Vlak na de Tweede Wereldoorlog ontstonden er in het toenmalige Nederlands-Indië eenentwintig erevelden voor de slachtoffers van de oorlog. Anno 2018 zijn er nog zeven Nederlandse erevelden over.
Ontstaan van de erevelden
In 1946, nog geen jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog, gelastte de Legercommandant in het toenmalige Nederlands-Indië de oprichting van het Centraal Bureau Gravendienst. Deze gravendienst was werkzaam onder leiding van de adjudant-generaal van het Koninklijk Nederlands-Indonesisch Leger (K.N.I.L.). De gravendienst was verantwoordelijk voor het aanleggen van begraafplaatsen waar de slachtoffers, zowel burger als militair, van de oorlog in Zuidoost-Azië begraven konden worden.
Na de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesie in 1949 kwamen de erevelden op 1 januari 1952 onder het beheer van de Oorlogsgravenstichting (O.G.S.). De Oorlogsgravenstichting was in 1946 opgericht met als doel om de graven van Nederlandse oorlogsslachtoffers, burgers en militairen die na 9 mei 1940 gevallen zijn, in te richten en te onderhouden. Met de soevereiniteitsoverdracht over Nederlands-Indië kwam een einde aan het K.N.I.L. en daarmee ook aan de Gravendienst. Een groot aantal taken van de Gravendienst werd overgedragen aan de Oorlogsgravenstichting.
In 1949 waren er eenentwintig erevelden, naast het vooroorlogse ereveld Peutjoet in Atjeh. Nederland wilde in eerste instantie al deze erevelden in stand houden, maar het zou tot 1970 duren voordat definitief overeenstemming was bereikt met de Indonesische autoriteiten over de erevelden. Al in 1958 had de bevelhebber van de Indonesische landstrijdkrachten namelijk bepaald dat het aantal Nederlandse erevelden teruggebracht moest worden tot twaalf. De erevelden die opgeheven moesten worden waren: Ambon, Bandjermasin, Ketapang, Kupang, Menado, Muntok, Padang, Peutjoet, Tarakan en Tjililitan. De andere erevelden zouden kunnen blijven bestaan.
Wat betreft Peutjoet werden de vijftien daar begraven slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog overgebracht naar ereveld Medan. Daarmee was het voortbestaan van Peutjoet gegarandeerd. Wel werd het overdragen aan lokale instanties, omdat het ereveld buiten de werkingssfeer van de Oorlogsgravenstichting lag. Medio jaren zestig werd afstand gedaan van Ketapang. De resten van slachtoffers zijn er begraven gebleven. Hedentendage is het massagraf volledig overwoekerd en ingenomen door de natuur.
Intussen had het bestuur van de Oorlogsgravenstichting de beslissing genomen om het door Indonesië beoogde aantal erevelden van twaalf verder terug te brengen, aangezien het heel moeilijk en kostbaar was om toezicht te houden op de verschillende erevelden die verspreid lagen over de Indonesische archipel. Daarom werden de slachtoffers van de erevelden Balikpapan, Makasser, Mandor, Medan en Palembang overgebracht naar de bestaande erevelden op Java. Niet alleen werd het onderhoud hierdoor eenvoudiger, maar waren de graven ook makkelijker te bezoeken voor nabestaanden.
Op de overgebleven erevelden Ancol en Menteng Pulo te Jakarta, Pandu te Bandung, Leuwigajah te Cimahi, Candi en Kalibanteng te Semarang en Kembang Kuning te Surabaya, liggen ruim 24.000 Nederlandse oorlogsslachtoffers begraven. Naast militairen ook burgers van verschillende afkomst en religie. Niet alleen gaat het om slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog, maar ook uit de zogenaamde Bersiap-periode [zie kadertekst], en van de Nederlandse acties tijdens de Indonesische onafhankelijkheidstrijd (bekend als de 'politionele acties'), maar ook van de schermutselingen die voorafgingen aan de overdracht van Nieuw-Guinea (1962).
Urn met aarde
In Nederland werd op 29 april 1950 tijdens een plechtigheid een urn met aarde van de, toen nog, tweeëntwintig erevelden in Indonesië bijgezet in het voorlopig Nationaal Monument op het Damplantsoen in Amsterdam. De verzilverde urn werd geplaatst in een urntabernakel van sonohout, versierd met snijwerk. Drie zijvlakken toonden de Nederlandse Leeuw. Op het vierde snijvlak een heraldisch wapen met de spreuk “Pro Rege, Lege et Grege” (Voor Koning, Wet en Volk). Op 4 mei 1956 werd het definitieve monument op de Dam onthuld, met ondermeer de urn met aarde uit Indonesië.
Ereveld Ambon
Ambon is een eiland in de Indonesische eilandengroep de Molukken
In Galala, Tantui op Ambon bevond zich tijdens de Tweede Wereldoorlog een Japans kamp voor geallieerde gevangenen. Op exact dezelfde locatie werd door de Britse 'Commonwealth War Graves Commission' een ereveld aangelegd waar militairen uit Australië, Canada, het Verenigd Koninkrijk, India, Nieuw-Zeeland, Pakistan en uit het voormalige Nederlands-Indië bijgezet werden. Ereveld Ambon telt 185 Nederlandse graven.
Aanvankelijk lag naast Ambon War Cemetery ook een Nederlands ereveld, eveneens getiteld ‘Ambon’. Het werd ingewijd op 17 april 1948. Er lagen zowel burgers als militairen begraven. In 1967 is het ereveld opgeheven en zijn de stoffelijke resten herbegraven op het Nederlandse ereveld Kembang Kuning, Surabaya op Java.
Ereveld Balikpapan
Balikpapan is een havenstad op het Indonesische deel van Borneo.
Ereveld Balikpapan werd ingewijd op 30 november 1948. Het was aangelegd op een heuvel en er lagen zowel burgers als militairen begraven. Op het ereveld stond een monument, een geschenk van de Bataafse Petroleum Maatschappij (B.P.M.).
In 1967 is het ereveld opgeheven en zijn de stoffelijke resten van de slachtoffers overgebracht naar Java en herbegraven op de Nederlandse erevelden Menteng Pulo te Jakarta, Kalibanteng in Semarang, Leuwigajah te Cimahi en Kembang Kuning in Surabaya.
Ereveld Bandjermasin
Bandjermasin is de hoofdstad van de Indonesische provincie Zuid-Kalimatan op het eiland Borneo.
Het ereveld Bandjermasin werd aangelegd met behulp van de dienst der Residentie Waterstaat op enkele kilometers van de luchthaven. Inwijdingsdata van het ereveld: 25, 26, 27 oktober 1948 resp. ten behoeve van de Moslim-, Chinese- en Christenslachtoffers.Het ereveld is opgeheven 1961, waarbij de stoffelijke resten van de slachtoffers overgebracht naar Java en herbegraven op de Nederlandse erevelden Ancol en Menteng Pulo in Jakarta.
Ereveld Hollandia
Hollandia was de naam van een in 1910 gestichte nederzetting aan de noordkust van Nieuw Guinea. De tegenwoordige naam is Jayapura.
Ereveld Hollandia was het enige ereveld op Nieuw-Guinea. Op het ereveld lagen ongeveer 100 militairen begraven. In 1962 overwoog de Minister van Defensie de stoffelijke resten van gesneuvelden te repatriëren naar Nederland. Uiteindelijk werd hier van af gezien om in lijn met beleid te blijven dat de staat de gesneuvelden begraaft in het land waar deze zijn omgekomen. In een later stadium zouden de graven overgedragen worden aan de Oorlogsgravenstichting.
Uiteindelijk werd het ereveld opgeheven in 1974 en werden de stoffelijke resten overgebracht naar Java en herbegraven op het Nederlands ereveld Kembang Kuning te Surabaya.
Ereveld Ketapang
Ketapang is een stad, gelegen op het eiland Borneo.
Het ereveld Ketapang is nooit officieel ingewijd. Feitelijk bestond het uit één groot massagraf waarin 128 slachtoffers begraven waren in die in april 1944 zijn geëxecuteerd door de Japanners. Op uitdrukkelijk verzoek van de nabestaanden zijn de stoffelijke resten niet overgebracht naar Java.
Ereveld Kupang
Kupang (vroeger: Koepang) is een stad gelegen op het Indonesische deel van Timor.
Het ereveld Koepang werd ingewijd op 12 augustus 1948. De stoffelijke resten van de slachtoffers zijn na opheffing in 1966 overgebracht naar het Nederlands ereveld Kembang Kuning in Surabaya.
Ereveld Makassar
Makassar is de provinciehoofdstad van Zuid-Celebes op het eiland Celebes
Op het ereveld Makassar lagen zowel burgers als militairen begraven. Het was gelegen aan de weg van Makassar naar de luchthaven. Het was een gazonereveld en grensde aan het Australische Ereveld van de C.W.C.G. Het ereveld werd ingewijd op 1 juni 1947. In 1968 werd het ereveld opgeheven en zijn de stoffelijke resten overgebracht naar Java en herbegraven op de Nederlandse erevelden, Ancol en Menteng Pulo te Jakarta, Pandu te Bandung, Candi en Kalibanteng te Semarang en Kembang Kuning te Surabaya.
Ereveld Kalimantan-Barat
Het ereveld Kalimantan-Barat lag in Mandor, nabij Pontianak, op Borneo.
Het ereveld is aangelegd op het executie-terrein tijdens de Japanse bezettingstijd, te midden van een bos. Het ereveld bestond o.a. uit tien grote massagraven. De begraafplaats werd ingewijd op 7 maart 1950. In 1968 zijn de stoffelijke resten herbegraven op het Nederlandse ereveld Ancol te Jakarta.
Ereveld Noord Sumatra (“ Medan”)
De stad Medan ligt op Noord Sumatra.
Het ereveld lag ongeveer 5 km buiten de stad. Tegenover de begraafplaats stond de chapelle ardente. Van de begraafplaats werd één vak ter beschikking gesteld voor slachtoffers uit Commonwealth-landen. Het ereveld werd ingewijd op 20 juli 1949. Na opheffing van de begraafplaats in 1966 werden de slachtoffers herbegraven op de erevelden Ancol te Jakarta en Leuwigajah te Cimahi.
Ereveld Sario (“Menado”)
Manado (vroeger: Menado) is de hoofdstad van de provincie Noord-Celebes.
Op het dit van oorsprong “ereveld der geëxecuteerden” lagen zowel burgers als militairen begraven. Op de begraafplaats was een chapelle ardente. Het ereveld werd ingewijd op 6 september 1946. Nog geen twintig jaar later, in 1965, werd het ereveld opgeheven, waarna de stoffelijke resten werden herbegraven op het Nederlandse ereveld Menteng Pulo te Jakarta.
Ereveld Muntok
Muntok (of Mentok) ligt op het eiland Bangka in Indonesië.
Op de begraafplaats lagen vooral slachtoffers begraven van de eilanden Bangka en Billiton en van de nabij gelegen Riouwarchipel. Ook lagen er tal van civiele Britse oorlogsslachtoffers begraven. Het ereveld werd ingewijd op 1 september 1948. In 1960 werd het ereveld opgeheven en zijn de slachtoffers herbegraven op de Nederlandse erevelden Pandu te Bandung en Leuwigajah te Cimahi.
Ereveld Midden-Sumatra (“Padang”)
Het ereveld was gelegen in Padang, een oud handelscentrum op Sumatra.
Het burger- en militaire ereveld lag aan de rand van de stad. Waar andere erevelden grafmonumenten van hout gebruikten, werden op Ereveld Padang graftekens van gewapend beton gebruikt. Op de begraafplaats lagen ook slachtoffers begraven van de ramp met Junyo Maru. Zij waren overgebracht van het kerkhof ‘Olo’. De begraafplaats werd ingewijd op 13 december 1947. Naast het ereveld stond de chapelle ardente.
In 1962 werd de begraafplaats opgeheven, waarna de stoffelijke resten werden overgebracht naar het Nederlands ereveld Leuwigajah te Cimahi.
Ereveld Zuid-Sumatra (“Palembang”)
Palembang is de hoofdstad van de provincie Zuid-Sumatra.
Het burger- en militaire ereveld Palembang was gelegen aan de weg van de stad naar het vliegveld. De begraafplaats was ingewijd op 18 maart 1949. Eén vak van de begraafplaats werd ter beschikking gesteld voor slachtoffers uit de Commonwealth-landen.
Na opheffing van de begraafplaats in 1967 werden de resten van slachtoffers overgebracht naar de Nederlandse erevelden Menteng Pulo te Jakarta, Pandu te Bandung, Leuwigajah te Cimahi Candi en Kalibanteng te Semarang.
Ereveld Tarakan
Tarakan is een eiland in de Indonesische provincie Oost-Kalimantan.
Op het ereveld was een grote cenotaaf geplaatst, voorzien van een grote bronzen plaquette van de Militaire Willemsorde, een geschenk van de B.P.M. Het ereveld werd ingewijd op 5 juli 1949. Op de begraafplaats lagen zowel burger- als militaire slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog uit Nederland, de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Australie, Frankrijk, Indonesie en China. Na opheffing van het ereveld werden de stoffelijke resten overgebracht naar de Nederlandse erevelden Menteng Pulo te Jakarta, Leuwigajah te Cimahi, Kalibanteng te Semarang en Kembang Kuning te Surabaya.
Ereveld Tjililitan
Tjililitan was gelegen aan de rand van het militaire vliegveld bij het toenmalige Batavia, nu Djakarta.
Op dit militaire ereveld lagen de slachtoffers begraven van de Militaire Luchtvaart van het K.N.I.L. en van de U-brigade. De begraafplaats werd ingewijd op 8 november 1946. Na de opheffing zijn de resten overgebracht naar naar het vak Cillilitan op het Nederlands ereveld Menteng Pulo te Jakarta.
Heeft u meer informatie over de voormalige erevelden in Indonesië? Neemt u dan contact met ons op. Met uw informatie kan dit artikel verder aangevuld worden.
Bronnen
- De Gravenserie in Zuid-West Pacific, Deel I, II, III, IV, VI
- Transcriptie Notulen van de vergadering van de Ministerraad op 17 aug. 1962
Literatuur
- G.S. Vrijburg, Een ereschuld ingelost (1973)
- Ant. P de Graaff, Indonesie als eindstation (Franeker, 2005)
Internet
- Oorlogsgravenstichting
- Dodenherdenking ereveld Tjililitan te Batavia