De provincie Drenthe kent relatief weinig begraafplaatsen en kerkhoven. Daarom wellicht ook weinig prentbriefkaarten van Drentse dodenakkers. Toch kent Drenthe een fenomeen op het gebied van funeraire geschiedenis: hunebedden. De Drentse hunebeden zijn een belangrijke toeristische trekpleister en worden vaak afgebeeld op prentbriefkaarten. En dat al vanaf het begin van de 20ste eeuw, zoals te zien op deze kaart met als poststempels 27 juli 1902.
In Rolde bevinden zich twee hunebedden, D17 en D18. Ze liggen op zo'n 50 meter van elkaar. In 1905 stonden ze samen met de ruïne van Brederode en een paar musea als enige archeologische bezienswaardigheden van Nederland in de beroemde Baedeker-reisgids. In 1847 wilde de boermarke van Rolde de beide hunebedden openbaar verkopen. Na een protest van de Gedupeerde Staten van Drenthe en na een advies van het Ministerie van Binnenlandse Zaken werd de openbare verkoop verhinderd. Het Rijk kocht in 1872 eerst hunebed D17 en het jaar erop hunebed D18 voor het totale bedrag van 150 gulden van de boermarke van Rolde. Sinds 1990 is de provincie Drenthe de nieuwe eigenaar van de beide hunebedden.