Skip to main content

Schiedam - Oude RK begraafplaats

10 januari 2010

Aan de Vlaardingerdijk in Schiedam ligt tussen het groen de voormalige R.K. begraafplaats van Schiedam. Midden op de begraafplaats staat een veelhoekige, neoclassicistische kapel, gebouwd in 1853. In de jaren zeventig van de twintigste eeuw is de begraafplaats gesloten en raakte de kapel in onbruik. Sinds 1977 is de kapel met enkele bijgebouwen en het toegangshek aangewezen als rijksmonument. Net in die jaren was de begraafplaats gesloten en de kapel werd niet meer gebruikt. Na een lange periode van leegstand en verval werd de kapel in 2001 na een ingrijpende restauratie herbestemd, nu als kerk voor de Roemeens Orthodoxe Parochie in Nederland. Samen met de bijbehorende gebouwen, het hekwerk en de grafmonumenten ligt hier een bijzonder stukje Schiedam. 

Overzicht van de begraafplaats vanaf de dijk met centraal de kapel.Overzicht van de begraafplaats vanaf de dijk met centraal de kapel.

Geschiedenis begraafplaats

In 1849 verkreeg de Schiedamse brander Wilhelmus Adrianus van der Burg (1797-1883) de buitenplaats Bokkenburg voor ƒ 2.750,-. De verkoper, Jacobus van Waterschoot van der Gracht, deed de buitenplaats van de hand vanwege zijn hoge leeftijd. De plaats met een grote tuin waarin siergewas, fruitbomen en groenten, lag niet ver van de Vlaardingsche poort van Schiedam. Van der Burg was tevens kerkmeester en had Bokkenburg niet voor zichzelf gekocht, maar voor de katholieke parochie. Het kerkbestuur gaf aan G. Thyssen en Zn. uit Rotterdam opdracht om een plan te maken voor een begraafplaats. Architect Willebrordus Thyssen ontwierp op een rechthoekig perceel een gravenplan en twee gebouwen. Het ene, ter linkerzijde van de begraafplaats zou als doodgraverswoning fungeren en de andere als barenloods of receptiekamer. Voor ƒ 7.150,- werd het werk uitbesteed aan de aannemer P.W. van Dijk. Thyssen ontving ƒ 425,- voor zijn werk. De begraafplaats kreeg twee toegangen, gelegen over een dam met elke grote opengewerkte smeedijzeren hekwerken. Tussen de twee gebouwen werd een laag ijzeren hek tussen hardstenen zuilen aangebracht. Een ijzeren kruis met beeld kon dankzij een schenking geplaatst worden.Zicht op het huidige hekwerk richting de Vlaardingerdijk.Zicht op het linker hekwerk richting de Vlaardingerdijk.

Op 11 maart 1851 werd de begraafplaats ingewijd door pater Raken O.P. van Rotterdam. Nog op dezelfde dag vond ook de eerste begrafenis plaats. Het gravenplan van Thyssen was helder en de ruimte was precies berekend. Er was in totaal plaats voor 3940 graven, onderverdeeld in:
- priestergraven 32 plaatsen
- zusters 56 plaatsen
- gemetselde keldergraven 200 plaatsen
- ingegraven, met zerk 376 plaatsen
- graven 1e klasse 440 plaatsen
- graven 2e klasse 472 plaatsen
- graven 3e klasse 492 plaatsen
- armengraven 222 plaatsen
- kindergraven 1500 plaatsen
- verloren hoek (ongedoopten) 150 plaatsen

Dat betekende dat hier enkele duizenden lijken begraven konden worden, want per plaats was het mogelijk meerdere lijken te begraven. De kosten van de verschillende graven liepen fors uiteen: een gemetseld keldergraf kostte tenminste ƒ 300,-, terwijl een zandgraf voor twee lijken op ƒ 50,- kwam. In 1872 constateerde men dat de begraafplaats te klein was geworden. Na enkele jaren touwtrekken over het te betalen bedrag werd uiteindelijk een stuk grond van 4.132 m2 aangekocht. De fraaie ijzeren toegangshekken, die meestal op slot zijn, werden in 1882 geplaatst naar een ontwerp van de Rotterdamse architect E.J. Margry (1841 - 1891).

Bouw van de kapel en haar verdere geschiedenis

De eerste jaren had het kerkbestuur onvoldoende middelen om een kapel te laten bouwen op de begraafplaats. Dat was van meet af aan wel de bedoeling. Wederom was het kerkmeester Van der Burg die het bestuur te hulp kwam. Hij bood op 4 maart 1853 aan om de kosten voor de kapel voor zijn rekening te nemen. Dit mede ingegeven door het verlangen van zijn echtgenote Cornelia J.M. Nolet (1805-1853). De opdracht voor het ontwerp van de kapel ging opnieuw naar architect Thyssen. Als dank kreeg Van der Burg voor hem en zijn familie een "eeuwige" kelder in de kapel.De gedenksteen in de muur van de kapel.De gedenksteen in de muur van de kapel.

Al op 13 mei 1853 werd de eerste steen gelegd door de kinderen Van der Burg. In juli 1854 meldde de architect dat de kapel nagenoeg voltooid was. Enkele maanden later, op 23 augustus 1854 werd de kapel gewijd. Pater Raken had wederom de eer om dit te mogen doen, gevolmachtigd door de Haarlemse Bisschop, Monseigneur De Vree.

De kapel werd in neoclassicistische stijl gebouwd in de vorm van een kruis op een achthoekig basement. In de vier schuine hoeken van het kruis is ruimte vrijgelaten voor grafkelders. Alle gevels aan het uiteinde van het kruisvormige gebouw zijn voorzien van een toegangsdeur en worden bekroond door een timpaan met in het fries allerlei symbolen die verwijzen naar de dood. Aan de voorzijde zijn onder andere een zandloper, een zeis en een naar beneden gerichte fakkel afgebeeld. Aan de drie andere zijden zijn telkens twee gekruiste en naar beneden gerichte fakkels opgenomen, geflankeerd door vlinders. In de schuine tussenvlakken zijn telkens twee hoge vensters opgenomen die het interieur van licht voorzien. De kapel wordt bekroond met een tentdak waarop een open achthoekige klokkentoren is geplaatst.In het timpaan van de voorgevel zijn veel funeraire details opgenomen.In het timpaan van de voorgevel zijn veel funeraire details opgenomen.

Al snel na de ingebruikname van de kapel ontstonden problemen met de fundering. Ondanks dat de ondergrond deels uit veen bestond werd de kapel niet onderheid. Door de slappe ondergrond traden al snel verzakkingen op. In 1857 werden op advies van Thyssen drie kruisankers onder de vloer aangebracht en twee koppelankers in de kapel. Kennelijk waren er toen ook al vochtproblemen want sommige delen van de wand werden opnieuw gepleisterd. In 1863 adviseerde Thyssen om de scheuren die waren ontstaan, af te stuken en het daar bij te laten. Kennelijk vertrouwde het kerkbestuur Thyssen niet meer zo omdat ook andere deskundigen werden geconsulteerd. Na verschillende onderzoeken kwam naar voren dat de constructie van de kapel in orde was, maar dat de ondergrond instabiel was. In 1870 werd de kapel gerepareerd.

In 1875 kreeg Van der Burg te horen dat er niet meer begraven mocht worden in de grafkelders vanuit de kapel. Dit was vast een gevolg van de Begrafeniswet van 1869 waarin definitief verboden werd nog langer in kerken te begraven. In 1883 werd Van der Burg bijgezet in de familiekelder, vanaf de buitenzijde. In de loop der tijd bleef de kapel geld kosten. Een 'zuinige' restauratie in 1924 kostte het kerkbestuur ƒ 3.300,-, en daarmee al het kasgeld. In de jaren dertig werd het dak van de kapel hersteld. In plaats van leien bracht men toen een koperen dakbedekking aan. Wellicht is dat gedaan om gewicht te sparen. Ook werden de graven rond de kapel hersteld en vernieuwd. In de Tweede Wereldoorlog liep de kapel schade op door een nabije bominslag, maar de staat van de kapel was al dusdanig dat er nodig weer wat gedaan moest worden. In 1942 werd de vloer vervangen door een betonvloer omdat de balkkoppen doorgerot waren. Ook werden toen de vochtproblemen maar weer eens aangepakt.

Teloorgang

In de jaren zestig van de twintigste eeuw rees bij het kerkbestuur de vraag of het niet beter zou zijn om op de algemene begraafplaats een afzonderlijk RK deel in te richten. Wat speelde was een terugloop van gelovigen en de hoge kosten van onderhoud van een eigen begraafplaats. Nog even werd gedacht aan een uitbreiding van de bestaande begraafplaats, maar uiteindelijk gaf men de voorkeur aan beëindiging van alle activiteiten. In 1972 werd de begraafplaats met alle daarop staande gebouwen voor de symbolische prijs van 1 gulden overgedragen aan de gemeente Schiedam. Bij de eigendomsoverdracht werd over de gebouwen gesteld dat deze na buiten gebruikstelling zouden kunnen worden afgebroken. Ten aanzien van de graven zou de gemeente alle bestaande rechten erkennen. Graven waarin nog ruimte was, zouden niet meer hier worden uitgegeven, maar op de algemene begraafplaats. Voor overplaatsing van grafmonumenten en stoffelijke resten zou de gemeente zorg dragen, indien gewenst.De doodgraverswoning ter linkerzijde van de ingang wordt nog steeds bewoond.De doodgraverswoning ter linkerzijde van de ingang wordt nog steeds bewoond.

Herstel

Na jaren van leegstand, verval en verwaarlozing zette de Stichting Beschermd Stadsgezicht Schiedam (Stadsherstel Schiedam) zich vanaf de jaren negentig van de vorige eeuw in om te zoeken naar een geschikte herbestemming voor de kapel. Deze was intussen tijdelijk in gebruik bij kunstenaars. In 1996 werd door architectenbureau Mecanoo een haalbaarheidsonderzoek gedaan naar het gebruik van de kapel als columbarium c.q. urnenhuis. Het toekomstige gebruik kon echter niet worden verzekerd, waardoor dit plan weer werd afgeblazen. Niet lang daarna werd vanuit verschillende kanten geopperd om de Roemeens Orthodoxe Kerk in Nederland (ROK) gebruik te laten maken van de kapel. Dit kerkgenootschap was al enige jaren op zoek naar een eigen kerkgebouw. Na verschillende studies en een haalbaarheidsonderzoek werd besloten de kapel te restaureren en daarna het exclusieve gebruiksrecht aan de ROK te geven. Om van de kapel een kerk te maken moest wel het bestemmingsplan worden gewijzigd. Dit bleek geen al te groot probleem en samen met de Stichting Beschermd Stadsgezicht Schiedam werden de benodigde fondsen geworven voor een restauratie. De restauratie werd begonnen in 2000. Bij de restauratie, die onder leiding stond van architect Peter van Velzen, heeft het accent voornamelijk gelegen op consolidatie. De gevels van de kapel zijn helemaal van natuursteen, het basement van hardsteen met rusticablokken en daarboven platen van Portlandstone. Het natuursteen zelf bleek nog in een goede conditie, de verankering was echter onvoldoende. Het gebruik van Portlandstone is opmerkelijk, omdat deze in Nederland bijna niet gebruikt werd. Daarnaast is onder meer het bijzondere gedecoreerde plafond met engelen hersteld.

Ingrijpende aanpassingen in het interieur konden door deze wel zeer passende herbestemming beperkt blijven tot enkele inrichtingselementen die specifiek zijn voor de Roemeens orthodoxe liturgie; zo hoopt de parochie binnen afzienbare tijd een iconenwand te kunnen plaatsen. Het oorspronkelijk witte stucwerk van de wanden kreeg daarom alvast een zachte grijsgroene kleur om straks beter te kunnen harmoniëren met de iconen. Een bijzonder onderdeel van de restauratie was de ontruiming van de grafkelders. De kisten met inhoud werden tijdelijk begraven op begraafplaats de Beukenhof en later weer teruggeplaatst. In juni 2001 werd het gebouw weer in gebruik genomen.De kapel in 2015, omgeven door hoge taxusstruiken.De kapel in 2015, omgeven door hoge taxusstruiken.

Vandaag de dag wordt de kerk gebruikt voor de eredienst van de Roemeens Orthodoxe Kerk. Twee keer per maand komen de leden bij elkaar uit de hele Benelux. Daarvoor komt de priester over uit Brussel. De kerk wordt ook gebruikt voor huwelijken en doopplechtigheden. Bij de restauratie is rekening gehouden met de kerkelijke kleurtraditie van de Roemenen. Aan de wanden zijn veel iconen opgehangen, tussen de rooms-katholieke beelden die in het gebouw dienden te blijven. Ook op en rond de begraafplaats is inmiddels het een en ander veranderd. Aan de achterzijde is in jaren negentig van de twintigste eeuw een gloednieuw uitvaartcentrum voor Monuta gebouwd. De begraafplaats zelf handhaaft haar aanwezigheid, niet alleen door de fraaie bouwwerken, maar ook door de forse bomen die in een ring om de kapel staan. Op de kleine calvarieberg staat een eenvoudig houten kruis met corpus. Achter de calvarieberg staat een geheel door klimop overgroeide boom die het geheel een fraaie achtergrond geeft. Daarachter zijn in de overgang naar de nieuwe gebouwen zuilvormige beuken geplant met een taxushaag. Verder staan in de rand en ook op de begraafplaats zelf veel struiken, waaronder veel groenblijvende soorten, zoals taxus en conifeer. Zo vormt deze oude RK begraafplaats een fraaie groene plek in deze verstedelijkte omgeving. 

 

Literatuur

  • Hulsman, Rita, Regio Rotterdam, Reeks Funeraire Cultuur Terebinth, Soesterberg 2002
  • Hulsman, Rita en Jannes H. Mulder, Begraven in Rotterdam en omstreken, Rotterdam 1999
  • Prior, Pauline, 'Bijzonder Bouwsel', in: De Begraafplaats, jaargang 5, nummer 2, zomer 2003
  • Stenvert, Ronald, e.a., Monumenten in Nederland: Zuid-Holland, blz. 475, 2004
  • Takens, Daniëlle, 'Van kapel tot kerk: een passende herbestemming', in: Nieuwsbrief 2002-01, Rijksdienst voor de Monumentenzorg.

 

Links

  • RK kapel Vlaardingerdijk, Stadsherstel Maassteden (geraadpleegd 23 maart 2022)
  • Over begraafplaats en kapel (tijdelijk niet beschikbaar)
  • De Roemeens Orthodoxe Parochie in Nederland (tijdelijk niet beschikbaar)

 

Aangepast: 26 mei 2024

Nieuw op de website


Andel – Het grafmonument voor Jan Claesen

27 oktober 2024
~Noord-Brabant

Als bloemen bij het graf - Boelenslaan

27 oktober 2024
~Als bloemen bij het graf

Pieneman, Jan Willem

29 september 2024
~Kunst & Cultuur

Als bloemen bij het graf - Garsthuizen

15 september 2024
~Als bloemen bij het graf