Met de Grondwet van 1848 kwam er een verregaande godsdienstvrijheid in Nederland en werd het voor katholieken mogelijk om hun geloof in het openbaar te belijden. Al zou het nog lang duren voordat zij dezelfde mogelijkheden kregen als protestanten, wel kregen de katholieken steeds meer mogelijkheden om hun katholieke identiteit te tonen. Dit uitte zich onder meer in het bouwen van kerken, daar waar ze voorheen vooral waren aangewezen op schuilkerken.
In Medemblik, de kleinste, maar ook de oudste stad van Westfriesland aan de vroegere Zuiderzee, was in 1782 een katholieke kerk gebouwd. Het gebouw was "langwerpig hoog met twee uitbouwingen gelijkend op een woonhuis, zonder stijl, zeker eene herinnering aan de onvrije dagen der katholieken van voorheen". De kerk werd in 1902 afgebroken en in 1903 werd op dezelfde plek een nieuwe kerk ingewijd.
In 1871 kreeg de katholieke gemeenschap van Medemblik de beschikking over een eigen dodenakker. Deze werd aangelegd naar een ontwerp van Adrianus Bleijs. Bleijs ontwierp verschillende katholieke kerken waaronder de Sint-Nicolaaskerk in Amsterdam en de Sint Cyriacus en Franciscuskerk in Hoorn. In tegenstelling tot veel van zijn katholieke collega's, ontwierp Bleijs gebouwen niet alleen in neogotische stijl, maar ook in andere stijlen.
De ingangspartij van de begraafplaats in Medemblik werd in 1996 aangewezen als rijksmonument. Aan weerszijden van een sierlijk smeedijzeren hekwerk staan twee vrouwelijke sculpturen op een pijler die fungeert als sokkel. Op de linker pijler de tekst: 'Kom gij zult bekroond worden' en op de rechter pijler 'Zie hoe hij hem liefhad'. De linkerfiguur heeft in haar rechterhand een krans en in haar linkerhand, boven haar hoofd geheven, een olijftak. De rechterfiguur draagt een gewaad tot over haar hoofd, ondersteunt met haar rechterhand haar hoofd en heeft in haar linkerhand een uitdovende fakkel vast.
Bovenstaande prentbriefkaart is van ongeveer 1905. Wie goed kijkt, ziet dat de twee figuren vleugels hebben en dus geen vrouwfiguren zijn, maar engelen. De engel met de olijftak is mogelijk een weergave van de aartsengel Gabriël. De fraaie brug met pinakels is intussen vervangen door een bakstenen exemplaar, ogenschijnlijk nog wel met het oorspronkelijke hekwerk. De smeedijzeren wangen aan de buitenzijde van de pijlers zijn ook verdwenen, al voor de aanwijzing als rijksmonument.
Naast de begraafplaats in Medemblik ontwierp Bleijs ook de de katholieke begraafplaats met kapel in Hoorn, aangelegd in 1871, en tussen 1883 en 1891 ook de Amsterdamse begraafplaatsen De Liefde en St. Barbara. Bij de laatste inclusief de gebouwen op de begraafplaats. Op de katholieke begraafplaats in Alkmaar ontwierp Bleijs in dezelfde periode een grafkelder.
Na zijn dood werd Bleijs begraven op begraafplaats De Liefde in Amsterdam, maar toen de begraafplaats werd geruimd, werden zijn stoffelijke resten overgebracht naar St. Barbara.