Vergane glorie. Begin 20ste eeuw werd Jan van Speijk nog steeds gezien als volksheld, zoals te zien op onderstaande prentbriefkaart met kransen aan zijn grafmonument in de Nieuwe Kerk te Amsterdam. Een kerk waar meer zeehelden zijn bijgezet, waaronder misschien wel de grootste zeeheld die Nederland ooit gekend heeft: Michiel Adriaanszn de Ruyter. Maar waar De Ruyter nog volop wordt geëerd, is daar bij Van Speijk geen sprake meer van. Wellicht dat hij nog bekend is om zijn uitspraak "Dan liever de lucht in!", maar ook weinigen zullen weten waar die uitspraak om draait.
Tijdens de Belgische Opstand, of beter de Belgische Onafhankelijkheidsstrijd, liet hij als commandant van een kanonneerboot op 5 februari 1831 het kruitvat in het schip ontploffen, zichzelf, bijna dertig landgenoten en een onbekend aantal Belgen meenemend in de dood. Een haast onnederlandse wijze van zelfopoffering. Het vaderland was drie dagen in rouw. Een held was geboren. Moeizaam verkregen de Nederlanders de overblijfselen van Van Speijk, wiens resten in een vaatje spiritus door de Belgen werden overhandigd. Een nationale loterij werd uitgeschreven, met prijzen die waren vervaardigd van de overblijfselen van de kanonneerboot. Met de opbrengst, die de verwachtingen ver overtrof, werd een grafmonument ontworpen. De plechtige herbegrafenis van Van Speijk vond ruim een jaar later plaats, op 4 mei 1832 in Amsterdam.
Overigens is Van Speijk nog niet helemaal vergeten, zeker niet door de Koninklijke Marine. Al vanaf 1832 zijn er schepen bij de Koninklijke Marine die de naam Van Speijk naam dragen. Zijn naam wordt anno 2009 levend gehouden door het multi-purposefregat Hr. Ms. Van Speijk, te water gelaten in 1994. Frappant is dat het schip regelmaat wordt ingezet in acties die samen met de Belgische marine worden uitgevoerd... Gelukkig maar dat onze zuiderburen niet zo haatdragend zijn.
Dit artikel verscheen eerder in de nieuwsbrief van januari 2009