Het is nauwelijks meer voorstelbaar dat het dorp Heveskes heeft bestaan en een rijke geschiedenis heeft gehad. Een dorp met een steenhuis, voorloper van een borg, en een klooster in de nabijheid. Desolaat staat nu een kerk middenin een industriegebied. Dorpen moesten er voor verdwijnen, mensen losgerukt uit gemeenschappen, die hen dierbaar waren. Het kerkgebouw lijkt nog te waken over wie hier hun laatste rustplaats vonden. Hoe gehavend ook, de zerken bij de ingang van de kerk vertellen het verhaal van een rijk verleden. Van de strijd tegen het water en het banen van wegen naar zee. Van het bouwen en in stand houden van dijken en die voorzien van zijlen, een soort sluizen, om overvloedig water naar zee te kunnen afvoeren. Dorpen ontleenden er hun naam aan, zoals Termunterzijl en Delfzijl.
De zijlvesten ontstonden als voorlopers van de huidige waterschappen met als leidinggevenden zijlvesters en zijlrechters. Peter Jans, overleden op 17 juli 1717, was er één: van het zijlvest van Oterdummerzijl en zijlrechter. Hij was een eigenerfde, een vrije boer met veel bezit aan grond, voorwaarde om dergelijke functie te mogen bekleden. Zijn zerk is voorzien van een wapen: een gaand paard, drie klaverbladen en een roos. Naast zijn zerk, die van zijn echtgenote Lubge Bonnes, die op 6 oktober 1721 overleed. Op haar zerk treffen we een grafdicht aan:
Mijn loop heb ik geindt
den strijdt heb ik volstreden
Behouden het geloof
nu rust ik hijr in vreden
{seog:disable}Het geindt in de eerste regel zal zo zijn neergeschreven, omdat wanneer we het uitspreken de eerste e ook enigszins wegvalt. Het is dus geeindt, oftewel geëindigd. Haar levensloop eindigde, ze werd 75 jaar oud. In het gedicht ontdekken we de woorden van de apostel Paulus aan het adres van Timotheus: “Ik heb de goede strijd gestreden. Ik heb de loop tot een einde gebracht. Ik heb het geloof behouden.” 2 Timotheus 4:7. Ook haar zerk is getooid met een wapen: een halve adelaar, drie klaverbladen en een roos. De eigenerfden deden niet onder voor de adel.