De Deventer historicus H.J. van Baalen, schrijver van onder meer ‘Joods leven Deventer en omstreken’, noemt de Joodse begraafplaats van Den Nul ‘het vermoedelijk meest vergeten Joodse begraafplaatsje van Nederland…’. Klein is de begraafplaats in ieder geval, maar vergeten is de begraafplaats zeker niet. Ingehaald door naoorlogse bebouwing ligt de begraafplaats er anno 2016 verzorgd bij. De kleine dodenakker is aan twee zijden voorzien van een modern hekwerk en aan de andere twee zijden begrenst door een heg. Een eenvoudige tekstplaat laat de bezoeker of passant zien dat het om een Joodse begraafplaats gaat. Wie zich verdiept in de naam op de grafsteen, leert een stukje van de geschiedenis van de regio kennen.
Het graf
{seog:disable}Op de enige steen van de kleine begraafplaats staat een Hebreeuwse tekst boven een Nederlandse tekst:
פ"ט מ' מרים בת כ' חיים ושם אמה חענא ותמת כ"ז סיון ת'ר'ע'ר ת נ צ ב ה
M. ZENDIJK-V. SPIEGEL Overl. 21 Juni 5674.
In vertaling: Hier is geborgen Mevrouw Miriam dochter van de ge'eerde Chaim En de naam van haar moeder was Channa En zij stierf [op] 27 Sivan 5674 T N Ts B H [1]. De weduwe Mariana Zendijk-van Spiegel overleed op 89-jarige leeftijd op 21 juni 1914. Ze kwam uit een familie van slagers die verbonden is met de regio.
Er zijn enkele aanwijzingen dat er meer grafstenen op de begraafplaats hebben gestaan, ondermeer een medewerker van het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap (NIK) zegt te hebben waargenomen dat er na de Tweede Wereldoorlog 3 tot 5 zerken met Hebreeuwse teksten op de begraafplaats hebben gestaan. Wanneer deze stenen verwijderd zouden zijn en waarom is onduidelijk. [2] Mogelijk heeft er een doodgeboren kind met de naam Jane gelegen, naast enkele familieleden van de Zendijks. Vooralsnog ontbreken documenten of foto's die kunnen bevestigen dat er meerdere mensen begraven liggen of hebben gelegen. En dat er meerdere stenen hebben gestaan.
Op de begraafplaats heeft tot de Tweede Wereldoorlog een metaheerhuisje gestaan. Oorspronkelijk was de begraafplaats dan ook groter. In de oorlog is het huisje gesloopt door de Duitse bezetter, die vanuit de loopgraven in het naastgelegen bos een vrij uitzicht wilde hebben op de Rijksstraatweg. In 1963 is echter een deel van het perceel verkocht aan het toenmalige houtbedrijf Hoekman.
Achtergrond
Joden in de omgeving van Olst-Wijhe-Den Nul behoorden tot de joodse gemeente Deventer. Al ruim tweehonderd jaar wonen enkele joodse families in dorpen in de omgeving van Deventer. Zo woonde begin negentiende eeuw in Twello de familie Van Spiegel, een slagersfamilie. In 1909 stichtte een kleindochter, S.E. van Spiegel-De Horst, de Twellose exportslachterij Van Spiegel en Zonen. Later heette het bedrijf DUMECO, maar intussen bestaat het bedrijf niet meer. Ook in Olst en Wijhe woonden ‘buitenleden’ van de joodse gemeente Deventer. In 1920 was er in Wijhe een slachterij van de familie Gosschalk.
In Olst nam op 23 december 1811, in de Franse tijd, de jood Jacob de naam Zendijk aan. Zijn voornaam werd daarbij in Mozes veranderd. Zijn zoon, Aron Mozes Zendijk (1795 – 22 juli 1874), trouwde op 12 januari 1843, op 48-jarige leeftijd met zijn 17 jaar oude nichtje Mariana van Spiegel, geboren in Deventer. De bruidegom stond geregistreerd als koopman, zijn vader als slager. Het echtpaar kreeg meerdere kinderen. De oudste zoon, Mozes Aron, geboren 19 juni 1851, overleed op 19 juli 1885 in Olst. Zijn eerste vrouw, Saartje de Vries, overleed op 20 juli 1878 in Olst. Aangezien zowel Aron Mozes, als Mozes Aron en zijn eerste vrouw Saartje, in Olst zijn overleden, is het wellicht mogelijk dat zij destijds in Den Nul zijn begraven. Dat zou mogelijk de meerdere grafstenen verklaren die zijn gezien na de oorlog. Nader onderzoek is hiervoor nodig. Meer duidelijkheid zou de stichtingsdatum van de begraafplaats kunnen verschaffen. [3]
Twee zonen van het echtpaar Zendijk, David Israël en Joseph Aron, stichtten de vleesfabriek Zendijk in Olst. Een aantal zonen van David nam in 1913 de Olster Asfaltfabriek over. Een ondernemende familie dus. In 1919 nam Joseph Aron Zendijk de Twellose Exportslachterij over. De fabriek was in de oorlogsjaren in moeilijkheden gekomen doordat de uitvoer van baconspek naar Engeland stagneerde vanwege de dreiging van Duitse U-boten op de Noordzee. De familie Zendijk was al in het bezit van aandelen van de fabriek. De vleesindustrie was groot in de negentiende eeuw in de IJsselstreek en vooral ook in Olst. Omstreeks 1875 telde Olst meer dan twintig kleine slagerijen, waarbij het bedrijf van Zendijk de stijgende vraag naar vleesproducten en de schaalvergroting goed kon opvangen. De grootste bloeiperiode voor Zendijk was waarschijnlijk ten tijde van de Eerste Wereldoorlog, toen veel geld werd verdiend met de export naar het oorlogvoerende Duitsland. Ook de jaren 50 van de twintigste eeuw waren goede jaren, daarna liep de handel terug. De vleesfabriek in Olst heeft tot 1970 bestaan, toen werd het bedrijf overgenomen. In 1975 stopte het bedrijf helemaal.
Tegenwoordig
Tot op hoge leeftijd vierde Mariana Zendijk haar verjaardag, getuige de annonces in het Nieuw Israëlitisch Weekblad. Op 89-jarige leeftijd overleed ze in Olst en werd ze begraven op de kleine begraafplaats in Den Nul. Meerdere leden van de familie Zendijk, waaronder de jongste zoon van Mariana Zendijk, Joseph Aron en zijn vrouw, zijn in de Tweede Wereldoorlog om het leven gekomen in concentratie- en vernietigingskampen als Auschwitz en Sobibor.
Begin eenentwintigste eeuw is de begraafplaats door bewoners van Den Nul opgeknapt. De begraafplaats wordt onderhouden door een buurtbewoner. Als dank voor het herstel van de begraafplaats werd door het NIK een boom geplant in het vredeswoud in Israël. De grond van de begraafplaats is nog steeds in eigendom van nazaten van de familie Zendijk.
Noten
- T.N.Ts.B.H., een afkorting van ‘Tehije Nisjmato Tseroera Betsror Hechajiem’, oftewel ‘moge zijn/haar ziel gebonden zijn in de bundel der levenden’.
- Op de website Het Stenen Archief staat vermeldt: ‘Dhr. Ruben Vis (NIK) wist mee te delen uit eigen waarneming, dat er na de oorlog meer stenen aanwezig waren. Hij spreekt over 3-5 zerken met Hebreeuwse teksten. Ook meldt hij:- "Later is er een woonwijkje gekomen en hebben buurtbewoners een bordje er bij geplaatst en de laatste zerk omhekt. Het NIK heeft er bemoeienis mee, maar de grond is particulier eigendom van een groot aantal nazaten."’ [Geraadpleegd 9 juni 2015]
- H.J. van Baalen noemt 5 zonen (Joods leven, blz. 156 (1998)), te weten: Aron Hartog, Hartog Aron, Mozes Aron, Joseph Aron en Philip. Daarnaast de dochters Henriëtte en Jaantje. De website van de Nederlandse Kring voor Joodse Genealogie geeft naast de dochters Henriëtta en Marianna, slechts drie zonen, te weten: Hirsch Aron, Mozes Aron en Philip Zendijk.
Met dank aan Teun Oosterbroek en Raymond de Groot (Historische Vereniging 't Olster Erfgoed)
Bronnen en literatuur
- H.J. van Baalen: Joods leven – Deventer & Omstreken (1998)
- Jozeph Michman, Hartog Beem, Dan Michman: Pinkas – Geschiedenis van de joodse gemeenschap in Nederland (1999)
- Werkgroep Genealogie/Raymond de Groot - In memoriam Mariana Zendijk-Van Spiegel - 100 jaar na haar sterfdag in: Tijdschrift Olster Erfgoed (September 2014, nr. 67))
Internet
- Het Stenen Archief - Den Nul [Geraadpleegd 9 juni 2015]
- De Canon van Olst
- Boom voor Olst-Wijhe in vredeswoud (RTV Oost 30 november 2005)
- Stamboom Mariana van Spiegel op Nederlandse Kring voor Joodse Genealogie [Geraadpleegd 9 juni 2015]