De vreugde over de geboorte van Anje Eenkema op 29 april 1841 was maar kort. Een maand na haar geboorte overleed op 28 mei 1841 moeder Juudje Pieters Voorwerk. Anje zelf overleed enkele weken later op 15 juni 1841. Op de zeer fraai bewerkte zerk bij de Petrus en Pauluskerk van Loppersum liet Cornelis Harms Eenkema, de echtgenoot en vader, een grafdicht aanbrengen.
Ach!! wie, wie durft een oogenblik
Op kracht, of schoonheid bouwen?
Wie op gezondheid, frische blos,
Of blonde jeugd vertrouwen?
De pijl des doods snijdt alles af,
Wat hoop op duurzaam leven gaf.
Ach! ach! wie denkt aan ’t zuchtend hart,
Dan troost en moed, bij zoveel smart?
Hij, die ons met zijn gunsten overlaadt,
Zal ons troosten, zal ons sterken, vroeg of laat.
{seog:disable}Cornelis Harms Eenkema, die in 1829 ook al een dochter met de naam Anje had verloren, bleef achter met drie kinderen. Hoe diep het verdriet van Cornelis Harms Eenkema ook was, hij putte moed en troost uit zijn vast vertrouwen in God. In de twee laatste regels van het grafdicht laat hij het ons weten.
Op de zerk lezen we dat Juudje Pieters Voorwerk overleed in de Volhand onder Loppersum. Het is de naam van de boerderij, die we ook wel aantreffen als de Volle Hand. Het verhaal gaat dat deze boerderij en de in de nabijheid gelegen boerderijen met de namen Leegschotel en Vreetop hun namen hadden te danken aan landlopers. In Leegschotel was het eten altijd op, in Vreetop kreeg je niets te eten, maar in de Volle Hand kwam je niets te kort. De zerk is voorzien van een wapen, waarin het door twee pijlen doorboorde hart symbool staat voor de twee geliefden op wier graf de zerk is geplaatst. De drie klavertjes-drie staan symbool voor het grondbezit op vruchtbare bodem van het landbouwersechtpaar Eenkema-Voorwerk. Zandloper en schedel benadrukken nog eens de eindigheid van het bestaan.