* Cloppenburg (Dui.) 23 september 1798 - † Zuiderzee 1833
De rol van de Duitsers onder de ondernemers in Leeuwarden is in de 19de eeuw markant te noemen. Grondleggers van de grote confectieateliers waren Duitse "lapkepoepen" of "fijndoekspoepen", zoals ze in de volksmond heetten. In 1826 (1829? [MM]) openden Hermann en Joseph Sinkel, afkomstig uit Duitsland, hun manufacturenzaak aan de Nieuwstad in Leeuwarden. Zij waren de eersten, die tegen vaste prijzen en uit voorraad hun kleren verkochten tegen contante betaling. Het bleef niet bij kleding, ook andere zaken gingen tot het assortiment behoren. De winkel van Sinkel stalde de koopwaar uit in een etalage, wat tot dan toe ongebruikelijk was. Na een grote uitbreiding in 1845 gingen zij door als magazijn: het eerste warenhuis van Leeuwarden. Deze formule sloeg na 1870 zo aan, dat anderen die formule overnamen.
Wie kent niet het (straat)versje:
In de winkel van Sinkel
is alles te koop,
potten en pannen,
mosterd en stroop,
hoeden en petten,
Ook damescorsetten……….
Eén van de Sinkels, namelijk Joseph Maurits Anton Sinkel, kon het succes van hun formule niet meemaken. Hij kwam wel heel tragisch aan z'n eind tijdens een reis naar Amsterdam. We lezen het op zijn grafmonument, dat zich bevindt aan de zuidzijde van de laat-gothische Grote of St. Gertrudiskerk te Workum:
'Joseph Maurits Anton Sinkel
geboren 23 september 1798
te Cloppenburg Hertogdom Oldenburg
gehuwd 27 october 1832
met Dorothea Schenkberg
op deszelfs reis van Leeuwarden zijne woonplaats
naar Amsterdam in de avond van de 28ste december
daaraanvolgende ongelukkiglijk
over boord gevallen en verdronken
Zijn lijk wierd den 27ste mei 1833
aan deze kust teruggevonden
en ter dezer plaatse begraven
Treurt ge om het ongeval door hem, uw vriend, geleden
wijdt dan zijn dierbre ziel uw vurige gebeden
Dat hij ruste in vrede'
Het grafmonument voor Sinkel is valt op door zijn grootte en vorm. In het Engels zouden we zoiets een ‘boxtomb’ noemen. Het is feitelijk een grote doos van Belgisch hardsteen die op het graf geplaatst is, afgedekt met een zware zerk. Daarmee ligt het leesbare gedeelte van het monument meer dan een meter boven de grond. Het tekstvlak neemt op de zerk het grootste deel in en is enigszins verdiept, zodat de steenhouwer een verheven letter kon maken. Onder de tekst is een gezwart vlak opgenomen met centraal een lensvormige cartouche. In die cartouche is een schedel met gekruiste beenderen opgenomen, een ferme verwijzing naar de dood. Dat Sinkel van katholieke huize was blijkt niet uit de steen. Workum kende verder alleen een joodse begraafplaats, dus daarom werd hij op het algemene kerkhof begraven.
Het grafmonument zal in de negentiende eeuw veel opzien hebben gebaard door zijn grootte. Toen moet het ook nog redelijk alleen hebben gestaan. Pas aan het eind van de 19de eeuw en later in de 20ste eeuw zijn de grafmonumenten eromheen geplaatst. Hoewel het een stevig en solide gebouwd monument betreft, slaat ook hier de tand des tijds toe. De zware hardstenen opbouw is geplaatst op een bakstenen fundering. Die fundering is door verzakkingen, ontstaan door het delven van graven in de omgeving, verzwakt waardoor de opbouw nu ook dreigt te gaan verschuiven. Het zou jammer zijn wanneer over enkele jaren blijkt dat het monument niet meer te herstellen is, omdat het monument ons herinnert aan de winkel van Sinkel en de groei van Nederlandse warenhuizen waarvoor Duitse families de grondslag legden.
Literatuur
- Monumenten in Nederland Fryslân, Rijksdienst voor de monumentenzorg; Zwolle (2002)
- Leeuwarden 750-2000 Hoofdstad van Friesland, red. René Kunst; Franeker (1999)