchte Italiaanse kunstenaar. Het resultaat was een 45 meter hoog monument bestaande uit een gestileerde aluminium scheepssteven met betonnen boeggolven.
Onthulling monument, met rechts de Erasmus Het monument werd op 10 april 1957 onthuld door prinses Margriet. De handeling bestond uit het overhalen van de scheepstelegraaf van de Erasmus, waarmee het gezelschap naar het monument was gevaren. Het geluid van de telegraaf werd elektronisch versterkt, waarna een doek dat de spreuk "Zij hielden koers" aan de voet van het monument bedekt had, opzij viel.

Het fundament van het monument staat in de waterkering. De Boeg zelf werd gebouwd bij de Rotterdamse Droogdok Mij en kwam in 1956 klaar. Op dat moment werd nog gebouwd aan de keersluis in de mond van de Leuvehaven. Er liep een noodkanaal naar de Leuvehaven om het monument heen, waardoor het monument op een eilandje stond. Voor de gelegenheid was het monument bereikbaar door middel van een houten brug.

Kranslegging tijdens onthulling Al voor de onthulling ontstond er een discussie over het monument omdat het niet zou voldoen aan de eisen van een herdenkingsmonument. Daarom werd Carrasso gevraagd een bronzen beeldengroep toe te voegen. Carrasso en de stichting konden het maar moeilijk eens worden over de toevoeging van dit menselijke element. Daarom zou het tot 1965 duren voordat dit gerealiseerd zou worden. De acht meter hoge beeldengroep werd toen zonder ceremonieel geplaatst.
'Met deze beeldengroep heeft de beeldhouwer de gebrachte offers en betoonde moed, waarmede de Nederlandse koopvaardij ons land in de oorlog een voorbeeld is geweest, willen uitdrukken. BeeldengroepDe roerganger, drie andere zeelui en een verdronkene zijn verbonden in een uiterste eisende krachtsinspanning. Onder de kabel die deze band nog nader aanduidt is een reliëfpartij aangebracht, die min of meer aan een kielzog doet denken.'

Gezien de afmetingen van het monument moest het technisch worden doorberekend om bijvoorbeeld tegen de verschillende windbelastingen bestand te zijn. Dit gebeurde door een bouwcommissie met ir. A. Aronsohn, H.A. Maaskant en ir. C. van Traa, welke een grote invloed zou hebben op de definitieve vorm en bouwwijze.
De boeg bestaat uit een staalconstructie, bekleed met zware, blank Canadees aluminium platen. De boeggolven zijn gestort in gewapend beton.

Wandelpromenade met zicht op monumentHet monument De Boeg is gelegen aan de Maas, bij de mond van de Leuvehaven, aan de Boompjeskade. De Boompjes was tot het bombardement van Rotterdam een voorname straat met koopmanshuizen en kantoren en een wandelpromenade langs de Maas. In de wederopbouw kwam er een drukke verkeersweg, de Maasboulevard. De kade bleef zijn vooroorlogse havenfunctie houden. Aan het uiteinde van de wandelpromenade ligt het metershoge monument.
Rond het kunstwerk ligt, afhankelijk van het seizoen, afwisselend een strand of een ijsbaan. Anno 2006 steekt het monument schril af bij de naastgelegen en veel later gebouwde Erasmusbrug.

 

Carrosso

Federico Antonia Carrasso werd in 1899 geboren in het Italiaanse dorp Carignano, vlakbij Turijn. Al op jonge leeftijd wilde hij kunstenaar geworden, maar op 13-jarige leeftijd dwongen de arme omstandigheden thuis hem om te gaan werken in de Fiatfabrieken. Tijdens de Eerste Wereldoorlog moest de jonge Federico in het leger.
Toen in de jaren twintig het Italiaanse fascisme van Mussolini opkwam, ontvluchtte Carrasso Italië. Via Frankrijk en België kwam hij in 1933 in Amsterdam terecht. In 1937 ging Carrasso daar wonen in een complex van atelierwoningen aan de Zomerdijkstraat. Voor en na de oorlog was hij een actief lid van de Kring van Nederlandse Beeldhouwers.
Naast De Boeg maakte Carrasso nog een aantal bekende kunstwerken, zoals de 10 meter hoge Promotheus, een in 1947 gerealiseerd monument ter nagedachtenis aan de in de Tweede Wereldoorlog omgekomen sportlieden. In 1955 maakte Carrosso de Engels des doods voor de Aula van De Nieuwe Oosterbegraafplaats. Carrasso stierf in 1969.

In 2005 kochten het Historisch Museum, Boijmans Van Beuningen en het Maritiem Museum gezamenlijk voor 18.000 euro het origineel van De Boeg op een veiling. Paul van Laar, hoofd collectie van het Historisch Museum, noemde de betekenis van het monument vergelijkbaar met die van het kunstwerk van Zadkine. (2006)

 

Literatuur

  • Mirjam Louise, "Onbekende bekenden" in: Nieuwsbrief Vrienden van het Beatrixpark, najaar 2005 (pag. 14-15)
  • 'Oorlogsmonumenten- alle koopvaardijmonumenten op een rij' in: Nedlloyd Pensioenkrant maart/april 2004 nr. 2
  • 'Origineel De Boeg gekocht bij Christie's' in Algemeen Dagblad 10-11-2005
  • Ed Melis en Wil van Wamel, Nederlandse Zeemansgraven Tweede Wereldoorlog (Nijmegen, 1988)
  • Wim Ramaker, Sta een ogenblik stil... Monumentenboek 1940-1945 (Kampen, 1980)

 

Internet

 

Aangepast: 02 juni 2019

Nieuw op de website


Andel – Het grafmonument voor Jan Claesen

27 oktober 2024
~Noord-Brabant

Als bloemen bij het graf - Boelenslaan

27 oktober 2024
~Als bloemen bij het graf

Pieneman, Jan Willem

29 september 2024
~Kunst & Cultuur

Als bloemen bij het graf - Garsthuizen

15 september 2024
~Als bloemen bij het graf