Op de Grebbeberg ligt het eerste ereveld in Nederland: Militair Ereveld Grebbeberg. De aanleg van de begraafplaats begon op 16 mei 1940, ruim twee dagen na de slag om de Grebbeberg, en was een initatief van de Duitsers. Dat was niet vreemd, maar een gevolg van het respecteren van de derde Conventie van Genève, waarin was afgesproken dat een stuk grond ingericht zou moeten worden om na de strijd de militaire slachtoffers te begraven. Wie goed kijkt naar onderstaande prentbriefkaart ziet links op de poort de letters R.I., wat staat voor de Nederlandse Regiment Infanterie. Rechts op de poort zijn de tekens SS te zien, wat verwijst naar het SS Regiment dat bij de Slag om de Grebbeberg betrokken was.
Op de begraafplaats werden zowel Duitse als Nederlandse doden begraven. Terwijl de Duitse gravendienst zich ontfermde over de Duitse soldaten, werden de Nederlandse doden opgespoord en begraven door onder andere vrijwilligers van het Rode Kruis en de EHBO. Een kapelaan en predikant hielden zich bezig met de identificatie van de slachtoffers. Op 3 juni 1940 telde het ereveld 380 Nederlandse graven en 260 gesneuvelde Duitsers. Na de bevrijding werden de Duitse graven overgebracht naar de Duitse begraafplaats in het Limburgse Ysselsteyn.
Tot 1 januari 1952 stond het ereveld onder de zorg van het ministerie van Defensie. Daarna viel het onder de zorg van de Oorlogsgravenstichting (OGS). In 1967 werden de uit de oorlogsjaren daterende kruisen, na overleg met de familie, vervangen door gelijkvormige grafstenen. In de afgelopen jaren werden de stoffelijke resten van honderden Nederlandse militairen, die elders waren begraven, op de Grebbeberg herbegraven. Hierdoor is het aantal graven op het ereveld tot ruim 800 gestegen.