In Norg (gem. Noordenveld) werd lange tijd begraven bij de oorspronkelijk aan St. Margaretha gewijde kerk. Rondom deze hervormde kerk, daterende uit de dertiende eeuw, ligt een leeg kerkhof. De laatste grafmonumenten zijn hier al heel lang geleden geruimd.
Al in de eerste helft van de negentiende eeuw werden de doden in Norg begraven op een begraafplaats buiten de bebouwde kom. Op een perceel dat enkele malen vergroot werd, wordt nu al bijna twee eeuwen begraven. Zo oud zijn de twee hekwerken die toegang geven tot de begraafplaats echter niet. Het oudst is een smeedijzeren hek tussen gietijzeren posten, dat mogelijk uit het laatste kwart van de negentiende eeuw dateert. Dit hek gaf ooit toegang tot de begraafplaats, maar er is later een nieuwe ingang gekomen. Die ingang dateert van na de Tweede Wereldoorlog, meer specifiek uit de jaren vijftig van de twintigste eeuw.
Het hek dat deze ingang afsluit, draagt echter de kenmerken van vooroorlogse bouwstijlen, zeker in de bakstenen stijlen die het dubbele hek dragen. De uitsparingen in het metselwerk geven de stijlen een wat minder statische uitstraling. De afdekking van de pijlers is gemaakt van kops geplaatste bakstenen die aan de bovenzijde afgeschuind zijn. Maar wat het hek interessant maakt zijn de gelakte houten hekdelen die aan de stijlen zijn gehangen. Deze houten delen zijn vrij eenvoudig opgezet met een nagenoeg vierkant frame waarin vier dwarslatten zijn geplaatst. Met name de verticale delen van het frame zijn wat forser uitgewerkt dan de latten die er tussen zijn aangebracht. De ophanging van de delen is gemaakt van scharnieren met een langwerpig gesmeed geheng. De verticale framedelen zijn afgewerkt met metalen afdekkingen die zwart geschilderd zijn.
Al met al niet direct het type hek dat je bij een begraafplaats verwacht, maar dat maakt het hek niet minder fraai. Bovendien zijn dergelijke houten hekwerken niet zo algemeen, zeker niet uit de vijftiger jaren van de twintigste eeuw.