Eerder al deden Henk Hin en Beerend Wietsma verslag van hun zoektocht naar oude graven en grafmonumenten op de kerkhoven in Heemskerk, gelegen rond de Dorpskerk en de Laurentiuskerk. In dit artikel nemen ze de gemeentelijke begraafplaats 'Eikenhof', gelegen aan de Marquettelaan, onder de loep.
Wie deze begraafplaats bezoekt, betreedt een bos waarin verspreid tussen bomen en struiken grafheuvels zijn gesitueerd. Sinds 1976 wordt op deze begraafplaats begraven. ' Eikenhof' behoort dan ook tot de wat jongere begraafplaatsen, waar geen oude graven aangetroffen worden. Maar wat heet oud? De jonge geschiedenis van 'Eikenhof' is overigens de moeite waard om vast te leggen.
De urgentie
Op 1 januari 1955 telde Heemskerk 6.277 inwoners, terwijl dit aantal in 1965 gestegen was tot 21.360. Een explosieve groei van meer dan 15.000 inwoners in een periode van tien jaar. Deze groei had uiteraard consequenties voor ondermeer de bouw van woningen, winkels en scholen, maar er moest ook aandacht worden besteed aan voldoende begraafruimte.
Die aandacht was er ook. Tijdens de behandeling van de begroting van 1963 stelt de gemeenteraad aan het College van B. en W. de vraag hoe het staat met de plannen voor een nieuwe begraafplaats. Het antwoord van het college luidt 'dat de aanleg urgent is en dat er overleg plaats vindt over de situering'.
Het is van belang te onderzoeken welke grootte de nieuwe begraafplaats moet krijgen. Daartoe brengt de Sociografisch Afdeling van de gemeente een notitie uit waarin de begraafruimte tot 1985 wordt berekend. Verwacht wordt dat er tussen 1966 en 1985 in Heemskerk ongeveer 3.400 inwoners zullen overlijden. Op de Algemene Begraafplaats rond de Dorpskerk is in 1965 nog maar ruimte voor tweehonderd begravingen, terwijl er op het kerkhof van de Laurentiuskerk nog ongeveer negenhonderd overledenen hun laatste rustplaats kunnen krijgen. Het is duidelijk dat er een nieuwe begraafplaats moet worden aangelegd met een capaciteit van minstens 2.300 graven. Deze zal een grootte moeten krijgen van ongeveer 3,5 ha.
De locatie
Nu de grootte van een nieuwe begraafplaats bekend is, kan worden uitgezien naar een geschikte locatie. De eerste optie van het gemeentebestuur is een plek in het duingebied. Gedacht wordt aan een perceel aan de duinrand van het heuvelachtige bosterrein aan de Duinweg op ongeveer 200 meter van de Rijksstraatweg. Dit perceel is echter niet opgenomen in het vastgestelde Streekplan IJmond-Noord, terwijl het bovendien ligt in het waterwingebied van de P.W.N. Deze optie vervalt. Het in 1953 goedgekeurde uitbreidingsplan 'De Commandeurs' biedt meer mogelijkheden. In dit plan is 'naast een terrein voor scholenbouw en voor een kerkgebouw ook een begraafplaats geprojecteerd, als behorend bij een nieuw op te richten R.K. kerk aan de Kerkweg.'
Dit betekent dat alleen in het gebied aan de zuidzijde van de Marquettelaan een begraafplaats kan worden aangelegd. De voorkeur van het College van B. en W. gaat echter uit naar een terrein dat gelegen is aan de noordzijde van deze laan. Dat wordt als volgt gemotiveerd: 'Dit terrein (groot 4.06 ha) is rustiger gelegen en verkeerstechnisch gunstiger bereikbaar vanuit de bebouwingskem, terwijl het terrein aan de zuidzijde (groot 4.65 ha) gelegen is aan de kant van de bebouwing en daardoor gunstiger is gelegen voor recreatiegebied.'
Voor de situering aan de noordzijde moet een nieuw uitbreidingsplan worden vastgesteld. Hoewel de definitieve keuze (noord- of zuidzijde) nog niet is gemaakt wordt in de raadsvergadering van 21 december 1964 op voorhand een krediet van f 19.000,- beschikbaar gesteld voor het maken van een ontwerp voor een nieuwe begraafplaats. Op 29 juni 1965 verschijnt de eerste werktekening van het plan onder de naam 'Uitbreidingsplan in onderdelen Begraafplaats "Noorderhof". Het voorstel voor deze naam is gedaan door Gerard van Wijk, chef van de afdeling Algemene Zaken en vermaard kenner van de Heemskerkse historie. De naam Noorderhof is voor de hand liggend. De begraafplaats is immers geprojecteerd aan de vroegere Noorderlaan. Deze laan liep waar de huidige Marquettelaan een kromming maakt bij het begin van de Oosterweg en de oprijlaan naar kasteel Marquette, richting Rijksstraatweg. De naam 'Noorderhof' heeft maar kort stand gehouden. Reeds op 9 juli 1965 doet raadslid Tinus Wentink het voorstel de nieuwe begraafplaats de naam 'Eikenhof' te geven, 'omdat het bos waarin de aanleg zal plaatsvinden in het verleden in de volksmond de naam "Ekenbos". (Eikenbos) droeg.' Dit voorstel wordt door het gemeentebestuur aangenomen.
De grondaankoop
Er worden geen moeilijkheden verwacht bij de aankoop van de grond voor Eikenhof. Al in oktober 1963 heeft Jonkheer A.D.Th. Gevers, eigenaar van het landgoed Marquette en het beoogde perceel, het gemeentebestuur laten weten dat hij in principe bereid is aan de verkoop van grond mee te werken.
De gronden van Marquette vallen onder de Natuurschoonwet 1928, die beoogt de instandhouding van natuurreservaten veilig te stellen en ontbossing tegen te gaan. Voor een definitieve verkoop van grond zal Jhr. Gevers dan ook eerst toestemming moeten krijgen van diverse instanties voor het onttrekken van grond aan zijn bestemming, zoals die in de Natuurschoonwet is vastgelegd. Vooruitlopend op deze toestemming neemt de gemeenteraad een belangrijke beslissing. Op 30 september 1965 stelt deze het Uitbreidingsplan vast. De weg is nu vrij voor de aankoop van de grond. Tot deze aankoop besluit de raad dan ook in de vergadering van 2 maart 1967. Met de eigenaar Jhr. Gevers is dan inmiddels overeenstemming bereikt over de aankoop van een perceel bosgrond met een grootte van 4.06 ha te bestemmen als begraafplaats, begrensd door de Marquettelaan (was Noorderlaan), Kerkweg en Rijksstraatweg. In dezelfde raadsvergadering wordt tevens besloten 1.15 ha bosgrond van Jhr. Gevers te kopen bestemd voor bungalowbouw en openbaar groen. Deze grond wordt begrensd door Marquettelaan, Kerkweg en Jhr. Geverslaan. De totale koopsom voor beide percelen bedraagt f 159.200,-. Voor de grond bestemd voor Eikenhof wordt f 2,50 per m2 berekend, terwijl die voor de bungalows f 5,- per m2 moet kosten. Omgerekend kost de grond voor Eikenhof ongeveer f 101.550,-.
Nadat de transactie door notaris J.C. Stuart te Haarlem op 1mei1968 is gepasseerd kan met de aanleg van Eikenhof worden begonnen.
Croften en bossen
Het is de moeite waard na te gaan welke bestemmingen de grond van Eikenhof in de loop van de geschiedenis heeft gehad. Uit de dissertatie (1965) van Dr. J.K. de Cock over de historische geografie van Kennemerland blijkt dat Heemskerk ligt op strandwallen, die door moeras- en veengebieden waren omgeven.
Op deze strandwallen kon al voor 800 na Chr. worden gewoond, maar door de hoge zee- en grondwaterstand was dit tussen ongeveer 800 en 950 niet meer mogelijk. Rond het jaar 1000 gingen mensen zich weer vestigen op deze strandwallen, waar men zich in zijn levensonderhoud moest voorzien door het telen van producten in het schrale duinzand. Wanneer het mogelijk wordt het veen uit de veengebieden te gaan gebruiken door het te vermengen met het duinzand kan de opbrengst van de gronden aanzienlijk worden verbeterd. Ook omdat de bevolking toenam, ontstond de behoefte de beschikbare gronden te verdelen in percelen die doorgaans de naam: 'croft' of 'acker' kregen. Percelen waaromheen een dikwijls begroeide aarden wal van ongeveer 40 cm hoogte was aangelegd, werden 'croften' of 'krochten' genoemd.
In Morgenboeken uit 1539 en 1632 worden 'ackers' en 'croften' genoemd met daarbij de naam van de eigenaar, van de gebruiker en de grootte van het perceel. Bij het Morgenboek uit 1 731 behoort ook een Percelenkaart, waarop Cornelis Groenland alle 'ackers', 'croften' en 'landen' van Heemskerk in kaart had gebracht. Hierop staan ook de zes percelen getekend die ruim twee eeuwen later zouden worden bestemd als begraafplaats. Van deze zes percelen waren er drie in het bezit van 'Mevrouw Rendorp' (van Marquette). Op de Percelenkaart zijn behalve de eigenaars ook de nummers en de namen van de percelen vermeld. Zo heeft nummer 10 de naam 'Krotjes van Marquet', nummer 12 'Ackertje van de Heer' en nummer 13 'Krotje van Marquet'. In de periode tot ongeveer 1800 worden door de bezitters van Marquette nog meer 'croften' en 'ackers' gekocht. Aanvankelijk worden deze verpacht om ze in het begin van de negentiende eeuw te laten bebossen. Bossen en siertuinen rond buitenplaatsen waren voor de adel statussymbolen. Hoe mooier de tuin, des te hoger het aanzien. De aangekochte percelen van Marquette, aan de overkant van de Oosterweg, tevens de grens van het landgoed, kregen de toepasselijke naam Overbossen. Het waren deels sierbossen, deels hakhoutbossen waarin verschillende soorten bomen werden geplant, vooral eiken en essen. Deze werden regelmatig gekapt om het hakhout op houtveilingen te kunnen verkopen. Zo werd de gemalen bast van jonge eiken gebruikt in leerlooierijen, en het essenhout als boerengeriefhout in tuinderijen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleef van de Overbossen niet veel over. Veel bomen werden omgezaagd en gebruikt als brandhout, vanwege een schromelijk gebrek aan brandstof. Toen de oorlog voorbij was konden de bossen weer tot ontwikkeling komen. Omdat aan het onderhoud ervan nauwelijks aandacht werd besteed konden bomen en struiken verwilderen. In 1973, wanneer Eikenhof wordt aangelegd, komt op dit bosterrein aan de wildgroei een einde.
Het Vinkenlaantje
In een Commissievergadering Uitbreidingsplannen van 27 september 1965 wijst raadslid Tinus Wentink erop 'dat met het aanleggen van de begraafplaats het zogenoemde Vinkenlaantje, dat juist daar ter plaatse door het bos voert, zal verdwijnen. Ofschoon het hier geen openbare weg betreft die op de legger der wegen voorkomt, voorziet dit pad toch in een behoefte. De vraag rijst dan ook of het mogelijk is een nieuw pad langs de begraafplaats te maken.'
De voorzitter van de Commissie, wethouder Henk Roozen, is van mening dat er mogelijkheden zijn om een vervangend pad aan te leggen in de groenstrook aan de noordkant van de aan te leggen begraafplaats. Dit pad is later bij de aanleg van Eikenhof ook gerealiseerd.
Het Vinkenlaantje begon aan de Kerkweg, waar de huidige garage van Jongejans is, liep door het bos naar de Rijksstraatweg en eindigde iets ten westen van de Marquettelaan. Het was een ongeveer twee meter brede zandweg die veelvuldig werd gebruikt om de afstand van de Rijksstraatweg naar de Kerkweg te bekorten in een periode dat de Noorderlaan, later Marquettelaan, nog niet was aangelegd. In het midden was het laantje uitgedijd tot een speelterreintje van ongeveer 10 bij 20 meter waar de jeugd van Noorddorp naar hartelust kon voetballen en spelen. Het Vinkenlaantje dankt zijn naam aan één van de vele vinkenbanen die in de zeventiende eeuw als statussymbool, veelal bij landgoederen, werden aangelegd. Zo ook bij kasteel Marquette. Waarschijnlijk lag die vinkenbaan aan de duinkant van de Rijksstraatweg tegenover waar later de Marquettelaan werd aangelegd.
De aanleg
Nadat de aankoop van de grond is geregeld en de gemeenteraad op 4 april 1972 een krediet van f 335.000, - beschikbaar heeft gesteld voor de eerste fase van de aanleg van Eikenhof, kan met de werkzaamheden worden begonnen.
Bram Hof, stedenbouwkundig architect, heeft inmiddels een plan ontworpen. Op een slecht onderhouden bosterrein moet een begraafplaats worden aangelegd, waarbij het bestaande groen aan bomen en struiken zoveel mogelijk moet worden behouden. Vanwege een wisselend waterpeil zullen de graven op terpen of heuvels moeten worden gesitueerd. Hij kiest daarvoor de zeskantige of honingraatvorm. Daardoor kunnen meer bomen worden gespaard dan wanneer voor een vierkantige vorm zou worden gekozen. Op elke heuvel is plaats voor 52 graven, waarin in één laag zal worden begraven. De heuvels moeten worden aangelegd in een bos waarin eiken, berken en wat solitaire beuken wild konden groeien, met onder deze bomen een wirwar aan dood en halfdood hout en waar wildgroei is van bramen, grassen, klimop en kamperfoelie.
'In dit hakbos, waarvan de takken werden gebruikt in de tuinderijen, was na de Tweede Wereldoorlog bijna niet meer gekapt, zodat het hakhout kon uitgroeien tot een bos met meerdere houtsoorten', aldus Nico Brantjes, tot voor kort chef van de afdeling Groenvoorziening. Hij en zijn collega Jan Specht ontwikkelden een groenplan waarin zoveel mogelijk bestaande bomen worden behouden, terwijl onder deze bomen schaduwminnende struiken en planten kunnen gedijen. De grafheuvels worden bovendien afgeschermd met struiken en hagen om het besloten karakter tijdens het bezoek aan de graven te bevorderen.
Om de kosten van de begraafplaats te spreiden, besluit het gemeentebestuur Eikenhof in fasen aan te leggen. In de jaren 1973 en 1974 worden tijdens de eerste fase zeven terpen gerealiseerd met de letters a t/m g. Om deze terpen te kunnen aanbrengen wordt eerst het bos opgeschoond, waarbij dode bomen, takken en struiken worden verwijderd. De bomen die dan nog overblijven, moeten daarna zodanig worden gesitueerd dat er na veel passen en meten ruimte vrijkomt voor zeven terpen.
Een secuur en tijdrovend werk is ook de aanleg van de paden langs de bestaande bomen. Datzelfde geldt voor het aanbrengen van de drainage. Een bijzondere moeilijkheid hierbij betreft het gebruik van poreuze betonbuizen, die zich moeilijk laten voegen langs de slingerende paden. De gemeentelijke afdelingen Civiele Werken en Groenvoorziening, ondersteund door aannemersbedrijf Gebroeders Beentjes BV. Uit Akersloot, hebben in goede samenwerking een lastig karwei weten te klaren.
Nadat heuvels, paden en drainage zijn aangelegd en afwateringssloten zijn gegraven, wordt naast de bestaande vegetatie een grote variatie van sierheesters en bodembedekkers aangebracht. Er worden ook bloembollen uitgezet ter verwildering om daardoor de begraafplaats een fleurig aanzien te geven. Na een periode van rust, waarin het bos zich na de intensieve werkzaamheden kan herstellen en de grafheuvels moeten nazakken, kan vanaf 1 januari 1976 grafheuvel A voor het begraven in gebruik worden genomen. In de zeven grafheuvels die tijdens de eerste fase zijn aangelegd kan maar in één laag worden begraven. Al in 1978 blijkt dat deze wijze van begraven zoveel ruimte vergt dat in 1980 een tweede fase moet zijn gerealiseerd. Door een kleine ophoging van de heuvels kan voortaan in twee lagen worden begraven, waardoor een dubbele capaciteit wordt bereikt. Met de aanleg tijdens de tweede fase van negen heuvels met de letters P t/m X wordt spoedig een begin gemaakt.
In een derde fase van uitbreiding die start in 1984 worden nog eens negen heuvels met de letters H t/m O aangelegd. Daarna is er nog maar beperkte ruimte om in een vierde en tevens laatste fase zes grafheuvels met de cijfers I t/m VI aan te leggen. Wanneer deze in 1996 gereed zijn telt Eikenhof in totaal 31 heuvels met een capaciteit van 1.632 grafruimten waarin totaal 3.264 begravingen kunnen plaats vinden. Voor de resten van geruimd graven wordt een verzamelgraf aangelegd. Deze bestaat uit twee delen: een grafheuvel met daarvoor een monumentale steen. In de heuvel (ontwerp van Nico Brantjes) worden de stoffelijke resten bijgezet wanneer de grafrechten op Eikenhof zijn beëindigd. Door het plaatsen van een vijf meter lange steen van zwart gewolkt graniet is de grafheuvel aan het zicht onttrokken. In het midden van de steen heeft de ontwerper Hans Haker een glasplaat geprojecteerd waarin duin, strand, zee en lucht met omhoogstijgende vogels zijn gegraveerd. Op 16 december 2005 werd het monument officieel onthuld.
De aula
Er is in de jaren zeventig in de gemeenteraad nogal wat te doen geweest over de aula van Eikenhof. Tijdens de raadsvergadering van 4 april 1972 komt de aula voor het eerst aan de orde. Er zijn verschillende meningen: wel of geen aula, op of buiten de begraafplaats, wel of niet bestemmen als uitvaartcentrum of wellicht als kerkgelegenheid. Het nemen van beslissingen is dan nog niet aan de orde. Dat wordt anders wanneer in de raadsvergadering van 27 maart 1975 over het voorstel van het College van B. en W. moet worden besloten een krediet van f 448.000,- beschikbaar te stellen 'tot het 'stichten' van een aula.'
Een viertal raadsleden maakt bezwaar tegen deze uitgave en stemt tegen het voorstel. Op 20 mei 1976 komt de aula wederom in de raadsvergadering aan de orde. Nu stelt het College voor een aanvullend krediet van f 176.000,- voor de bouw en inrichting van de aula goed te keuren. Het blijkt dat het reeds goedgekeurde krediet van f 448.000,- geraamd was aan de hand van summiere gegevens. De raad is daarover verbolgen. Eén van de raadsleden verzoekt het voorstel terug te nemen, maar zonder succes. Veel leden hebben hun twijfel over de post van f 40.000,- voor een koperen dak. Sommigen vinden het onzin en geldverspilling, anderen zijn van mening dat dit dak de 'waardigheid' van de aula ten goede zal komen. Met twee stemmen tegen wordt het aanvullend krediet van f 176.000,-, inclusief de f 40 .000,- voor het koperen dak, goedgekeurd. In totaal zal de aula f 624.000,- gaan kosten.
Inmiddels wordt vanaf 1973 gewerkt aan het maken van een plan voor de bouw van de aula. Gemeente-architect Piet Dekker krijgt van B. en W. opdracht een schetsontwerp te maken voor een eenvoudige aula met een puntdak en een zaal van 15 bij 15 meter met glazen wanden.
Eind 1974 worden de plannen uitgewerkt, die als basis zullen dienen voor de financiering. Wanneer de gemeenteraad hiermee uiteindelijk op 20 mei 1976 akkoord gaat kan de bouw van de aula worden gerealiseerd. Drie maanden later op 19 augustus 1976 krijgt bouwbedrijf Min BV uit Limmen de opdracht de aula te bouwen. Uiteraard verstoren de bouwwerkzaamheden de rust op de begraafplaats, waar vanaf 1 januari 1976 al begravingen plaatsvinden. Maar dit wordt voor lief genomen. Uiteindelijk zal Eikenhof een 'waardige' aula rijker worden.
Een aula, die in het voorjaar van 1977 overigens zonder officieel vertoon in gebruik wordt genomen. In een ruimte rechts achter in de aula wordt in 2000 een 'Stilte Centrum' ingericht. Hier kunnen bezoekers van de begraafplaats in alle rust vertoeven, met andere bezoekers van gedachten wisselen, of zich in troostende lectuur verdiepen. Dit ' Stilte Centrum' zal bijdragen aan de verlichting van het verdriet om een gestorven dierbare. Dit kan ook gebeuren door de ligging van Eikenhof in een bestaand bos, waar de natuur tot haar recht kan komen en waarin verschillende soorten bomen, struiken, bloemen en planten welig groeien en bloeien. Waar ook vogels als de grote bonte specht, merel, roodborst, winterkoning, pimpelmees en vink ongestoord kunnen broeden en de stilte van het bos opluisteren met hun gezang.
Uitbreiding
Het is de zorg en de plicht van het gemeentebestuur dat er altijd een plek beschikbaar is om de Heemskerkse overledenen te kunnen begraven. In 2004 blijkt dat op Eikenhof nog 524 graven beschikbaar zijn, terwijl er voor de periode tot 2042 een behoefte is berekend van 3.577 nieuwe graven. Een duidelijk signaal om maatregelen te nemen. Eikenhof kan binnen zijn grenzen niet meer uitbreiden. Er moet uitgezien worden naar een nieuwe locatie. Hiervoor zal één van de Overbossen, tegenover de huidige begraafplaats, in aanmerking komen.
Voordat we Eikenhof verlaten, brengen we nog een bezoek aan drie graven. We kozen voor het graf van Willem C. Beijer, omdat in dit graf de eerste begraving plaats vond op 26 januari 1976. Willem C. Beijer krijgt op die dag zijn laatste rustplaats in graf A1. Het monumentje, dat op zijn graf is geplaatst, zou ter herinnering aan deze eerste begraving behouden moeten blijven. Daarom krijgt het in 1996, na zijn herbegraving in het verzamelgraf, een plek naast zijn oorspronkelijke graf met de aanduiding: 'Het eerst geplaatste monument op Eikenhof'. Een bezoek aan het graf van burgemeester Nielen vonden we eveneens op zijn plaats omdat hij de enige burgemeester is die op deze begraafplaats zijn laatste rustplaats vond.
Zo kozen we ook voor het graf van de enige priester die op Eikenhof is begraven: pastoor Schoonderwoerd. Hij was van 1961 tot 1978 betrokken bij de parochie. Aan zijn wens, te midden van zijn parochianen begraven te worden, werd voldaan, toen hij op 25 maart 1986 in graf Q41 ter aarde werd besteld. In de liggende steen van het grafmonument is de Mariakerk gebeiteld; op het staande deel een afbeelding van de 'Moeder van Christus'.
Met hen hebben velen een waardige laatste rustplaats gevonden op een jonge begraafplaats die is aangelegd op oude Heemskerkse grond. Het is een weldaad op deze unieke plek te vertoeven, zo treffend verwoord in de laatste regels van het gedicht 'Eikenhof' van de dorpsdichter Nico Brantjes:
Het hakhoutbos is nu veilige haven,
Een stukje vrede zo bekoord.
Het leeft naast dood tussen graven,
Eikenhof, een idyllisch oord.
Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Heemskring, nummer 37, april 2007.
Bronnen:
- J.W. Groesbeek, Heemskerk onderweg van verleden naar heden, Heemskerk 1978.
- P.L.M. Diemeer Azn, 'De hakhoutcultuur', Heemskring 35 (2006) 17-21.
- Verslagen Gemeenteraadsvergaderingen 21 dec. 1964, 30 sept. 1965, 02 mrt. 1967, 04 april 1972, 27 mrt. 1975, 20 mei 1976.
- Notities Sociografische Afdeling gemeente Heemskerk maart 1965 en juni 1965.
- Verslagen commissie Uitbreidingsplannen 09 jul. 1965, 27 sept. 1965.
- Beleidsvisie gemeentelijke begraafplaats Eikenhof, Genius Loci, Boxtel, 2004.
- Gesprekken met: Nico Brantjes (19 en 26 sept. 2006, 18 jan. 2007), Hans Stam (22 jan. 2007 en 5 feb. 2007), Rob van Westbroek (19 jan. 2007).
Met dank aan Piet Diemeer, Pierre Janssens en medewerkers (-sters) afd. Archief en Documentatie gemeente Heemskerk.